TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

vrijdag 26 november 2021

Ik stel het eerste klasse goed in mijn huwelijk

 Ik stel het eerste klasse goed in mijn huwelijk


Alix is gehuwd op 14 februari 1920, een jaar na het overlijden van haar broer Achiel. Wellicht was het de gewoonte om een jaar rouw te houden. In een brief (ongedateerd) aan de zusters in Vertheuil schrijft zij.


Beminde zusters,

Gij zult zeker verwondert zijn zoolang geen nieuws van mij te ontvangen, geheel de zomer is bijna voorbij zonder niet het minste nieuws te geven. Voor mij is het niet schoone zoolang wachten u geen nieuws te geven maar God weet dat ik u alle in mijn gebeden niet vergeet waar ik u nooit zult vergeten.


Beminde zusters, ik stelt het eerste klassen goed in mijn huwelijk. Ik hebt een braven man die in alles zijn vertrouwen stelt op God en waar wij samen onze Goddelijke plichten kwijten het geen mijn grootste plezier is.


Onze winkel gaat ten uiterste beste, in ons werk ook. Wij hebben deze zomer zeer veel geld gewonnen


Het leven is in België zeer kostelijk maar de daguren zijn ten oogste. Alle werkmannen winnen 250 (2,50 fr.?) te uure. Het geld heeft geen weerde. Ik denk dat dit alles niet lang meer kan duren. Allier is er soms gesproken van nog maals oorloge hetgeen mij niet zouw verwonderen.


Beminde zusters, in België is er veel gebeden maar toch is het België verslecht bij vroeger. Deze die in frankrijk  gevlucht geweest zijn  zijn al de slechste. Wij moeten bidden voor hunder.


Mijne man heeft 16 broeders en zusters waarvan er 5 gestorven zijn, schuld van de oorlog en waar allen getrouwt zijn en laaten allle kinders achter. Er blijven nog twee dochters ongetrouwt; Een die dient en de ander bij mijn schoonmoeder de  andere alle getrouwt en kinders. Zoodus zouw ik wel weten aan wie een fourrure maaken. (Nota:  heeft destijds konijnenvellen gevraagd om foururen te maken).


Beminde zuster Marie ,In mijn huis is alles goed met vader moeder Martha en Marguerite. Deze zijn alle,  in goede gezondheid en ook veel werk. Zij hebben de schoonste vruchten van Gheluwe. Al hunder land is kante en klaar.                                                                                                                            Marguerite werkt met de paarden gelijk vader. Zij is knecht te huis.                                                        Met Antoinette gaat het geheel goed, dikke en vet. Zij komt de zondag bij mij doorbrengen en somtijds in de weeke. Zij gaat naar de school. Zij heeft al twee maal in de processie en was de schoonste. Het zal eene groote feeste zijn  in Gheluwe den 2den zondag van october, een fête de la patrie en zij zult moeten het portret dragen van de gesneuvelde soldaten.


Soeur Marie, houd gij nog altijd duiven, mijne man is ook liefhebber van duiven. Het zijn voyageurs. Wij hebben al verschillige heere prijs gelukt. Wij hebben vijf koppels.

Ik heeft ook twee konijns. t’is jammer dat gij niet kunt komen. Ik zou ne keer willen dat gij het front ziet

Ik heeft ook bloemen maar ook weinig tijd om wel te bezorgen.

Wat ik het liefst zouw hebben dat gij mijne man kent…..


Vele kussen van ons alle

Albert   Alix


donderdag 25 november 2021

Afscheidsbrieven uit Vertheuil

 Afscheidsbrieven uit het klooster van Vertheuil


Wellicht in mei 1919 Alix met haar broer en zussen per trein teruggekeerd naar haar streek. 

Dit kan men uitmaken uit de brieven  van de zusters uit het klooster van  Vertheuil.


Op 16 september schrijft een zuster uit het klooster van Vertheuil:      

  

  “ Ma bonne Alice, Votre départ a fait du vide dans la maison. Surtout soeur supérieure pense et parle toujours de vous. Vous avez été contente de retourner votre cher pays, malheureusement dans un pitoyable état mais dans un temps tout s 'arrangera.

 Avez vous été à la tombe du pauvre Achille . …..

Je profite pour vous souhaiter une bonne fête de Ste Catherine et je vous envoi une image.


In een brief van soeur Gabrielle op 17 september lezen wij


“ Votre bonne et longue lettre a fait grande plaisir à toute la famille, ainsi que votre carte. C’est déjà un mois que vous nous avez quittés. Ce doit être bien pénible par moments que cette reconstitution de tout un pays devastré.. Le  bon  Dieu vous donne la santé et la résignation.


op 20 oktober schrijft een andere zuster 


“ Depuis quatre ans vous faisiez partie de la famille, notre grande fille et longtemps, bien longtemps vous nous manquerez mais pour vous  comme pour tous il faut se souvenir qu’ici bas c’est l’exil. …

Partagez avec maman, Marthe et Marguerite, sans oublier les deux chéries nos meilleures tendresses. Un bon souvenir à Papa, ses pommes de terre sont délicieuses. Merci encore.”


Op 8 november schrijft men vanuit La Gravière, een bijhuis van Vertheuil waar Alix op donderdag ging helpen; 


“ Ma bonne Alice, vous nous manquez bien le Jeudi. Nous nous étions si bien habitués à vous laisser le soin de notre ravaudage.. Nous pensons bien à vous à La Graviere aussi bien qu’à l’Hopital et il nous vient souvent à la pensée la peine que vous prenez au milieu des ruines de votre cher pays.

J’espère, ma bonne Alice,que de temps à temps vous nous écrivez quelques mots pour nous tenir au courant de ce que vous devenez.

Georges et Antoinette ont dû commencer d’ aller en classe. Les pauvres petits oublieront bien vite,la France, cela je comprend. Je crains, si l’hiver est rigoureux, que vous ne souffriez du froid dans vos baraques en bois..


dinsdag 22 juni 2021

Een staal Gilw's dialect uit de brieven

 

De brieven  zijn geschreven in het dialect en in de stijl van toen.en zoals men sprak op zijn Gilw's. Men gebruikt ook dikwijls tussenwoorden als “Nu; Alix..., en “ Gij zegt of gij vraagt “ .

Men schrijft zonder leestekens ( punten en komma’s) , kennen de regel van d-t niet  noch het verschil tussen de "g" en "ch". en de enkele of dubbele klinkers bv. “ Wij hoopen of  weederkeeren” ” .Om een betere leesbaarheid heb ik  leestekens ingevoegd. Heel dikwijls is in de datum  het jaartal omgekeerd zoals 1961 i.p.v; 1916

Ge peinst dat wij allemaal dood zijn maar ‘t is geen waar, het is een tijd die mankiert ( ontbreekt) om te schrijven.                                                                                              

  •   We hebben deze maand gedaan gehad met de bitraepen,( suikerbieten)  dat was zaterdag gepasseerd acht dagen ( verleden week zaterdag) en nu zit ik in een ander werk, ik heb nog drie dagen bij een ander boer gewerkt aan zijn bitraepen  ( bieten)

  •  ik ben woensdag 15 november poester ( boerenwerker) genoemd, Ik heb nu voor het moment 27 koeien te bestellen ( bedienen). Ik moet al doen wat er aan te doen is en ik win een schoone dageure.( dagloon) . Ge zou moeten raen ( raden) ge zou moeten veele raen. Ik zal het de naaste keer op mijne brief zetten als  ik het  juiste weet.

  •  Maurice, Ik heb onze grote kamejonk ( camion) verkocht voor 750 fr.. Had het moeten voor den oorloge zijn ik had er geen 200 fr. voor gehad. Het waren maar de achterwielen meer die geheel goed waren en het ijzer. Ik heb nog de gareel en de zwingel en het arnas ( harnas) en mijn grote basche  ( zeil) maar ik zal dat niet verkoopen. Ge wit niet waar dat zouw kunnen te passe komen .                                                 
  • Jul, ik zouw moeten ( moest ik) ene wagonk heen (hebben) voor dat g’antworde weere heed      ( heeft) ik zouw niet wachten want het zouw altermee lang duuren heer (vooraleer) wij nog nekeer ( eens) een wagonk heen.(hebben). Het is voor mij stijf ( zeer)  wel, wij zullen dan de ruze( moeite) betalen                                                              
  • Weet gij niet hoe dat die sporte in het wiel gekomen is ? ( weet je hoe dat gebeurd is ?)

  • Het is niet meer leeflijk van de dierte

  • Het zouw alligte ( binnen kort) meugen gedaan zijn.

  • Hier moet ik hele dagen in mijn bed van den doktoor maar dat hangt mijn klooten uit. 

  • Cyrielle zijn slaapmaat is ook over 14 dagen berecht geweest, ik heb gemeend dat hij ging gaan zien naar de nunnen maar den duvel wilt niet doodgaan, hij zit reeds op, hij kan smooren en vloeken en goed keppen van de affaire.

 300 lans vlas

20 gemeten vlas

Vlas slijten, roten  zwingelen,

beeten (bieten)en bitraepen ,

aale voeren in een aalput

een zwingel van de wagen,

een kartang (soort landbouw werkman),

 geen sou trekken

 Niet kooplikke, veel te diere, 

 korte patienen ( klompen),

een palto ( mantel)

een contremaitre ( onderchef)   

zijn karot ( plan) trekken

met een blessure,

Iemand kullen

tranchee

 prisoniers,

in repos komen,

de barieren (slagbomen),

couverts (dekens)

het is een bitje geleen,    

Hulder stove

Verbastardeerd

Oren afgeknezen

Wieder, gieder , gijder  , zieder   ,hulder

Smooren

Met iedele ( leege) handen

Stekkerdraad

Bescheid geven

Propretaris

troplein

 

vrijdag 4 juni 2021

Naamlijst van overleden vrienden en kennissen vermeld in de blog


In de brieven vind men heel dikwijls de laconieke mare van kennissen die overleden zijn, hetzij gesneuveld in de oorlog of verongelukt of door ziekte, bijzonder de typhus.      Soms worden ze genoem In  d bij hun "lapnaan" of met hun bijzonderheid of waar men woonde, bij wie men werkte of van wie men familie is.


Camiel  Zn van Karel Puype  -               
Cyriel van Soie Bulcke -                      
Elie Soete dood geschoten in den tranché naast zijn broer -                                                 
FFrans Desmedt van den Oosthoek -                            
Hélène Denys van bij ’t onzent  ( Molenhoek)   
 Thérèse Buyse’s kind -   
 Camiel Debeuf die te Verstraetens met de peerden ging -                                                          Victor Van Walleghem die te Rène Myttenares was -                                                               Bruno Soens en dat onnoozel kind -                                                                                           De jongste knecht van D’hulsters -     
 Charles Nuytten van de Gheluwe molenhoek -                                                                
 De zoon van Jules Zoete en Jules Delthour, dood geschoten van de Duytsche omdat hij van zijn hof niet wilde gaan -        
Paul Haverbeke en Charles Woestijn uit Becelaere en zijn vrouw ( schoonouders van Ernest dewulf) dezelfde dag begraven te Vlamertinghe -
 Isidoor Vermont  de broer van Theofiel Vermont                                                  
De moeder van Camiel Dewitte-vermont is overleden in Pontoise -     
Drie dochters van Charles Puypens zijn dood in het hospitaal in St Omer -      
 De knecht van Ingelbeens  die te vrijen ging naar de dochter van August Vannoite, van Typhus                                                                                                                           
 Alida Desmet van den  Oosthoek     en  meester Detrieu , -  
 Maurice en Elza Samijn -                                                             
 De vrouw van Camiel Samijn -     
 Marie  Calies die getrouwd is met Ernest Masschelein en haar kindje -      
De vrouw van Vanfleteren  -      
De kleermaker van Gadeines van de Molenhoek -                  
 De dochter van Jan Bechard. -    
 De man  van Marie Vanmeenen zijn broeder die getrouwd was met de dochter van Charles den timmerman -
Twee zusters van René Vervaecke, Martha en Cesarie -   
 Martha Goemaere van Terhand -   
De vrouw van Achiel Brouwers .                                   
Albert en Camil Verbeke 
 Achiel Vandamme

donderdag 13 mei 2021

Over de Roobaert

Zo werd de ouderlijke hoeve en stamcafé van Jules Vandamme
op de Molenhoek genoemd.
Op 13 juli 1917 schrijft soldaat Joseph Rosé;

" Om naar de Roobaert terug te keren zult gij nog wat moeten wachten want ik geloof wel dat geheel dien boel daar zal aan stukken geschoten zijn. "

Op 27 oktober 1918 schrijft soldaat Achiel Vandamme:

“ Ik heb naar de Roobaert (zijn thuis ) geweest maar  ik heb mij
bijna niet verkent. Van ons huis en van Jul Dewulf en daar in ‘t rond is er niets meer te zien,
geen brieke meer .Men zou niet geloven dat er daar huizen gestaan hebben.
Gij moet niet denken van weder te keren....”
Op 16 september 1918 schrijft Adeline Dewulf van uit Gheluwe:
Wij passeeren dikwijls aan de Roobaert maar alles blijft daar stil. t'Is dat die ons zeer doet. Zodus het is tijd dat gij afkomt want gij zijt bijna de laatste van den hoek
Kozijn Albert Verbeke schreef als kaarterklient op de Roobaert
Wellicht ging hij wekelijks naar de Roobaert kaarten want onderaan zijn brief schrijft hij nog spottend : "zegt tegen uw vader dat wij zullen een partie bien (kaarten) dinsdag en 3 jaar
Buurvrouw Maria Van Meenen schrijft
Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus al mijn gevel ingegaan en in uw huis uitgekoomen maar het is niet afgebrand. 

donderdag 6 mei 2021

Martha: "Och dat den goeden God onze gebeden mocht aanhooren. "


De  oorlogsbrieven brengen ons heel wat bij over de gewoonten, het leven, hun  karakters en familie relaties.

Toen de familie op de vlucht sloeg was de dochter Martha, 19 jaar oud, dienstmeid bij een rijke familie in Tourcoing en kon niet mee op de vlucht.                                                 

 Na vier jaar van mekaar gescheiden is Martha terug gevonden. In afwachting dat zij naar haar ouders in Vertheuil kan komen met haar patron, die dan in Parijs verbleef, schrijft  Martha deze brief. Daarin  vertolkt Martha niet alleen het blij weervinden van haar familie maar ook haar goeie opvoeding in onderdanigheid, dankbaarheid en Godsgeloof.                                                                

Ook elders in heel wat brieven blijkt hun  christelijke opvoeding;  zo, wellicht op verzoek van haar  moeder, vraagt Alix aan soldaat Achiel  als hij zijn Pasen heeft gehouden, aan kozijn Albert Verbeke als hij nog bidt. Heel dikwijls komt kerk en religie  ter sprake.   Als soldaat Achiel rechtstreeks schrijft naar zijn ouders eindigt hij “Geef  mij de zegen van ver ". Trouwens in hun brieven schrijven zij Vader, Moeder, Ouders met hoofdletter.

