TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

zaterdag 30 januari 2021

Nieuws van bekenden in Krombeke

 Maisons Lafitte 12 augustus 1917

Beste vriendinne,

Ik kom u een portret te zenden die ik doen trekken hebben binst dat Theophiel in conge was en ik zend u een maar wij zijn niet schoon getrokken. Gij moet ons goed bezien en uw gedacht zeggen. Ik ben erg vermagerd en Theophiel is ook niet vet.

Theophiel is nu bij de transpoort van de auto's.                                                                               Hij is bijna altijd in Crombeke en Clement Gekiere is ook soldaat van over een maand. Hij is in Granville Manche. Hij is maar 20 uren van uw broeder. 

Theopphiel is bij Marie Vervaecke geweest en zij moeten al weg van Crombeke en al de omstreeken.

En de vrouw van Jules Dewulf is tog zoo mager dat men haar niet meer zouw verkennen. En Adeline en Emelie gaan om te wasschen voor de hopital en de man van Marie Vervaecke peinst van ook nog te moeten gaan soldaat zijn. Zij hebben al drie kinders.

Broer Achiel Vandamme opgeroepen in het leger.

 

Soldaat Achiel Vandamme

Als landbouwerszoon op de hoeve “De Roobaert” was hij de broer van mijn moeder. Op 15 jarige leeftijd werd hij te werk gesteld als leerling bakkersgast.
 Tijdens de oorlog 14-18 vluchtte hij  met zijn ouders naar Frankrijk. Zij verbleven er op een kasteelhoeve in Vertheuil terwijl hij in Bordeaux werkte in een bakkerij. 
Bijna dagelijks schrijft hij naar zijn zus waarvan bijna tweehonderd brieven bewaard zijn.

 Op 17 oktober 1916 laat hij weten dat hij aangekomen is in de bakkerij in Bordeaux bij Mme Segin, Rue Achard 207.
 Op 22 december verandert hij van slaapplaats om nader bij zijn werk te zijn bij Mme Ghaby, 43 Rue la fautrie de Montbadon in Bordeaux.

Later van uit Honfleur op 8 november 1917 vraagt hij naar zijn “liedje en zijn boekje van de vergadering van de bakkers terwijl een bakker uit zijn streek hem schreef hem om een plaats te zoeken in een bakkerij.

Op 8 juni 1917 schrijft hij van uit Bordeaux dat het in de
 bakkerij zeer slecht gaat.     

“ Het brood hier is zwarter dan den oven en wij doen minder brood. Wij deden vroeger 5 of 6 ovens en nu zijn het er 3 of 4. Het is precies of dat men geen bloem kan krijgen. 
Voordien won ik 5 of 6 fr. daags en nu 3 of 4 fr. juist genoeg om te eten. Maar ik leer nog altijd voort en als wij thuis waren moest men geld toe geven om een ambacht te leren. Nu, men mag niet klagen want er zijn veel mensen die slechter zijn dan wij."

Op 1 juli 1917 werd hij opgeroepen in het leger en wordt hij gekazerneerd in het opleidingskamp in Honfleur. ”.

 Op 2 juli schrijft hij dat hij in Honfleur toegekomen is en geeft zijn adres op: Achille Vandamme CJ no 2/5 Compagnie – Honfleur

Op 6 juli schrijft hij :

 “Ik moet u ook zeggen dat wij ons witte brood eerst gegeten hebben. Die hier zijn zonder geld,  zijn niet gelukkig.                                                                                                         Wij moeten vele marschen doen. Wij hebben al onze kleren en onze wapens en morgen moeten wij om 9 uur een bad nemen in de zee.                                                                       Wij moeten ’s morgens om 5 uur op en om 6 uur hebben wij onze koffie en ’s middag een weinig aardappelen en een weinig vlees en ’s avonds een weinig rijst.”

" Het eten is wel goed is voor de zwijns, geen boter op het brood en wijn van de pompe, er is maar één ding dat goed is en dat is het brood is alle dagen vers.”


vrijdag 29 januari 2021

Vluchtelingengeld en soldij

 

Lange tijd kon haar broer Achiel geen soldij of een tussenkomst van het ministerie trekken. Zo schreef hij herhaaldelijk om aan te dringen  en te zorgen dat hij soldij kon trekken.

Honfleur 3 Août 1917
Alix, gijder  moet schrijven naar de minister van oorlog naar haver ( Le Havre) om te trekken voor mij. De capitaine heeft het ons gezegd,.  gijder moet 1,25 fr trekken voor mij

Honfleur 31 Août 1917   “ … Gij zegt mij ook dat gijder niets meer en trekt voor mij. Het is al lang dat ik u gezegt hebt dat gij moeste schrijven naar den minister van oorlog voor te trekken. Gij moet maar doen schrijven in het kasteel want zij zijn daar goed geleerd. Want hier de soldaten trekken allen in haar huis 1,25 fr. daags. Wijder trekken hier 2 fr. te weke in de kazerne.”
Honfleur le 15-9-1917  “ Beminde zuster, nu gij zegt dat wij  niet kunnen trekken voor mij. Schrijf maar naar de minister en ge zult trekken  gelijk een ander. De ander trekken wel. Zij trekken hier bijna al. Had gij geschreven, gij ging trekken.”

Honfleur 1710/1917  “ Nu Alice, ik heb al dikwijls gevraagt als gij nu al trekt voor mij. Heb gij al geschreven naar den minister van oorlog. Gij hebt daarvan nog niet gesproken en ik heb toch dikwijls gevraagt.”

Op 1 oktober 1917 schrijft Maria Vanmeenen van uit Maisons Lafitte

Beste vriendinne Alix,

Gij komt mij te vragen op uwen brief als wij nog al trekken. Van mij kunnen zij niet aftrekken omdat het militair geld is maar van al de anderen waar dat er zijn die werken is er niemant meer die vluchtelingengeld heeft en waar dat er nog niemant werkt trekken zij nu 1fr. voor ieder kind en 1,50fr voor de vrouw.                                                                                         Beste vriendinbne gijder heeft recht aan geld voor uwen broeder. Voor huisvesting te vragen, ik trekke 40 fr. huisvesting voor mij en de kinders. Ik weet niet wat gijder zult trekken voor uwen broeder maar gij heeft er toch recht op.                                                                       Schrijf hier op deez adres die achter de brief staat. Gij mag niet zeggen dat gijder veel geld wint.                                                                                                                                             Als gijder geschreeven heeft zult gij een papier weeder hebben om in te vullen in het vlamsch en dan moet gijder naar den burgemeester gaan om zijn handteeken er op te zetten en hoeveel inwoners er zijn op de parochie want hoe grooter het dorp is hoe meer gijder geld zuld hebben. Het adres van uwe broeder mioet gij er ook op zetten.

Maria Vanmeenen

Het adres: Gouvernement Belgie

 Mr Ministre de l' interieur 4, 

Place Frederic Sauvage - 

Seine Inférieure


Op 23 oktober 1917 van uit Villiers schrijft Nonkel Camiel Dewitte

Beminde Neef,

Om te vertellen van het vluchtelingengeld. De groote trekken 150 fr. en de jongens 1fr per dag, al die op de parochie zijn maar wij zijn maar met 17 vluchtelingen.

donderdag 28 januari 2021

Verbrand in de fabriek en druk met naaien en kant klossen.

 Villiers en plain 16 sept 1917


Beminde neef,

Alix, bedankt voor hetgeen gij mij gezonden heeft. Het is juist van passe lang maar de schouders zijn niet te vol en is juiste. Gij zegt dat gij altijd verlaan ( bezig) zijt maar wijder ook met voor 5 wasschen, stoppen en naaien en onze ooren afkniezen voor kant te maken. Ik en mijn zuster hebben al zoo veel kant gemaakt voor rijke damen.

