TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

dinsdag 26 februari 2019

Werken bij den boer

Werken bij den boer

Ik kan het niet genoeg vertellen welke streke het hier is in Coumont

 Wij moeten hier niet anders drinken dan cyder van onze huismeester, zoveel als we kunnen maar het is zo goed niet als het bier. Ik heb hier nooit van mijn leven verkommerde streek gezien. Er zijn hier geen stoven. Ze doen hier niet anders dan vier maken met hout. We hebben ene gehele maand niet anders gedaan dan hout gaan rapen in de bossen.

Wij zijn Frankrijk gekomen den tweeden mei 1914 als wij uit Ieper gebombardeerd  waren. en rechtuit werk gekregen bij den boer. Camiel en Achiel gaan hele dagen met de ossen en Remi  is ook bij den boer maar hij is nog geen kartang.
Wij wonen in een grote hofstede en wij hebben driehonderd lans land aan 10 fr. de maand maar wij zijn met twee ménages dat is elk 5fr.
Mijn zuster Elodie en haar man en kinders zijn bij ons. Sedert wij weg zijn uit ons huis hebben we altijd tegare geweest. Ik vraag ook nog als uw vader en moeder nog generen in Frankrijk. Zij kennen zeker ook nog geen Fransch. Wij generen ons niet omdat wij niet kunnen spreken.

Het is nu al vier maanden dat we allen in het werk zijn. Vader werkt bij de hoveniers aan 7fr. daags en eten en Marguerite aan is bij den boer aan 1 fr. daags en eten.  Germaine is maarte bij een die vis verkoopt aan 35 fr. per maand, ik en moeder hebben niets anders gedaan dan in het hooi gaan werken aan 1,25 fr. en eten en de kinders hadden ook eten en wij moeten geen p acht betalen.. Het was bij onze huismeester, een kasteelboer, bijzonder brave menschen.   Het is nu 10 dagen dat wij in het hooi zijn gaan werken en we doen elk een kind mee. Binnen 5 weken gaan wij niet anders moeten doen dan cyder appels rapen.   Als we hier toekwamen hadden wij bijna geen klederen meer maar wj hebben er een beetjes gehad van den een an den ander. Als we er nodig hebben moeten wij naar Baeyeux gaan, er is daar een belgisch magazijn en kunnen daar vragen wat we nodig hebben.

29 oktober 1916
Alix, gij vraagt welke streek het is. Het is al tarwe, haver en klaver in den winter. De koeien en paarden hebben niets anders dan bieten en hooi om te eten.

Het is aardig om te zien mest voeren en werken met de paarden op het land maar nooit geen aale voeren. Er is geen aalput op geheel de parochie.

Over het gewin: Camiel krijgt 8fr. daags en Achiel 45fr. per maand maar in de zomer is dat dan meer.. De menschen zeggen ze trekken geld en ze winnen geld en we moeten niet geven.
Voor ons nieuw kind hebben we geen sou gekregen en mijn zuster had een eerste communie kant en geen centiem. Elk moet maar het zijne doen.

20 november 1914
Maurice,
Ge peinst dat wij allemaal dood zijn maar ‘t is geen waar, het is een tijd die mankiert .
We hebben deze maand gedaan gehad met de bitraepen ( bieten), dat was zaterdag gepasseerd
acht dagen en nu zit ik in een ander werk, ik heb nog drie dagen bij een ander boer gewerkt
aan zijn bitraepe  ( bieten) ik ben woensdag 15 november poester genoemd,Ik heb nu voor het
moment 27 koeien te bestellen. Ik moet al doen wat er aan te doen is en ik win een schoone
dageure. Ge zou moeten raen (raden), ge zou moeten veele raen ( raden). Ik zal het de naaste
keer op mijne brief zetten omdat ik het niet juiste weet.


zondag 24 februari 2019

Alles om ter dierst...

3

Op 6 juli 1917 schrijft Camiel Vermont:
Het is niet meer leeflijk van de dierte van de boter 7 fr., eiers de dozijn 3 fr., café 7 fr., rijst 3 fr., zeep 1,50 fr.het stuk, kleding het is geen doen aan, schoenen voor te werken 35 tot 40 fr. en voorons kind 12 fr.. Allee zeg,’t is oorloge maar ze vragen om ter meest.

Soldaat Cyriel Capon 4e jagers te paard chasseurs à pied 212b- 3e divis, schrijft:
En ons geld is bijna op en wat gaan we dan doen. Het leven is hier kostelijk 5 fr. voor de boter de kilo, kleine broodjes 50 cent, de suiker 18 sous de kilo.

22 februari 1918 Broodrantsoen.
Ik heb wat lang gewacht van antwoorden omdat gij vroeg als wij ook de kaarten van brood gehad hebben. Het is nu goedgekeurd met den 1e maart te beginnen. 500 gr. voor het mannevolk, 400 gr. voor ons, 200 gr. voor de kleine. Wij gaan allemaal veel broodhonger lijden en andere dingen krijgen wij niet. De levensmiddelen zijn niet kopelijk van de dierte en niet krijgelijk..

Vader wou een weekabonnement
Prijs voor  de gazette “Ons Vlaanderen “, Rue de Charonne Paris.
Ge moet ook naar de post gaan achter een mandaat en ook bij den brief steken. Het is 2fr.25 voor 6 maanden 
Prijzen in België tijdens de oorlog.

Op 11 augustus 1914 verscheen een bericht van gouverneur Janssens de Bisthoven die de max. prijzen vaststelde van de levensmiddelen.
Meel : 28fr voor 100kg
Fijne bloem : 30fr de 100kg
Brood : 0,32 fr de kilo
volle melk : 0,25fr de liter
Boter : 3fr de kilo
Eieren : 0,10 fr het stuk
aardappelen : 0,12fr de kilo
Petroleum : 0,18fr de liter
Op overtredingen stonden ernstige straffen.