Op 10 november 1918  schrijft Martha deze lange brief  naar haar zuster .

" Tourcoing den 10 november

Beminde Alix,                                                                                                                               Het is met plijzier dat ik vandage mijne zondag ga passeeren met u een bitje te klapen van verre. Ik heb al uwe brieven ontvangen en bedank u voor al hetgeen dat gijder voor mij gedaan hebt, ook die masseurs die voor ons zoo goedt zijn.

Ik heb ook dat certificat en dat mandat van 100 fr; ontvangen en aan al uwe vragen ga ik voldooen en heb ook goed verstaan wat gij gezegt had voor mijn lijf. Ge moogt gerust zijn.

Beminde Alix, ik weet nog niet hoe dat ga gaan met dat afkomen, want wij hebben nog geen nieuws weeder gehad van mijne patroons. Ik ga u bij eenigte dagen schrijven wat zij daarvan zeggen. Gij ga mischien trieste zijn  maar mijne Ouder vooral. Want ik verlang ook zoo om hunder   al te zien. Want dienen dag gaat den schoonsten zijn van mijn leven als wij malkaar  in volle gezondheid mogen weder zien zonder te vergeten onaen broeder Achille die daar misschien  in de tranché zit om ons belgie te verlossen.

Och dat den goeden God mochte onze gebeden aanhooren  en hem sparen van alle ongelukken  en ziekten, hetgeen dat ik dagelijks vrage  in mijne heilige communie voor gijder allen ook.

Alix, wien had  dat gepeist dat onze broeder nog ging soldaat zijn van deze oorlog. Ik toch nooit. En wien had dat ook gepeist dat wij vier jaar van malkaar gingen weg zijn.  Hadden wij dat moeten weten gingen wij ook  allen dood zijn. Alzoo wij pakken eenen dag met ne keer en alzoo geraken wij aan vier jaar gepasseerd. 

Nu dat ga zeker niet lang meer duren want ze klappen dat wij in een maand gaan vrede hebben. als dat koste waar zijn dat wij onze Achille weder zien. Welk geluk voor ons en onze ouders al groote kinders om onze Ouder te helpen.

Alix, gij vraagt wat ik meest noodig hebt. Als gij wilde vragen aan moeder om mij hemden te kopen en broeks en kousen en een kleed voor den zondag. Alzoo den ander dat ik hebbe gaat zijn voor in de weke.

Alix, als gij wilde plezier doen  van naar  mijne madam Delannoy te schrijven voor haar te bedanken  voor hetgene dat zij gedaan hebt voor mij. Ge moet naar hier schrijven.  Zij gaan ton aan mijne madam geven als zij komt. En ook een voor madam Declercq want zij hebt wel voor mij gezorgt binst den oorlog.

Nu tot later, aanvaart van mij mijne beste groeten.

Uw toegenegen zuster Martha


zondag 2 mei 2021

Soldaat kozijn Albert Verbeke van uit Pourville

 Uit de oorlogsbrieven naar mijn moeder blijkt dat er in haar familie heel wat oud strijders waren: haar broer Achiel Vandamme en kozijn Jules Vandamme, zoon van haar nonkel August, eveneens haar nonkel Kamiel Dewitte en de gebroeders Kamiel, Joseph en Albert Verbeke, kozijns langs haar moeders kant. 

( klik op Achiel Vandamme  en Albert Verbeke voor stamboom)

 Van kozijn Albert Verbeke zijn enkele brieven  bewaard . Op 17 september 1915 schreef hij van uit het Depot des convalescents in Pourville waarbij hij laat weten dat zijn broer naast hem dood geschoten is.

"Nichte Alix, daar ik vandaag uw adres ontvangen heb van mijne maat Cyriel Capon kom ik u eenige woorden te sturen. Ik ben piot en heb al veel afgezien binst den oorlog maar waar ik nu ben is het goed. Ik ben nu in Pourville in een schoon kasteel en het is daar goed maar het was beter thuis .

Nu nichte Alix, ik weet niet als gij het al weet dat mijn broeder Kamiel dood is. Hij is dood geschoten in het mei maand nevent mij en dat was maar geel trieste voor mij. Maar ik koste er toch niet aan doen. Hij was met den slag dood. 

En dan een maand later ben ik geblesseert geweest aan mijne voet en het is nu het 3e ospitaal waar ik nu ben en kan nog maar slegt gaan.