Alix ik moet ook nog het droevig nieuws medelen van mijn broeder Cyriel waarvan gijder ons adres gehad heeft. Hij werkt in ene fabriek en is zoo verbrant dat hij in zoo ene slegten staat is dat zij het niet juist durven zeggen. Het is maandag gebeurd. Wij hebben een gedacht dat hij dood is. En nu de treins zijn altijd zoo lang op weg dat het blijft duren voor dat men bescheid (nieuws) is.

Vele complimenten aan uw vader en moeder zusters en broeders dat het zoo triestig is als er iets apert ( gebeurt) in de familie. dat wij nooit ne keer kunnen gaan bezoeken met dienen vreden oorlog. Dat wij al zoo verre van malkaar moeten gescheiden zijn.

Uwe toegenegen noncle en tante 

Camiel Dewitte Vermont 

Trein met 150 Belgische soldaten gebombardeerd

 Maisons Lafitte 16 sept. 1917,

Beste vriendinne Alix,

Theopphiel is bij de boer voor te werken. Hij heeft een brave luitenant en hij heeft moohen gaan werken bij den boer om de oogst af te pikken en hij wint nog wel geld.

Woensdag avont is ene trein met belgsche soldaten gebombardeerd geweest die in congee kommen. Er zijn 150 dooden en gekwetsten. Het is gebeurt tegen Dunkerke. Wij hooren niet anders zeggen of dat het verslecht.

Beste vriendinne wij mogen kontent zijn dat wij gevlucht zijn want al de menschen van Gheluwe en omliggende dorpen zijn moeten weg gaan al de kant van luksemburg. Wij hebben dat gezien in de gazette.

En waar wij werken is er woensdag een man in de machiene gedraait geweest en in drie minuten was hij dood. Wij hebben tog zoo verschooten.

Tot een bitje later en doet de groote complimenten aan uw ouders.

Maria Vanmeenen    

woensdag 27 januari 2021

Naar Lourdes en een hint om zus Martha te vinden.

 

Eind juli 1917 is mijn moeder Alix naar Lourdes gereisd en daar kennis gemaakt met een dame en heer die haar bruikbare tips kon geven om haar zuster Martha terug te vinden.

Op 20 juli 1917 werd een attest of soort visum afgeleverd om naar Lourdes te reizen.

In een kladbrief in het Nederlands wellicht om te doen vertalen schreef Alix

Mijnheer,

Ik ben geheel tevreden over mijn reis naar Lourdes en hoop wel dat den goeden God mij zult toelaten nog terug te keeren want den tijd was te kort om wel te zijn.

 Ik heeft ook uw groeten afgelegt aan madame en meneer waarvoor zij veel spijt hadden dat gij niet heeft kunnen komen.

Wij wachten naar antwoorden op het adres die gij mij gegeven heeft om mijn liefste zuster te vinden. Dan zouw ik mogen zeggen dat het gij is die ons uit het verdriet geholpen heeft. Daarvoor mag ik niet nalaten u duizend maal te danken voor de goedheid die gij gehad heeft en vergeef mij enige stoutigheid u aan te spreeken. Had ik nooit naar Lourdes geweest ik had ik nooit dat geluk gehad u te kennen.

In een andere brief schrijft zij.

Mijnheer,

Ik heeft ben in de gezondheid uw brief van de 28st dezer ontvangen hetgeen mij groot plijzier doet. Ter zelver tijde ontvang ik ene brief van deze dame van Nice die gij de goedheid gehad heeft haar adres te geven. Voor het oogenblik kon zij mij maar weinig nieuws geven. Zij kende eene dame die dezelfde naam draagt van mijn zuster maar weet niet of het dezelfde is. Zij raad ons aan om naar Evian te schrijven of naar Parijs naar het Comité de Réfuges om te weten als het  mijn zuster is want deze dame weet ongelukkiglijk het adres niet maar weet dat zij in frankrijk liber is. Nu heeft deze brave madame die met mij in Lourdes was donderdag den 30st geschreven naar de Ministre de défense in Parijs.


