Tussen de brieven steekt deze door haar zelf in het
klad geschreven brief in het Nederlands
naar de Franse zusters in Vertheuil. Het was waarschijnlijk bedoeld om hem te doen vertalen
en versturen.. Pépé en mémé zijn
getrouwd op 14 februari 1920 en deze brief zou dus nadien geschreven zijn. Zo schrijft mémé:
Beminde
zusters,
Gij
zult zeer verwondert zijn geen nieuws van mij te hebben ontvangen, geheel den zomer is bijna voorbij
zonder niet het minste nieuws te geven. Voor mij is het niet schoon zoo lang te
wachten, u geen nieuws te geven. Maar God weet dat ik u alle in mijne gebeden
niet vergeet en ik u nooit zult vergeten.
Beminde
zusters , Ik stelt het eerste klassen goed in mijn huwelijk. Ik hebt een braven
man die in alles zijn betrouwen stelt op God en waar wij samen onze Goddelijke
plichten kwijten het geen mijn grootste plijzier is. Onze winkel gaat ten uiterste beste en in ons
werk ook. Wij hebben deze zomer zeer wel geld gewonnen Het leven is in België zeer kostelijk maar
de daguren zijn ten oosten (hoogste?).
Alle werkmannen winnen 250 fr. te ure,
het geld heeft geen weerde. Ik denkt dat dit alles niet lang meer kan duren.
Alhier is er soms gesproken van nogmaals oorloge hetgeen mij niet zouw
verwonderen.
Beminde
zusters,
in België is er ook veel gebeden
maar toch is het België verandert bij
vroeger maar surtou deze die in Frankrijk gevlucht geweest zijn, zijn al
de slechtste, wij moeten bidden voor
hunder.
Wij
zijn groot nieuws verwacht van Vertheuil zo gauw mogelijk. Hoe is het met de zusters en met
soeur Marie en met al hunder beeste. Een weinige nieuws voor soeur Marie. Masseur
hoe gaat het met de ? Zijn de vruchten goed gelukt en al uw bloemen en met al
uw beeste. Is uw keuken nu al in het nieuw gedaan? t is jammer dat het zoo verre is ik zouw u
eens komen bezoeken met mijne man die u allen geeren zouw kennen maar t is
ons onmogelijk zoo verre. Mijn schoonzuster ( tante
Valentine Dierynck) is naar lourdes
gekomen met den bedevaart. Zij gaat alle jaaren.
Soeur
Marie, kunt gij mij geen plijzier doen
van mij witte konijnen vellen te zenden naar Tourcoing. Ik zou u ook een
plijzier doen als gij iets begeert. Ik zouwt een fourure maaken voor mijn
neveke Albert ( Albert Dewitte).
Mijne man heeft 16 broeders en zusters waar er 5 van gestorven zijn,
schuld van den oorloge en waar allen getrouwt zijn en laaten alle kinders
achter. Er blijven nog twee dochters ongetrouwt, een die dient en de ander bij
mijn schoonmoeder. De ander alle
getrouwt en kinders. Zoo zouw ik wel weten voor wie een fourure maaken.
Beminde zusterMarie, in mijn huis is alles goed met
vader en moeder, Martha en Margeurite en Antoinette. Deze zijn alle in goede gezondheit en
ook veel werk. Zij hebben de schoonste vruchten van Gheluwe. Al hunder land is
kante en klaar. Marguerite werkt met de paarden gelijk vader. Zij is knecht
thuis.
In
een ander kladbrief naar de zusters in
Vertheuil met de potlood geschreven schrijft zij wellicht om te doen vertalen
lezen wij deze merkwaardige tekst:
"
.. met Antoinette gaat het geheel goed, dikke vet. Zij komt de Zondag bij mij
doorbrengen en somtijt in de weeke. Zij gaat naar de school, zij heeft al twee
maal in de processie en was de schoonste. Het zal eene groote feeste zijn in Gheluwe, de 2e zondag van October en zij
zult moeten het portret dragen van de gesneuvelde soldaten.(
Wellicht was dit een herdenkingsfeest aan de oudstrijders ?)
Soeur
Marie, houdt gij nog altijd duiven, mijne man is ook
liefhebber van duiven. Het zijn voyageurs, wij hebben al verschillende keer
prijs gespeelt. Wij hebben nu 5 coppels. 't Is jammer dat gij niet kan komen.
Ik zou ne keer willen dat gij naar het front komt. Ik heeft ook bloemen maar
voor alles weinig tijd om ze wel te bezorgen wat ik liefst zouw hebben dat gij
mijne man kent.
Hoe
is het met Marie en soeur ? Zijn ze bij u niet meer ? Ik heeft ook een brief en
kaart gezonden en nooit geen antwoord maar ik heeft nog nooit naar M Landicke
geschreven gezien ik getrouwt ben en ik durf niet meer.
Als
ik hier in onze kapelle gaat denk ik nog altijd op hunder kapelle dat ik daar
zooveel schoone gebeden gedaan heeft voor ouders broeders en zusters en voor
mijn vaderland waar ik van God schoone dingen bekomen heeft die ik nooit zult
vergeten.
Het
is al het nieuws dat ik weet en verlang veel nieuws van u allen te ontvangen,
zoo haast mogelijk, vergeef het mij dat ik zoo lang gewacht heb van te
schrijven en met sr Gabriel hoop ik dat het voort wel gaat. Doet vele
complementen aan al deze die ik kent.
De
complimenten van vader, moeder en zusters die dagelijks voor u bidden. Vele
kussen van ons allen
Albert
en Alix "
Jammer,
deze brief is niet gedateerd maar moet blijkbaar eind 1920 of later geschreven
zijn. Wetenswaardig ook dat pépé reeds toen al duivenmelker was.