Nu Alix het zijn er daar nog kennisse waar ik ben. Het is Odiel Talpe en Jules Dewulf en ik ben daar ook dikwijls bij Victoor en Remi Verschaeve. Zij zijn ook soldaat en zijn daar maar een alf uur van waar ik ben. En 4 uuren van daar woont Robet Myttenaere. En Karel Capon is daar ook.

Met mijn broeder Joseph gaat het ook nog altijd goed. Doet de koplermenten aan uw ouders en al de kenissen van ons dorpke."

Na een brief ontvangen te hebben van Alix schrijft hij op 24 september:

" Geachte Nicht alix,

Gij schrijft mij dat gijder bijna tenden Frankrijk zijt en dat gijder daar allen zeer wel zijt het geen mij plijzier doet. Mijne ouders zijn ook in Frankrijk. Zij zijn bijkan aan de frontieren van Spanje. Het is maar een provinsi meer tussen. het is in departement Gers dat zij zijn en dat dorp heet La Louvetal.

Nichte , gij zegt dat ik niet veel moet pijzen op Marie. Ik pijze niet veel op ook maar toch alle dag ne keer en dat ik het moeten weten dak geen moeten soldaat zijn k had toch zeker al een jaar getrouw geweest

Nu nichte Alix, ik denk ook nog dikwijls aan die schoone zondagen dat wij in den Roobaard zaten en ons al te zamen goed amezeerden en nu is alles gedaan maar ik geef toch nog den moet niet verloren.

Wellicht ging hij wekelijks naar de Roobaert kaarten want onderaan zijn brief schrijft hij nog ironisch : "zegt tegen uw vader dat wij zullen een partie bien (kaarten) dinsdag en 3 jaar "

Een jaar later op 24 september 1916 schrijft hij van op het front na 9 maanden revalidatie als gekwetste met melding van gesneuvelde kennissen:

" Alix, het spijt mij van zoo lang gewacht te hebben van naar under te schrijven maar het is mijn volte (wil) niet. Als ik weg gegaan ben uit het ospitaal om naar het front te gaan ben ik uw adres verloren en nu zie ik ier op al mijn brieven en vind het daar terug. Het is al weer bijna een jaar dat ik op het front ben. Ik heb 9 maanden in het Ospitaal geweest. 

Met mijne broeder Jozeph gaat het ook nog altijd goed en in mijn huis ook.

kweet nog eenige woorden nieuws. Misschien dat gij het ook al weet maar het is geen goed. Het is dat Camiel Debeuf die te Vertraetes met de peerden ging ook dood is en Victor Vanwalleghem die te Reine Myttenaars was ook. En ook nog twee jongelingen van onze parochie.

De koplementen aan uw vader en moeder en binnen weinige jaaren zijn wij weer op den Meulenhoek."

Den 28e februari 1917 schrijft hij van uit den tranchee in Boezinghe waar hij nu afgelost is:

"Alix, gij vraagt op uw laatste brief als ik nog al te mee ne keer lees (bid). Ja Nichte, ik lees nog alle dagen. Ik heb het nog niet vergeten"

Den 9 september 1918 is Albert gesneuveld nabij  Adinkerke

Nota

O

Oudstrijder Camiel Cyriel Verbeke                                                                                              soldaat oorlogsvrijwilliger nr 101/60571, ° Geluwe 28/02/1895, fs. Ludovicus Camillus x Syx Marie Adele,                                                                                                                  1914 1ste linie reg. 4de Cie/IV bon, 26/05/1915 + Kaaskerke omgeving Dodengang, Minoterie Petroleumtanks (+) Kaaskerke, 

In 1924 werd hij begraven op het kerkhof van De Panne

De Belgische militaire begraafplaats van De Panne is een militaire begraafplaats van de Eerste Wereldoorlog in de Belgische kustplaats De Panne. Deze Belgische militaire begraafplaats telt meer dan 3.700 graven en is daarmee de grootste begraafplaats met Belgische gesneuvelden. De begraafplaats ligt naast de gemeentelijke begraafplaats van De Panne en heeft een rechthoekige vorm met een oppervlakte van 270 are.

In De Panne was vanaf december 1914 in hotel L'Océan een hospitaal van het Belgische Rode Kruis ingericht, dat bleef dienstdoen tot oktober 1919. Reeds in de oorlog zou deze begraafplaats aangelegd zijn in de duinen. Rond 1920 lagen hier ruim 1.400 Belgische graven. In de jaren 1920 werd de begraafplaats uitgebreid met gesneuvelden die werden verzameld uit onder meer VeurneBooitshoekeKaaskerkeOostkerkeSint-JacobskapelleSint-RijkersWestvleteren en Beveren en werden er officiële Belgische grafstenen geplaatst

"

donderdag 29 april 2021

Den schoonen dag zal zeker ook wel komen"


TTwee jaar lang schreef soldaat Achiel Vandamme bijna dagelijks aar zijn zus Alix.   Doch nu den oorlog gedaan is verloopt de briefwisseling onregelmatig.                   Sedert december 1918 zijn er maar  een zestal brieven  bewaard deels door een onregelmatige ontvangst of  nu de oorlog voorbij is, het gedacht " geen nieuws is goed nieuws".


