Zo werd de ouderlijke hoeve en stamcafé van Jules Vandamme
op de Molenhoek genoemd.
Op 13 juli 1917 schrijft soldaat Joseph Rosé;
" Om naar de Roobaert terug te keren zult gij nog wat moeten wachten want ik geloof wel dat geheel dien boel daar zal aan stukken geschoten zijn. "
Op 27 oktober 1918 schrijft soldaat Achiel Vandamme:
“ Ik heb naar de Roobaert (zijn thuis ) geweest maar ik heb mij
bijna niet verkent. Van ons huis en van Jul Dewulf en daar in ‘t rond is er niets meer te zien,
geen brieke meer .Men zou niet geloven dat er daar huizen gestaan hebben.
Gij moet niet denken van weder te keren....”
Op 16 september 1918 schrijft Adeline Dewulf van uit Gheluwe:
Wij passeeren dikwijls aan de Roobaert maar alles blijft daar stil. t'Is dat die ons zeer doet. Zodus het is tijd dat gij afkomt want gij zijt bijna de laatste van den hoek
Kozijn Albert Verbeke schreef als kaarterklient op de Roobaert
Wellicht ging hij wekelijks naar de Roobaert kaarten want onderaan zijn brief schrijft hij nog spottend : "zegt tegen uw vader dat wij zullen een partie bien (kaarten) dinsdag en 3 jaar Buurvrouw Maria Van Meenen schrijft
Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus al mijn gevel ingegaan en in uw huis uitgekoomen maar het is niet afgebrand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten