GGELUWNAREN EN VRIENDEN UIT DE
STREEK AAN HET FRONT.
Soldaat Achiel Vandamme was aan het front zeer
geïnteresseerd in zijn streekgenoten. In heel wat brieven zoekt hij te
corresponderen met vrienden en kennissen die in de streek verblijven en
gaat hij hen bezoeken tijdens zijn “repos aan het front”.Soms zijn het wellicht
niet alleen miliciens maar ook vluchtelingen in de streek.
Zo: Emiel
Vossens van Becelaere, Valeer Smyter, Jules Vossens van Gheluwe en een van
Casteleyns van Beselaere, Richard Durnez, Sylveer Durnez, Omer Demyttenaere,
Caùiel Scheerlynck
OOp 6 juli 1917 laat hij weten dat hij Valeer Smyter gezien
heeft die zei dat Marcel getrouwd was.
OOp een vraag van zijn zus of er daar nog in de
streek waren die hij kende antwoordt hij op 12 juli van uit Honfleur: “ Er is
er hier een van Emiel Vossens van Becelaere, Jules Vossens van Gheluwe en een
van Casteleyns van Beselaere”.
Honfleur
16/8/17 “ Nu Alice,, ik heb goed nieuws. Ik heb twee dagen congé gehad
‘s morgens tot ‘s avonds met Richard Durnez. Hij had het gevraagd aan
mijn commandant. Gij mag geloven dat wij twee dagen op ons gemak gepasseerd
hebben en veel plijsier gemaakt met zijn vrouw en zijn schoonzuster.
Op 2 oktober 1917 schrijft hij dat hij een brief
kreeg van Richard Durnez die vele complimenten doet aan heel het
gezin Vandamme, dat hij
dikwijls geschreven heeft maar geen antwoord kreeg. Hij zou er in “congé” komen
bij zijn schoonzuster en dan zoude ze een of twee dagen “uitgaan”.
Van uit
Quentin 15/1/18 schrijft hij ".....nu Alice wat ik daar nu zie dat Richard
(?) daar in congé zal gaan ,ja dat zouw mij niet verwonderen dat ware
om zijn karot te trekken ".
St Quentin 26/1/18 "... ik heb
goed uw kaart ontvangen van den 23e met den brief van Alfred (?)
en het adres van Sylver Durnez. Ja het is hier regen. Vandaag nog
als ik zal geeten hebben ik zal direkt gaan. ' k zal ook ne keer
schrijven naar Alfred."
Een
paar dagen later is hij op bezoek bij Sylveer Durnez die niet thuis was
en bij Omer Demyttenaere en Camiel Scheerlynck
Cyriel
Capon.
Op 10 oktober schrijft hij dat hij een brief
gekregen heeft van Daniel Lameere, de broer van Theodule. Hij was al een
jaar aan het front en had het adres gekregen van Cyriel Capon.
Met hem heeft hij heel wat
contacten. Op 12 februari 1918 schrijft hij: “ Ik ben hier gisterenavond
toegekomen op het frond en ik was er maar een ure als Capon me kwam bezoeken.
Hij is hier maar een alf ure van mij. Hij was zoo contant om mij te zien en ik
ook. Wij hebben van 5 tot 8 uren samen geweest en vertelt. Maar hij is toch zoo
verandert, hij is vet gelijke een otter. Nu, we zullen t’avond tegaar
uitgaan.Wij zullen wederom bij malkander zijn maar ik weet nog niet juist als
ik t’avond zal kunnen uitgaan want ik zal meschien naar de “tranchee” gaan.
Maar als ik niet moet gaan zal ik er bij zijn.”
Frond 9/5/18 " ik ben reeds
seder 5 dagen in den tranchee en voor nu heb ik nog geen tijd gehad om te
schrijven . Nu ik had vandaag niet te doen en ik heb naar Capon geweest maar
zij zijn weg in groot repos, meschien voor een maand of meer en wij zullen
zeker ook allicht in repos gaan maar ik weet noch niet wanneer en daarmee heb
ik Capon niet gezien. 'K zal ook ne keer naar hem schrijven en ne keer de
complimenten doen."
Verder schrijft hij: “ Ik zie dat
mijn geld niet zeere komt en heb al 5frank gekregen van Capon om tabac te kopen
voor vader”.
Daniel Larnout, Jules van Kot van de Molenhoek,
Sylveer van den ast van Becelaere, Goemaere
“ Ik ben nu alle avond bij Capon. k’heb gister avond
bij Daniel Larnout geweest. Hij is ook veel veranderd. ‘k Heb ook bij Jules
van kot van den molenhoek, het is geheel zijn vader. Hij is toch zeer
verhouderd.. De complimenten van Capon, ook van Silver van den ast van
Becelaere en die ne Goemaere dat dan geschreven had op den brief en nu nog
van een ander van Veurne die naamt Prosper Vandewoude”.