0  Op 4 december 1918 schrijft hij van uit Gent,                                                                            " ... het was 14 dagen dat wij geen brieven gehad hebben en wij moesten niet schrijven, de brieven vertrokken niet en zoo wat avans van te schrijven als alle brieven blijven hangen. 

Nu alice, wij vertrekken bij eenige dagen naar duitschland. Dat zal iets zijn als wij daar zullen toekomen maar ik geloof niet dat den oorlog gedaan is want er zit noch iets onder dat ze niet kenbaar maken. Nu dat is wat dat wilt, belgie is liber.”


oDen  12/12/18   schrijft hij  

 " ik kom juist 3 brieven te ontvangen, een van 29 en den 30e van de 11e maand en van den 4e december. Gij zegt dat het een alf maand is dat gij van mij geen  nieuws gehad heeft een alf  maand kan niet zijn of de brieven zijn achter gebleven. Maar ik heb in 8 dagen niet geschreven daar ik in conge was bij nonkel August. Als ik eerder in de batterie gekomen ben heb ik het sanderendaags geschreven.

Gij zegt dat gijder staat om zot te komen. Ge moet nu op mij niet meer denken, er zal niets meer gebeuren, den oorlog is nu gedaan en het is toch ook niet noodig dat men  alle dage schrijft nu tegenwoordig. Nietwaar, want hier waar we nu zijn is alles vele dierder dan bachten de kupe. 

Ieder keer dat ik schrijf is het  nu 1fr of 2 voor 5 blaten en 5 enveloppen is het ne 1 f 25. Zoo als men ne keer of 2 in een week schrijf is het voor het minste 5 naar 6 fr per week. Zoo zie ne keer, zoo het is niet om de zot te houden met papier, niet waar Alice


 Op 14 december meldt hij :

“ "Maria Vanhaverbeke is dood seder een maand of twee. Zij is ziek gevallen en is dood op 3 dagen. Zij zijn daar toch al jong gestorven nietwaar, maar er is niets aan te doen.”


µOp 17 december 1918  laat hij schrijft hij:

Ik heb mij ne keer laten trekken in gent in grand tenu en ik vind dat ik schoone getrokken ben . ' k zal er een insteken.Zie foto hiernaast

Gent den 20december 1918 

Nu alice dat is een brief dat ik u meegeeft aan eene cameraad tot tegen Bordeaux . Ge moet zien als Martha thuis komt dat gij met haar naar den burgemeester gaat achter een certifikaat voor mij en doen daarop zetten dat Martha afgekomen is van duitschland en dat het meer dan 4 jaar is dat ik haar niet meer gezien heb en alzoo zouw ik nog voor nieuwjaar kunnen thuis zijn. Ge moet geld zenden want het zouw kunnen gebeuren dat wij moeten onze route betalen. Zoo ge moet maar geld genoeg zenden want ge moet ook weten dat het bijna een jaar is dat ik u allen niet meer gezien heb en ik verlang ook ne keer omt e samen te kunnen klappen en lachen.".

Gent 24/12/18  NIEUWJAARSWENS           

"Ik kom u een goed en gelukkig nieuwjaar te wenschen, wel te hopen dat wij in het jaar 1919 allen bij elkaar zullen zijn. Het is nu algelijk een verandering bij over jaar. Nu is Martha thuis gekomen en we moeten niet meer vechten. Men mag nu gerust gaan slapen. Vroeger moest men altijd aan iemand denken.

 Den schoonen dag zal zeker ook wel komen in het jaar 19 dat ik zal mogen van den troep afgaan. Wat eenen schoonen dag zal dat zijn voor ons allen wij wederom mogen te zamen een nieuw leven uitoefenen.

Op 2januari laat hij weten dat hij veranderd is van batterie

  Antwerpen 2/1/1019   “ Ik heb goed uwen brief ontvangen van den morgen waarin ik mijn nieuwjaar vint zoo ook het certifikaat.. Ik bedank u voor uw goedheid.

Nu Alice, ik moet u laten weten als dat ik verandert ben van batterie. Zoo gij moet opletten als gij schrijft. Het adres staat van boven op den brief. Achille Vandamme 3 batterie 5 Groupe 2 R.A.L - Anvers “


   Een maand later schrijft hij het relaas van zijn bezoek aan de familie in Lauwe

Antwerpen, den 2 februari 1919  

  Ik ben goed aangekomen in mijne batterie maar veel kouwde geleden in Tourcoing.                                                                                                                                                                   Bij Lucie heb ik het goed gesteld. Gij kend ze ook wel, gij moet niet vragen of  als zij gevraagt en getaald . Ik heb haar den pak scocolat gegeven voor haar nieuwjaar want ik wiste niet wat geven en zij was toch zoo content.