Een brood kostte in het najaar van 1918 ook meer dan het dubbele van een brood in augustus 1914. Begin 1917 telt een burger nog 53 centiemen neer voor een kilogram brood, waarna de prijs weer lichtjes zakt tot 48 centiemen. 
In oktober van datzelfde jaar is die prijs echter al opgelopen tot 62 centiemen. Precies één jaar later, in oktober 1918 bereikt de prijs van het brood zijn hoogtepunt aan 81 centiemen per kilogram . De voedingswaarde van dat brood daalt ook enorm tijdens de oorlog, waardoor de schaarsheid nog duidelijker wordt. Jan-met-de-pet moet een steeds groter deel van zijn inkomen besteden aan brood, enkel en alleen om te overleven ."
Het is ook belangrijk dat je dat een beetje kadert in verhouding met de lonen die toen werden verdiend.
Een dagloner met kost verdiende toen 1 frank per dag, één zonder kost 2 frank. Een fabriekswerker krijgt gemiddeld 3 frank en een stielman 4 frank Deze 1 fr frank van 1914 was toen 3 euro van nu waard en in 1919 was deze zelfde frank maar 1,9 euro meer waard .

Prijzen in Frankrijk

A l’observation de ce graphique, on constate que la hausse des prix à Aire-sur-la-Lys, même si elle a été constante pendant la guerre, a connu deux inflexions majeures. La première augmentation sensible a lieu au printemps 1916 où, dans l’ensemble, les prix des différentes denrées vont être multipliés par deux. La deuxième augmentation majeure s’effectue à la fin de l’été 1918, où, à nouveau, les prix des produits de première nécessité, ici la viande de veau et de porc et le beurre, sont multipliés par deux. Selon les produits, les prix vont donc être multipliés par 4 ou 5, voire plus, sur toute la période de la guerre. Cette hausse s’accélère en 1917 et 1918. Dans le département du Pas-de-Calais, par exemple, le beurre passe de 4 à 12 francs et le poulet passe de 4 à 25 francs (une hausse considérable pour les habitants). On ne retrouve pas cette augmentation fulgurante à l’échelle de la ville d’Aire, même si les prix continuent de fluctuer.




Bron:https://grandeguerreairesurlalys.wordpress.com

vrijdag 22 februari 2019

Wachten op papieren om terug te keren



Op  29 december 1918 schrijft Martha:

“ Tourcoing ,den 29 December 1918

   “ Beminde ouders, broeder en zusters.

 Een woord om u gerust te stellen. Gij zijt zeker verwondert dat ik nog niet thuis en ben. Mijne heere heeft woensdag gepasseert naar huis in Tourcoing gekomen. Zoo ik heeft dinsdag naar het stadhuis geweest om mijne papieren te maken om met mijne heere mede te komen naar Paris. Als mijne heere ingekomen is woensdag hij heeft gevraagt als ik mijne papieren had en wij hebben gezegt dat ik nog wel 10 dagen moet wachten om dat ik van Belgie ben. Hij heeft gezegt dat hij zere gin gaan naar het stadhuis en dat ik ging mede gaan naar Paris en hij heeft geweest maar het 't was daar niet aan te doen.

 Zoo hij heeft ene oto gehuurt om te komen en achter geen papieren te zien. Als hij al den automobiele had, heeft den heere aan wien dienen otomobille was, komen zeggen dat er maar plaatse was voor .. persoone. Zoo mijne heere wilde zijne plaatse geven maar ik en heb niet gewilt want voyageren met menschen dat wij niet en kennen is niet geestig. Zoo dat ik thuis gebleven ben. Zij zeggen dikwijls  wij hebben den trein gemist maar ik heb den oto gemist.

Zoo ik wacht achter mijne papieren maar ik peize wel van deze weke voort te komen met den trein. Voor dat ik voort kome met den trein moet ik schrijven naar Madam Delannoy. Zij gaan mij komen halen naar de statie met eenen automobille, voor mij naar hunder hotelle te voeren waar dat ik enigte dagen ga blijven voor het hospital te bezoeken in automobille.
Het is met een verlangen om hunder te zien. Ge moet niet verlegen zitten voor mij want ze gaan al doen dat zij kunnen voor mij en ik ga misschien hunder uit Paris schrijven wanneer ik ga toekomen.

Beminde ouders ik heb eenen brief gehad van Achille. Hij is nog alom in volle gezondgeid en heeft al zijn geld gehad. Nu tot later, het zal niet lang meer duren, ik ga vandaag naar Lucie gaan zeggen dat ik niet weg en ben want ik heb van deze weke goeden avondt gaan zeggen en ik peize wel dat zij peist dat ik al in Paris ben in oto. De groote complimenten van ons allen, tot later, in afwachting groet ik uw allen hartelijk.                                                                                                                                   Uw toegenegen dochter Marttha. “

In november 1918, toen hij  in België aan het front lag, bracht Achiel een bezoek aan de nonkels die toen in Lauwe verbleven. Hij ontmoette daar ook , na 4 jaar gemis, zijn zus Martha. Zijn schrijven over dit weerzien is  een ontroerende brief.

donderdag 21 februari 2019

Adres van Martha gevonden

Bijschrift toevoegen


Op 8 november schreef mevr. Delannoy-Declerq deze brief naar de kloosterzuster  van het verblijf in Vertheuil om de vader gerust te stellen  en dat Martha niet onmiddelijk kan terugkeren.

Mr Delannoy verblijft momenteel in Parijs en zou zorgen voor de terugkeerformaliteiten wat Martha ook wenst.

Twee dagen later schrijft Mv. Delannoy van uit Parijs:
Eindelijk hebben we zoals beloofd aan Martha na op opzoekingen en opzoekingen uw adres gevonden. Men zei dat u rond Calais was maar daar vond men het niet. Martha verblijft nu bij haar zus op een ander adres in Tourcoing daar zij in Parijs vertoeven. Haar man is in juni ll. zwaar gekwetst. Het adres wordt aan Martha bezorgd zodat zij kan schrijven.
Het terugzien zal nog enkele maanden duren want " ces maudits boches" hebben de grenzen afgesloten.


Klik op de brieven om te vergroten.
 

dinsdag 19 februari 2019

Martha na 4 jaar vervet en versneld

 Front /11/18  “ Ik kom u het goede nieuws vertellen. Ik heb Martha gaan bezoeken
Ik ben eerst naar nonkel Emils geweest en van daar  heb ik naar nonkel
August geweest die ook in Lauwe woont seder een jaar en dan heb Slinna met een van  nonkel
Emiels achter Martha geweest. Het was bijna donker als zij vertrokken zijn en ze zijn 's anderen
daags smorgens met Marha afgekomen.
Toen ik oorde dat ze inkwamen voelde ik bijna geen grond meer. Ge kunt peinzen meer dan
4 jaar elkander niet meer gezien hebben en ik herkende bijna haar niet meer. Zij is zoo verandert
en vervet. Zij is wel versnelt en des avond hebben wij goed gelachen, ik en Jul van nonkel August
hebben geheel den avond gezongen dat dunderde. Gij had daar ook moeten  zijn om zoo schoone
te lachen, Martha zei het ook.
Ik heb daar 2 dagen geweest en het heeft mij niet verveelt. Gij mag het geloven ik had gisteren
avond als ik thuis kwam niet veel tijd meer om te schrijven.
Nu ik en Martha hebben ons te gaar doen trekken in Lauwe en als ze gedaan zijn zal ik dan
een opzenden. Nu alice, gij mag geloven dat Martha en al, dat ze veel afgezien hebben 4 jaar lang
bij de duitsch. Het was toch zoo content van mij te zien, dat arme schaap. Maar ik was ook content . 

Nu als de congé zullen open gaan zal ik u schrijven achter geld want ik zal komen met Martha en zij hebt geen belgsch noch fransch geld, t'is al duitsch en om haren trein te betalen zal ze moeten fransch geld hebben en ik zal Martha alleszins mede hebben als ik kom. Martha hebt ook ne brief geschreven. Ik heb hem in onze boite gestoken omdat gij hem sebit zouw hebben.” "

Het lang verwachte nieuws van Martha

Het lang verwachte nieuws van Martha

Op 29 oktober 1918 schrijft Martha deze aandoenlijke brief:
“ Zeer beminde ouders,
Ik ben zeer verwondert dat ik nog geen woord van hunder gehad hebbe. Het is de tweeden brief dat bik u zende, zeg mij hoe dat gij daar stelt in die nieuw<e streke en zoo verre van malkaar weggegaan zijn, wat doet gij aldaar, zijt gij allen in volle gezondheid, laat het mij seffens weten. Den schoonen dag is toch gekommen dat wij verlost zijn van dat beestevolk, maar den dag beste ouders dat ik den eersten brief van uw handen ga  ontvangen gaat noch vele schoonder zijn want vier jaar van malkaar weg zijn en nooit geen nieuws hebben, dat is wreed. Is Achiel soldaat  of niet? En als hij soldaat is geeft zijn adres, als het hunder belieft, dat ik moge hem schrijven want ik peis dikwijls op hem. Zeg mij wat gij allen doet, groote en kleine, wa  thuis gij hebt, hoe dat gij leeft als gij allen te gader zijt. Als mijne kant, ik ben in volle gezondheid maar arm. Niet meer om aan te doen want het is vier jaar dat ik nieuw maak van wat oud is. Het is tijd dat den oorlog gedaan word en het is hier wreed gelijk. Alles dier: voor een paar schoenen 150 fr., voor een meter goed 25 fr.. Zoude gij niet, beminde ouders als het daar een beetje gaat als gij wilde een bitee van alles wilde koopen voor mij. Nu ik ga ophouden van schrijven. Geef mij seffens of nog heer een atwoorde weeder en vele nieuws. Ik kijk alle dagen tegen dat de briefdrager komt maar nooit niet. Dat is zeker voor mij niet geestig, maar dat gaat zeker wel verbeteren. Nu in afwachting van dienen grooten brief, groet ik u allen hertelijk. Uwe toegenegen dochter Martha.                                                                                                                                                          De complimenten aan mijne kennissen.

Uiteindelijk is de brief toegekomen in Vertheuil en van uit  Tourcoing schrijft Martha den 10 november 1918:

“ Beminde Alix, 
Het is met plijzier dat ik vandaag mijne zondag ga passeeren met u beetje te klappen van ver.  Ik heb al uwe brieven ontvangen en bedank u voor al hetgeene dat gijder voor mij gedaan hebt, ook de masseurs die voor ons zoo goedt zin. Ik heb ook dat certificaat en dat mandat van 100 fr. ontvangen en aan al uwe vragen ga ik voldoen en heb ook zeer goed verstaan wat gij gezegt had voor mijn lijf (?)moogt gij gerust zijn.    

Beminde Alix, ik weet nog niet  hoe dat dat ga gaan met dat afkomen, want wij hebben nog geen nieuws gehad van mijne patroons. Ik ga u bij enige dagen schrijven wat dat zij daarvan zeggen. Gij ga mischien trieste zijn, maar mijne ouders voor al, want ik verlang ook zoo om hunder al te zien. Dienen dag gaat ten schoonste zijn van mijn leven als wij malkaar in volle gezondheid mogen weder zien zonder te vergeten onzen broeder Achille die daar misschien in de tranché zit om ons Belgie te verlossen. Och dat den goeden God
mochte onze gebeden aanhoren en hem sparen van alle ongelukken en welk geluk voor ons en onze ouders al groote kinders om onze ouder te helpen.
Alix, gij vraagt wat ik het meest noodig hebt, als gij wilde vragen aan moeder om mij hemden te kopen en broeks en kousen en een kleed voor den zondag, alzoo de ander dat ik hebbe gaat zijn voor de weke. Alix, als gij mij ook wilde plezier doen van naar mijne madam  Delannoy te schrijven voor haar te bedanken voor hetgene dat zij gedaan hebt voor mij. Ge moet maar naar hier schrijven. Zij gaan ton aan mijne madam geven als zij komt en ook een voor madam declercq, want zij hebt wel voor mij gezorgt binst den oorlog. “

Zoeken en gissen waar Martha is

Tijd van zoeken en gissen.

Zus Martha was bij het uitbreken van de oorlog te werk gesteld als dienstmeid in Tourcoing bij een industriële familie: Delannoy – Maresceaux, Rue du Boulogne 33. Zij was niet mee met haar familie op de vlucht en gans de tijd is men in het ongewisse gebleven waar zij was. Wellicht is zij met wie zij in dienst was op de vlucht geweest of verbleef op een ander adres in het bezette Frankrijk waardoor  de correspondentie haar niet bereikte.

Op 14 juni 1914 schrijft Theopfiel Vanmeenen hoe men via een adres in Holland moet trachten Martha te schrijven.:                                                                                                                                “ Ziehier hoe dat gij moet schrijven. Steek uwen brief in een enveloppe niet te groot en schrijft daarop het adres voor wie hij bestemd is, niets meer. Steek daarna alles in een tweede anveloppe waar een tember op moet aan het volgend adres: Mijnheer C.A. Sparreboom, Bajonetstraat 15 Rotterdam Holland . Zo komt alles goet terecht, voor alle zekerheid schrijft niets over den oorlog.”

18 febr. 1917: “ Lieve Vriendinne ge komt mij te vragen of wij nog nieuws ontvangen van mijne zuster Irma. Neen het is al van augustus dat wij geen nieuws meer ontvangen . Van op dat adres dat ik u gezonden heeft van Geneve hebben wij antwoord ontvangen dat zij dat niet meer mogen doen. Zoo wij zijn altijd even verre.”

Op 7 juli 1917 schrijft nonkel  Camiel Dewitte-Vermont: “ Als ge iets weet van Martha gij moet seffens maare geven”

 Alix ontmoet soldaat Leon  Hosdez die samen met Lucie Vandamme te werk gesteld was bij een dame in Nice en op informatie ging. Uit Nice schrijft deze dame geen informatie te hebben maar dat men verder moet zoeken bij het vluchtelingencomité in Parijs.
Uit Nice schrijft men op 27 augustus 1917

Madame,

C'est avec regret que je ne puis vous donner des renseignements sur votre protégée Martha Vandamme, je comprends bien l'inquiétude que doivent avoir les parents à son sujet . Comme le domestique de ma soeur Leon Hosdez que vous avez vu à Landes vous l' a dit. Lucie Vandamme de Geluwe est en effect aussi au Service de ma soeur, je ne l'ai jamais enytendu parler de sa cousine. Je connais une dame de Tourcoing du nom Delannoy -Marescaux, son petit nom est Aline. Je ne sais si c'est la meme personne, elle est aussi évacuée despuis bien 5 ou 6 mois en France libre, malheureusement je ne sais son adresse, peut-etre en vous adressant à Evian ou à Paris au Comité des réfugiés, voun pouvez trouvez le leude sa résidence et obtenier aussi des renseignements précis.
Vous souhaitant de réussir et vous présentant tous mes regrets, recevez Madame mes salutations distingées.
Madame A Buhulle, 232 Bd Mont Baron -Nice

In zijn nieuwjaarsbrief van 20 januari 1918 schrijft Leon Hosdez van uit het front:                             PS. Van Tourcoing heb ik tot nog toe  niet het minste antwoord ontvangen. Nochtans leef ik op hoop, ik wanhoop niet.


zondag 17 februari 2019

De talrijke dodelijke slachtoffers bij de kennissen

In brieven schrijft men over de vele dodelijke slachtoffers, kennissen en familie uit de "Duizenden en duizenden soldaten"






Abeele 3 februari 1915                                                                                                                               Er is bijna geen gemeente meer of de typhus bestaat er zowel onder de burgers gelijk onder de soldaten en vele sterven ervan. Er zijn reeds veel menschen van Becelaere begraven. Paul Haverbeke en vrouw Charles Woestyn en zijn vrouw (schoonouders van Ernest dewulf) Deze zijn 17 uren verscheen dood en 
 Odiel Lamaire

Nichte Alix,                                                                                                                                                 Ik weet niet als gij het al weet dat mijn broeder kamiel dood is. Hij is dood geschoten in de meimaand nevens mij  en dat was geel triste voor mij maar ik koste er toch niets aan doen, hij was met de slag dood en dan een maand later ben ik geblesseerd geweest aan mijn voet en nu 3 maand in het ospitaal waar ik nu ben en kan nog maar slegt gaan.                                                                                    
17 sept 1915  kozijn Albert Verbeke

9 augustus 1916
  Ik ben wederom meer dan een jaar op het front en het is dan dat Elie Soete dood geschoten is, den ongelukkigaard.                                                                                                                                            Robert Vandelanoote

22 november 1916                                                                                                                                     Ik weet nog eenige woorden nieuws maar het is geen goed nieuws. Het is dat Camiel Debeuf die te Verstraetens met de peerden ging ook dood is en Victor Vnawalleghem die te Reine Myttenaars was ook, en nog twee jongelingen van ons parochie      
   Kozijn Albert Verbeke

6 mei 2017 Theofiel Vanmeenen  
  Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus langs de gevel binnen gegaan maar het is niet afgebrand. En Camiel van Karel Puype is dood geschoten van de duytsche omdat hij niet wilde doen wat zij deden. Hij moeste naar Becelaere naar de kerke gaan om dynamiet te doen springen en hij wilde niet.

Beste Vriendinne,                                                                                                         
 Cyriel van Sofie Bulcke is ook dood en zij hebben hem moeten begraven op d’ofsteede. Aan de kant Gheluwestraat staan vele kruisen van vele burgers die begraven zijn en  niemant weet wie daar begraven is en op den Oosthoek zijn vele boerinnen en maarten dood gevonden geweest op het hof die dood geschoten zijn.

Maisons Lafitte 16 sept 1917                                                                                                 

 Beste  Vriendinne,                                                                                        
Woensdagavont is een trein met Belgische soldaten die in congé kwamen gebombardeerd geweest. Er zijn 150 dooden en gekwetsten. Het is gebeurt tegen Dunkerke. Wij horen niets anders zeggen of dat het nog verslechtert.  Beste vriendinne, we mogen content zijn dat wij gevlucht zijn want al de menschen van Gheluwe en omliggende dorpen zijn moeten weggaan al de kant van Luxemburg. Wij hebben dat gezien in de gazette.