Ik heb daar wel gelachen met die Augusta dat is een meisje die zouw geerne verkeren want het is zot van een knecht en ik heb er nog al mede gelachen. ge moet het geloven dat de tijd mij niet tegenstak.                                                                                         

En van daar ben ik naar Lauwe geweest en ik heb daar ook goed ontvangen geweest en ik wist niet waar eerst zien dat ze allen zoo zere klapten en al te gaar. Wel wel daar is ne mensch algelijk goed ontvangen.                                                                                

Nu ik heb een brief ontvangen van onckel Camiel met een portret van Achille en een van Remie. Zij zijn nog redelijk getrokken. Ik heb ook nog een brief gehad van Capon en volgens dat het schijnt zouw zijn zuster maar op 4 uren van hier zijn. Zoo ik zal zeere ne keer schrijven en dan gaan.

Vele coplementen aan geheel de famille van uwen toegenegen broeder Achille.“

Dramatisch , nog geen twee weken later is hij overleden, naar men zegde, ten gevolge van de Thyphus of Spaanse griep.

 Hij overleed op 13 februari zoals  op zijn bidprentje staat 

“ Op het ogenblik dat hij de zoete hoop mocht koesteren weldra zijn geboortegrond en de geliefden, vader en moeder, broeders en zusters en bloedverwanten weder te zien, is hij

 

 

vrijdag 23 april 2021

Nieuws van Nonkel Camiel in Villers-en plaine ( Deux- Sèvres)

    CamCamiel Dewitte (1) Vermont was mijn groot-oom nl. de schoonbroer van mijn grootvader langs zijn eerste vrouw Sylvia Dewitte. Voor mijn moeder Alix Vandamme was hij haar nonkel.

Camiel Dewitte.schreef negelmatig naar  Alix   van uit Villers en Plaine waar hij sedert mei 1914  gevlucht was.

Villiers-en-Plaine is een gemeente in het Franse departement Deux-Sèvres (regio Nouvelle-Aquitaine) en telt rond de 1200 inwoners. 

Hij schrijft hoe het dorpje er uit zag , over het  boerenleven daar, over zijn familie: zijn dochtertje Elisabeth, zijn overleden familie en  gekwetste broeder

Zo schrijft hij op 11.11. 1916 

 “ Met een overgroote vreugde en genegenheid kom ik de pen in mijn hand te nemen om u onze blijdschap te laten weten dat wij hulder gevonden hebben en zoo dikwijls gezeid waar zouden zij zijn.

Wij zijn Frankrijk gekomen den tweeden mei 1914 als wij uit Ieper gebombardeerd  waren. en rechtuit werk gekregen bij den boer. Wij wonen in een grote hofstede en wij hebben driehonderd lans land aan 10 fr. de maand maar wij zijn met twee ménages dat is elk 5fr.

 Mijn zuster Elodie en haar man en kinders zijn bij ons. Sedert wij weg zijn uit ons huis hebben we altijd tegare geweest.

.Alix, gij vraagt welke streek het is. Het is al tarwe, haver en klaver in den winter. De koeien en paarden hebben niets anders dan bieten en hooi om te eten.

Het is aardig om te zien mest voeren en werken met de paarden op het land maar nooit geen aale voeren. Er is geen aalput op geheel de parochie

Camiel en Achiel gaan hele dagen met de ossen en Remi  is ook bij den boer maar hij is nog geen kartang.

 Er is nooit geen mannenvolk in de kerk of Belgsche en Belsch vrouwvolk en een handsvol oude wijven.

Alice, wij zijn nog korieus waar Gusten Vandamme is , hij is seker te Geluwe gebleven.

Onze Henri die in Terhand woonde is daar ook gebleven. Het zijn zeker al Duitschmans. Ik heb ne keer hulder adres gevraagd aan Richard Durnez en nooit geantwoord.”

De complimenten van ons allen en bijzonder aan Marguerite van haar peter. Zij gaat hem niet meer kennen. Zijn haar is witter dan het papier. Ik weet niet als zij de jongens nog ,gaat kennen. Zij zijn stif verandert.

Maar wij hebben nog een Elisabeth en zij is te jong om zoo ver mee te komen met twee knechtjongens. Zij isq een jaar oud en ze loopt alleene. Het is een goede franseese.

Maar ja onze Marie is in de Gironde. Haar adres Richard Dewitte refugie Belge Ulzeste ( Gironde).

 29.11.1916

 Ik heb ene brief gehad van Theophiel Nuytten en er stond er op dat Richard Durnez getrouwd was “

 Op 5 april 1917

 “ Beminde  Neef

Gij vraagt hoe het is met mijn broeder  Cyriel. Hij is in een deerlijken staat. Hij is zijn rechter oog kwijt en waarschijnlijk zijn linker arm. Wij weten nog niet juist...

Ik sluit met een zaligen hoogdag van Paaaschen en de complimenten van ons alleen en van Pierre Claeys en vrouw. Zij werken ook bij den boer en zijn dochter ook.”

 Den 10 juni 1917 schrijft hij:

“ Het eerst dat ik u moet laaten weeten is het droevig nieuws van onze oude moeder. Zij is overleden te Pontoise en het verdriet is voor ons toch zo groot. Het is 100 uren van ons huis en wij hebben nooit kunnen gaan om te bezoeken en moeder  en heeft nooit kunnnen vertransporteert zijn omdat zij zoo oud was. En sedert dat zij in Frankrijk was altijd ziek geweest. Maar wij hebben dikwijls weg en weer geschreven en haar geld gezonden. Zij heeft algelijk niet te kort gehad.”

Op 6 juli 1917 schrijft hij

Beste  Neef,

Ik ben nieuwsgierig om te weten als Achiel weg is ( naar het leger). Al 't onzens waar wij nu zijn, zijn de Belgen van dat jaar weg. Als het aldaar ook zo is dat zij , van 16 tot 60, hunder moeten aangeven Zondag en wij weten niet waarvoor. Achiel ( zijn zoon) moet er ook naartoe. Het is stijf noodig dat dienen vreeden oorlog eindigt want ze zouden ze er nog allemaal inwikkelen.

Alix gij vraagt hoe het is met mijn broeder Cyriel. Hij is al lang uit hert hospitaal maar zijn arm  heeft veel miserie voor te genezen en zijn rechter oog is uit.

Gij vraagt ook achter Camiel Durnez-Claeys. Zij verblijven in Caester in het Noorden  met het jongste meisje van mijn zuster.”

Den tweeden januari 1918 schrijft men dat hun zoon Achiel 16 jaar wordt.:

 “ Zeer beminde Neef en familie, gij schrijft dat Achiel in conge gekomen heeft en snel en gezond is. Gijder zit in verdriet maar nog een jaar het is hetzelve met ons. Onzen Achiel moet er ook naartoe in het jaar en het gaat zoo zeere komen waar achter dat gij niet verlangt. Het is rechtuit.

En verder:

 “ Beste neef ik moet u nog het droevig nieuws melden dat onzen broeder Isidoor Vermont- Vanrobaeys dood is na zes manden ziek te zijn en ook gansch alleen zonder vrienden of kennissen. Welk een verdiet met dienen oorlog.

 Op 22 maart 1918at men weten dat Martha Vermont van de platse van Becelaere trouwt met een soldaat van Zewezele.

 In juni 1918 schrijft men:

  “ Gij vraagt achter de oude van Elisabeth. Zij is drie jaar als het october is en ze groeit gelijk een kool.

 Verder: Complimenten aan uwen vader en moeder. Wij zijn toch zoo content dat gijder een goede moeder heeft. Gij moet ze altijd geeren zien. En uw zusterke en broerke is zeker ook al groot.”

2 mei 1919

 

Ik heb gezien dat het niet te goed gaat met Martha. ( wegens  het overlijden van haar broer Achiel)Zij moet doen wat ze kan om dat een weinig uit haar gedacht te steken. Wij voelen het al, het is zo een groot verdriet. Maar heden wij en morgen gij. 

 

 Wie weet hoe lang dat wij nog te goed hebben. De dood is gelijk een dief in de nacht. Wij zijn zeer tevreden van zo een schone gedachtenis te hebben. Beminde neef, heb gij een gedachtenis van uw moeder. Ik had deze allemaal mee tot Ieper en wij hebben ons huis moeten achterlaten en alles wat wij hadden is achtergebleven.

Gij zegt dat Buyssens weg zijn en daar wel zijn. Hebt gij een gedacht van aldaar te gaan. Dat is niet ver van hun oude woning. Zij zouden zeker wel een huis vinden voor u. Den een gaat moeten den ander naar de streke trekken als de burgemeester niet achter zijn volk gaat kijken. Oftewel gaat gijder weer wachten achter de Roobaert. Wij zouden toch zo geerne achter de winter vertrekken. Maar als het zo is op Becelaere, het zal zeker de moeite kosten. Bayart zal zeker naar Becelaere gaan als al de andere parochie herstelt zijn om dan weer in de top te zitten. Maar de menschen gaan zeker zo dom niet meer zijn gelijk voor den oorlog.

 Nota: klik ostamboom - 

Camiel Dewitte ( geb 5 nov 1873 – geh. met Sylvie Vermont geb.1883, Zn van Joseph Dewitte en Juliana Verbeke) . Er ware,n twee zoons w.o. Achiel en een dochter Elisabeth ( geb 1915)Hij is de broer van Sylvia Dewitte , ecthg. Jules Vandamme en moeder van Alix.                                                                            De andere broers en zusters zijn:                Achiel, Elodie, Cyriel en Richard.        Richard Dewitte (1875-1952) was gehuwd met MariaTheresia  Vermont met als kinders Camiel ( 1907-1964) Laura ( 1910-1979) en Zoé ( 1913-2000)