31 december 1917                                                                                                                      Er zijn twee van René Vervaeckens zusters  dood, Martha en Cesarie en ook Martha Goemaere van Terhand die gij zeker ook kent en Sidonie Wyffels en een van haar broeder knechtjes die zijn dood gesmeten van de bommen. En Henri Soens  is ook dood over 8 dagen.

Maisons Lafitte 9  juni 1918
De knecht van Jules Masschelein van bij de deur is zondagmorgen dood geschoten aan Dixmude van een obus die door zijn herte gepasseerd is. Hij noemt Omer.  zij waren met vier broers in dezelfde compagnie. Dat is ook niet goet met zoveel broeders tesamen en Gaston is bijna blind geweest van de gaze;      
   Maria Vanmeenenns

Notre Dame de Vaudreuil  2 juli 1918                                                                                    Beste vrienden, geen nieuws van de streek maar ik moet toch beginnen met triestig ? Over 5 weken is er ene van de Capelles gasten dood van eenen obus in de tranchée, het is Omer, 14 dagen nadien krijgen ze weederom een brief dat Gaston dood is ook van eenen obus, alle 2 de kant van Nieuwpoort. Ge moet dus niet vragen welk verdriet er daar nu in dat huis is: 2 zoons begraven in 14 dagen. Ernest zit ook altijd in de tranchée en zat neffens Gaston als hij dood was.
Datum onbekend.
Cyroel Deman van de Molenhoek is dood in Dadizeele en Farielde Herman en Pieter ook in Dadizeele. Ik weet niet als gij weet dat Bruno Soens dood is en dat onnoozel kind ook en de  vrouw van Petrus Verkindere heeft erg gekwetst geweest in Yper. De jongste knecht van D’hulsters is ook dood in Yper van een bom en de vrouw van Lampaerts is ook dood en zijn twee dochters en een knecht van Charles Nuyttens van den Gheluwe Molenhoek en drie dochters van Charles Pupypens van den Groenedael. Deze zijn dood in het hospitaal in St. Omer en de knecht van de Engelbeens van Gheluwe is ook dood van de typfus. Alice ge kent hem zeker wel die te vrijen ging naar de dochter van August Vannoote.Ik weet niet als gijder het al weet dat er zoveel van Becedlaere dood aijn van de ziekte. Alida Desmet van den …..en Marie Carlier die getrouwd is met Ernest Masschelein en hara kintje en de  vrouw van Jan Fleeters en de kleermaakster van Gardeins van de Molenhoek .          Maria Vanmeenen


Notre Dame de Vaudreuil  2 juli 1918        
    Beste vrienden, 
Geen nieuws van de streek maar ik moet toch beginnen met triestig ? Over 5 weken is er ene van de Capelles gasten dood van eenen obus in de tranchée, het is Omer, 14 dagen nadien krijgen ze weederom een brief dat Gaston dood is ook van eenen obus, alle 2 de kant van Nieuwpoort. Ge moet dus niet vragen welk verdriet er daar nu in dat huis is: 2 zoons begraven in 14 dagen. Ernest zit ook altijd in de tranchée en zat neffens Gaston als hij dood was.
Datum onbekend.
Cyroel Deman van de Molenhoek is dood in Dadizeele en Farielde Herman en Pieter ook in Dadizeele. Ik weet niet als gij weet dat Bruno Soens dood is en dat onnoozel kind ook en de  vrouw van Petrus Verkindere heeft erg gekwetst geweest in Yper. De jongste knecht van D’hulsters is ook dood in Yper van een bom en de vrouw van Lampaerts is ook dood en zijn twee dochters en een knecht van Charles Nuyttens van den Gheluwe Molenhoek en drie dochters van Charles Pupypens van den Groenedael. Deze zijn dood in het hospitaal in St. Omer en de knecht van de Engelbeens van Gheluwe is ook dood van de typfus. Alice ge kent hem zeker wel die te vrijen ging naar de dochter van August Vannoote.Ik weet niet als gijder het al weet dat er zoveel van Becedlaere dood aijn van de ziekte. Alida Desmet van den …..en Marie Carlier die getrouwd is met Ernest Masschelein en hara kintje en de  vrouw van Jan Fleeters en de kleermaakster van Gardeins van de Molenhoek .         Maria Vanmeenen

zaterdag 16 februari 2019

Vluchtelingengeld


Door de Belgische staat werd aan de vluchtelingen een subsidie toegekend.

 De Commission of Relief in Belgium waakt erover dat alle vluchtelingen in de bezette gebieden genoeg voedsel bekomen

ARCHIEFSTUK Prov. W.Vl.
Om de vestiging van de vluchtelingen te vereenvoudigen in Frankrijk, keurt de staat snel een toelage goed van 1,25 frank per dag en per volwassene en 0,5 frank per kind. Deze maatregels betreffen in 1915 honderdduizenden vluchtelingen.


Camiel Dewitte en Maria Vanmeenen schreven hieromtrent

Het gaat wel om van het vluchtelingen geld te vertellen. Wij trekken voor de grootse 150 fr. en voor de jongens 1 fr. per dag . Zo al die op de parochie zijn maar er zijn er maar 17.


In het eerste dat wij hier waren hadden wij maar 1 fr. maar er heeft klacht gedaan geweest naar de prefect en dan hadden wij 1,25 f
3 oct 1917

29 oktober 2016
Over het gewin: Camiel krijgt 8fr. daags en Achiel 45fr. per maand maar in de zomer is dat dan meer.. De menschen zeggen ze trekken geld en ze winnen geld en we moeten niet geven.                          Voor ons nieuw kind hebben we geen sou gekregen en mijn zuster had een eerste communie kant en geen centiem. Elk moet maar het zijne doen.

22 februari 1918
Ik heb wat lang gewacht van antwoorden omdat gij vroeg als wij ook de kaarten van brood gehad hebben. Het is nu goedgekeurd met den 1e maart te beginnen. 500 gr. voor het mannevolk, 400 gr. voor ons, 200 gr. voor de kleine.                                                                                                               Wij gaan allemaal veel brood honger lijden en andere dingen krijgen wij niet. De levensmiddelen zijn niet kopelijk van de dierte en niet krijgelijk..

8 juni 1918                                                                                                                                                    Beste neef,
ik wil u vragen als ge nog vluchtelingen geld trekt. Wij zijn zondag gezeid dat het gedaan was huispacht te trekken, al kwijt in één trek en dat gaat zo schadelijk vallen . Moest het zijn dat ge daarvan niet en weet of gehoord hebt schrijft het ons. We zouden nog niet benauwd zijn van een petitie te maken. En ze zeiden daarbij dat er teveel geld gewonnen was. Ik vraag mij ook af als ge gijder trekt voor Achiel. Gij hebt ook recht. Er is er een een uur van ons huis en ze hebben een soldaat en ze trekken 27,50 fr. te maande.
.
SOLDIJ  trekken

1 Oktober 1917
Gij komt mij te vragen als wij hier nog trekken maar zij kunnen van mij niet aftrekken omdat het militair geld is. Maar al de anderen waar er zijn die werken is er niemand meer die nog vluchtelingen geld trekt..
Beste vriendin, gijder heeft recht aan gels voor uwen broeder voor huisvesting te vragen. Ik trekke 40fr. huisvesting voor mij en de kinders. Gij heeft toch recht, schrijf naar deez adres die achteraan op de brief staat maar gij mag niet zeggen dat gijder veel geld wint. Als gijder geschreven heeft zult gij een papier hebben om in te vullen in het Vlams en dan moet ge naar den burgemeester gaan om zijn handtekening er op te zetten en hoeveel inwoners er zijn op de parochie want hoe groter het dorp is hoe meer geld zijder hebben. Het adres is: Gouvernement Belgie- Minister de l'intérieur- 4,Place Frederix- Sauvage       ( Seine inférieure)
Maria Vanmeenen

Honfleur . Soldaat Achiel Vandamme schrijft:

 Honfleur 31 Août 1917   
“ … Gij zegt mij ook dat gijder niets meer en trekt voor mij. Het is al lang dat ik u gezegt hebt dat gij moeste schrijven naar den minister van oorlog voor te trekken. Gij moet maar doen schrijven in het kasteel want zij zijn daar goed geleerd. Want hier de soldaten trekken allen in haar huis 1,25 fr. daags. Wijder trekken hier 2 fr. te weke in de kazerne.        
17/10/1917                                                                                                                                                                “ Nu Alice, ik heb al dikwijls gevraagt als gij nu al trekt voor mij. Heb gij al geschreven naar den minister van oorlog. Gij hebt daarvan nog niet gesproken en ik heb toch dikwijls gevraagt. “

Achterstand soldij ontvangen.

“ Gij klapt ook van dat geld, ik heb het al in ne keer gehad als ik uit conge gekomen ben en ik heb het u sebit laten weten en dan dezelfden dag heb ik noch een groote pot gepakt op uwe gezondheid want ik had in lange tijd geen zoo vele geld niet meer gezien en ik had ook in lang niet meer kunnen uitgaan had ik geen goede kameraad gehad maar hij had mij 10 f gegeven en ik heb alzoo kunnen uitgaan en als ik het geld ontvangen had heb ik die 10 f sebit weder gegeven. Zoo dat is al een maand leden dat ik alles ontvangen heb.en het was bijna 2 maanden geleden dat ik geen geld ontvangen had. Zoo ge ziet ook wel dat ik het weet wat gij mij zend.

”Nu gij zegt dat wij  niet kunnen trekken voor mij.Schrijf maar naar de minister en ge zult trekken  gelijk een ander. De ander trekken wel. Zij trekken hier bijna al. Had gij geschreven, gij ging trekken.

Uit dit document blijkt dat Jules Vandamme nog tot oktober 2019 in Frankrijk gebleven is.


BE SAWER/GEM/RYO/rep/P.B./2/0540
TitelVerklaring Verklaring van de burgemeester van
 Vertheuil (Frankrijk) dat de familie Jules Vandamme 
vluchtelingsgeld heeft ontvangen
 tot 10 oktober 1919
Begindatum15/10/1919
Einddatum15/10/1919
NDC/Oud inventarisnummer547.3
Omvang en medium1 stuk
ArchiefvormerGemeente Geluwe
BewaartermijnPermanent te bewaren
BeschrijvingsniveauBestanddeel
Laatst aangepast op09/09/2013
ArchiefdienstWervik

woensdag 13 februari 2019

Vernieling en dood in het thuisfront



Uittreksels over de toestand te Geluwe en Beselaere.

Begin van de Ieperstraat met café De Sterre van Jan Mahieu Verbeke
Noodwoningen  te Geluwe langs de Menenstraat




Alice,
wij hebben over acht dagen een brief ontvangen van Petrus Coene en hij schrijft dat er daar een man toegekomen is uit Belgie die negen maanden tranchées gemaakt heeft voor de Duitsch en ge weet waar de hofsteede staat van Jules Sioen, ten is maar de keuken is of geschoten mar in de weide achter het hof licht het vol met deutsche lijken begraven. En al het vlasch en tabak hebben zij meegenomen om in de tranchéé. Hij heeft altijd tranchées gemaakt van Gheluwe naar den Koelenberg en vandaar naar Gheluveld, Dadizele, Meenen,Wervik. En als wij gaan weder keeren zullen wij ons niet meer erkennen, zegt dien man, al de weegen, straeten zijn al verhander en de tram loopt nog tot aan den Koelenberg en al de huizen en bosschen zijn al plat geschoten van Yper tot Dadizeele. Ge kunt peinzen wat wij nog al zullen vinden als we weeder keren.

Theofiel Vanmeenen van uit Coumont 8 oktober 1916

En nog....

Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus langs de gevel binnen gegaan maar het is niet afgebrand. En Camiel van Karel Puype is dood geschoten van de duytsche omdat hij niet wilde doen wat zij deden. Hij moeste naar Becelaere naar de kerke gaan om dynamiet te doen springen en hij wilde niet. En de hofstede van Pierre Deprez is in de lucht gesprongen. Het was een depot van munitie. En Cyriel van Soie Bulcke is ook dood, zij hebben hem moeten zere begraven op d’hofstede. Aan de kant van de Becelaerestraat staan er vele kruisen van burgers die begraven zijn en niemand weet wie daar begraven is. Het kerkhof van de Duytsche is in Bayaerts weide langs de kant van de winkel van Henri Soens)

En nog:

Wij hebben vernomen van menschen van Becelaere waarvan hun zuster te Gheluwe woont dat geheel Gheluwe, Menen, Wervik en Dadizele in Brussel toegekomen zijn. Martha en Cesarie van René Vervaecke en Martha Goemaere die gij zeker ook kent zijn dood en Sidonie Wyffels en de knechtjes van haar mans broeder zijn dood gesmeten van de bommen. En Henri Soens is ook over 8 dagen dood.

En nog:

De menschen zeggen dat wij gaan moeten vluchten hier. Den duits gaat trachten binnen te komen al Zwitserland om Frankrijk aan te komen. Om naar de Roobaert terug te keren zult gij nog wat moeten wachten want ik geloof wel dat geheel dien boel daar zal aan stukken geschoten zijn.

Er is daar een soldaat die een brief heeft ontvangen van zijn vrouw en zij schrijft dat er nog geen gebrek is van eten maar in de steden is het veel slechter, dat de menschen geen land hebben om aardappelen te planten en dat er anders geen te krijgen zijn. Er zijn hier duitsche prisonniers gekomen om bij de boeren te werken.

En nog:

Het zal voorzeker een schoone streek zijn om terug te keren, alles plat, alles verwoest, ik heb gehaperd dat er eene bom gevallen is op de Roobaert en de Sleerin is de Zuidhoek gesleerd en is blijven haperen aan Dhulsters.
















dinsdag 12 februari 2019

Bij duizenden Belgen in het departement Eure

Odile Lamaire is te werk gesteld als meestergast ( contre-maitre) in een vlasfabriek aan de Eure en schrijft deze lange brief.

Notre Dame de Vaudeuil 20 aug. 1916

" Beste vriendin,
 
Geen twijfel of ge denkt dat wij allen dood en begraven zijn doodien gij in zoolang het minste nieuws van ons ontvangen hebt. Niettemin acht ik mij gelukkig u te mogen schrijven dat wij allen in uiterste gezondheid zijn en ook zeer tevreden.              
Wij bevinden ons in de Eure. Ik ben in eene fabriek waar we vlas roten met warme water en ook zwingelen. Ik ben er wel en win ook veel geld , daarbij hebben wij een schoon huis met grooten hof en vele appelbomen. Ik ben hier 2 en half maanden alleen geweest en gezien ik het gevonden heb voor goed is Adeline, moeder en onze kleine Simonne nu over vier weken bij mij gekomen. Ge moet niet vragen hoe content zij waren nu al tesamen  
  Er zijn hier vele Belgen en allen wel, er is veel geld te winnen surtout in Rouen daar zijn er bij duizenden. Wij zijn er maar 28 km en in velo dat is maar een gedacht. Ge moet straf opletten want in Rouen verkoopen ze daar groote bruine bieren en als ge er eenige zulke drinkt ge geraakt gestraald en gaat dan slecht om weder te keeren. Maar niettemin we pakken toch ons goeste en we vagen ons botten aan de reste.
Ik heb er hier drie van Terryn's vrouwvolk die allen goed werken. Ernest Vandecapelle is hier ook met zijn ouders en Hector die onlangs van Engeland gekomen is, gereformeerd. Ze zijn nu nog met drie in de tranchées en Ernest, zijne vrouw Marie Calis is dood van den typhus met een kind van drie weken oud die nu over eenige maanden dood is in Frankrijk.                                             Flamès uit de Zuidhoek  werken ook alhier, Remi Zoole ook. Ik heb ook over eenige weken in de Seine Inférieure  geweest en daar Bostijns (uw gebuur) gevonden; Ze werken allen aan het vlas en stellen het zeer wel . Op iedre gemeente zitten hier kennissen, ook moet ge niet vragen of we hier vele bezoek hebben.                                                            
Ik heb Adeline, moeder en Simonne gaan halen naar Parijs. Ze hebben 's avonds vertrokken uit St. Omer om 4 uur en 's morgens te 6 uur aangekomen in Parijs; Armand en ik waren aan de statie en hebben nog wat tijd gehad om wat rond te lopen. Ze hebben wel hun ogen moeten open zetten.                              Verleden week heb ik eenen brief ontvangen van mijn ouders. Ze hebben de pôrtretten ontvangen van Lucien en mijn twee zusters die in Bousbecque gebleven zijn. Ze zien er gezond uit en niet te beklagen. Ge moet niet vragen als mijne ouders tevreden zijn surtout moeder die dan zooveel verdriet in had nooit geen nieuws te ontvangen. 
Alles is er zeer rustig alsook in Lincelle, Toucoing, Roubaix.Veel courage want geloof mijne ziele dat de oorlog in de eerste vijf jaar zal gedaan zijn.  Alice hoe is het met uw knechtenkop groet het voort en hoe gaat het met den vrijer ? "

maandag 11 februari 2019

Waar zou dat braaf en geestig meisje nu zitten ?

Brief van een soldatenvriend -aanbidder uit Becelaere

9  9 augustus 1916
Beste vriendin,
Na dikwijls gedenk te hebben aan u als oude kennisse en gepeinsd te hebben waar zou dat braaf en geerstig meisje nu zitten waar wij zoo dikwijls een moment geklapt en gelachen hebben wanneer wij nog in ons beminde Beselaere waren en wij nu steeds zoo lang van weg zijn, waar wij zooveel geerstige en plezierige dagen gepasseerd hebben en nu als ongelukkige rond gespreid zijn. Is dat nu geen waar, 
Alix 
Maar laat ons nog wat courage nemen, het kan toch niet blijven duren zoo eene oorlog en denk dat wij welhaast zullen mogen naar huis gaan. Alix ik denk dat gij algelijk nog altijd in volle gezondheid zijt en ook uw ouders en zusters en broeders,en zou het anders zijn met u het zou mij waarlijk verdriet aandoen;Ik heb het adres gekregen van Henri Bouckaert, het was ook de eerste maal dat ik hem zag sinds de oorlog en zo,               
Alix, geef ik mij de stoutigheid van u te schrijven die ik denk zal aangenaam zijn aan u.Alix, weet gij nog altijd als ik bij de naaimachiene zat en dat wij samen klapten en lachten en dat ik almeteens van mijn zelven viel en dat gij zoo verschoten hebt en zeggen Alix dat ik al in zooveel plaatsen geweest ben en toch ben ik er nog altijd.
Alix, ik heb ook al gebleseerd geweest gelijk gij misschien weet maar ik ben wederom al meer dan een jaar op het front. en dan is het dat dan Elie Soete dood geschoten is, de ongelukkigaard.
Waar is de tijd dat ik komen goeden avond zeggen heb naar de ( café) Sleerin en dat gij daar ook nog was .
Ik geloof dat het al is dat ik u te zeggen heb en ermede sluit ik mijn brief en geef u een warme handdruk van verre. In tussen verwacht ik van u een antwoord.
VandelannooteB116 4/III Armée Belge
En nog een andere vraagt zich af over haar Liefdesleven.
 " Le Vaudruil november 1917                                                                         En Alix, hoe is het met al uw vrijers. Gij zegt er zoo weinig en ik die daarin nog zoo curieus in zijt. Het is jammer dat wij zoverre zijn, wij zouden dikwijls er van doendig zijn. En Gerard Bogaert als hij komt vraagt altijd hoe het gaat met u. en als gij nog niet vrijt. En Capon hoe is het nog, komt hij nog naar u, mij dunkt dat hij nog den naasten is niet waar ?Uw beste vriendinne Adeline. "

Een Belgisch gesticht met 150 kinderen in St Omerr

St. Omer 23 november 1915

Beste Vrienden,

Gelijk ge op een van uw vorige brieven gevraagd heeft naar ons portret, zoo even profiteer ik er van u eene te zenden met het gedacht dat dit u zeer aangenaam wezen zal. Wat zegt ge er van en surtout van onze kleine Simonne. 

De menschen die nog woonden rond den brandhoek in Vlamertinghe zijn verleden week allen moeten vluchten, en voor mij in plaats van beteren, het verslecht

Er is hier tot Wisque een groot gesticht van Belgische kinders op 6 km van St.Omer. Ik heb gaan zien en er de twee jongste meisjes gevonden van Luise Cornette, ook twee van Gheluwe en vele van Zonnebeke. De jongens zijn daar toch zoo wel gedaan en wel gekleed. 

Mijne nichte van Gits die nonne is leert en bezorgt daar de jongens met nog 8 andere want er zijn er meer dan 150 jongens. Ik was wel verwondert van haar daar te vinden. Ik wist niet waar zij was.

Nu, de reste laat ik voor Adeline,

Uw toegenegen vriendin
Odile

Brief van soldaat piot nonkel Albert Verbeke

Nonkel Albert Verbeke uit Pourville

( 17.09.1915)
Nicht Alix, ik ben nu piot en ik heb al veel afgezien binst den oorlog maar waar ik nu ben is het goed. Ik ben nu in Pourville bij Dieppe. Met mijn broer gaat het ook nog altijd goed
Gij zegt ook dat ik niet veel moet peinzen op Marie. Ik peinze er niet veel op maar toch alle dagen ne keer en dat als ik geen soldaat had moeten zijn , ik al een jaar getrouwd was. Theofiel en Kamiel Penet zijn ook in Frankrijk. Ze zijn maar twee uren van mijn vader volgens dat mijn moeder schrijft. Theofiel is geen zoveel meer ziek daar de tabak te dier is.
Ik sluit mijn brief met mijn hand te drukken van verre en misschien zal het later weer van dichtbij zij. (

25.09.1915)

Nichte Alix,
ik zal u iets vragen als het kan zijn. Ik mag in congé gaan naar mijn huis maar ik weet nog niet wanneer en er is hier een bij mij die zou geerne meekomen naar mijn huis maar moet een certificaat hebben voor in congé te gaan. Ik heb een van mijn huis en moeste die mensch er een hebben van u, ge zou mij en hem daarmee een groot plezier doen. Hij zou ook mogen meekomen naar mijn huis en dan in het weerkeren zouden wij dan ne keer naar uw huis komen.
Nu, Alix dat is een briefke van den burgemeester dat men moet hebben dat er daar op die parochie familie of kennisse woont. Ge zoudt maar moeten vragen aan uw vader als hij dat zou willen doen voor mij. Ik zou liever met mijne maat komen dan alleen. dat is voor Jules Deman van Wervik. Hij heeft nog gewerkt bij mij aan de Leie  

Alix, het spijt mij zo lang gewacht te hebben van naar ulder te schrijven maar als ik weggegaan ben uit het hospitaal naar het front heb ik uw adres verloren. Alsd het is dat gij nog op dezelfde plaats woont zult gijder mijne brief ontvangen. Met mijne broeder Joseph gaat het nog altijd goed en in mijn huis ook.Ik heb al eens in congé geweest en peinze van in het korte nog eens te gaan. Het is alweer bijna en hij is ook geblesseerd geweest en heeft geen familie hier in Frankrijk. Nu Alix, zegt tegen uw vader als hij naar den burgemeester gaat dat hij moet zeggen dat Jules Deman familie van hem is.
Alix, ik heb een brief ontvangen van mijn broeder Joseph. Hij schrijft dat hij bij Reintje geweest is in Watou en dat het nog altijd gelijk is met den oorlog.(09.11.1915)