*op4 augustus 1917 schrijft haar broer uit Honfleur dat hij van uit Lourdes een kaart ontvangen heeft

*op6 september bedankt vriendin Maria Vanmeenen haar voor de schoone medaille die zij heeft ontvangen die zij bij het scapulier van haar kinders gedaan heeft

*in november schrijft Adeline Lamaire haar:Ik heb gepeinst dat gij ging schrijven al gij ging terug zijn van uw schoone reize naar Lourdes hoe gij het gestelt heeft. Maar nooit niet gij zijt maar lui. Gij peist zeeker op andere dingen...

*en 13 oktober schrijft haar neef  Camiel Dewitte: Hertelijke dank voor uw schoonen souvenier voor de kleine. Ik zou daar ook willen gaan maar wij gaan daar nooit geraken. Het heeft daar nooit geen bedevaart uitgegaan bovendien zij weeten niet wat het is van de misse. Het zijn nooit maar de belgsche mannemenschen in de kerk te zien.

Brief van de dame uit Nice


Artikel over Lourdes in On Vlaanderen 1916


dinsdag 26 januari 2021

Theophiel bij het peerdevolk en Maria in de obussenfabriek

 Maisons Lafitte 7 juli 1917

Beste vriendinne Alix,

Ik hebbe met grootte vreugde uwen brief ontvangen juist binst dat Theophiel ingekoomen was voor 9 dagen in congé. Hij peinsde dat hij ging moogen naar huis koomen voor twee maanden maar hij is bij het peerdevolk bij de kooktransport. Dat is om met eeten naar het front te gaan. Hij heeft twee peerden. Hij staat geheel in het nieuwe.

Beste vriendinne, als hij mag het geluk hebben van gezond door den oorlog te geraken, gijder zuld hem bijna niet meer erkennen dat hij zoo verzwaarst is.

Beste vriendinne, ik zie dat gij nu  nieuws gehad heeft van den koning van Espagne. Ik zouw tog zoo kontent zijn dadde zij mochte uitkoomen.  t'Is gelijk of dat het zouw mijn zuster zijn.

En nu oover 14 dagen hebben wij al te samen geweest. Martha heeft ook gekoomen en Theophiel was thuis. Wij hebben nu een keer te samen geweest van oover drie jaar als het sinksen was. En Martha woont nu tegen Parijs met hare moeder.

Beste vriendinne, ik laat u ook nog weeten dat Louise Bulkaen overleeden is. Zij heeft maar een dag ziek geweest. Zij heeft zondag moeten uit gaan uit de kerk en maandag achternoen om 3 uren is zij overleden van het zeer in den buik. Zij heeft veele afgezien. Zij is niet gebiecht nog berecht en zij heeft nooit van hare knechten geklapt. En Jules heeft dan een dipisie (dépéche) gezonden omdat zij alle vier zouwden moogen naar de begraven koomen. Zij is maandag om 8 uren begraven in Rebeque

 Beste vriendinne, gij moogt geheel gerust zijn op uw zuster want Irma heeft gezegd dat de duitsche brave zijn met de menschen want waar dat zij woonde waaren er veele voor te eeten en ook voor te slapen en ook gaan zij al naar de mis den zondag. Maar het is boter en vleesch die er niet is en zij moeten veel rijs eeten en zwart brood.

Beste vriendinne, Ik zie ook dat uwen broeder zal moeten binnen gaan gij moet dan eens zijn adres zenden.

Beste vriendinne, wij zijn alle vier in dezelve fabriek. Wij moeten vormen voor obusssen maken. Ik en Germaine hebben het lastig maar teegen dat het noene is hebben wij gedaan met werken. Wij hebben dan 10fr verdient. Ik hebbe nog nooit zulk geld verdient lijk nu maar dadde gij mij moeste zien binst de voornoene gij zouwde mij niet kennen dat ik zoo vuil en zwart ben. Als Theophiel gekoomen heeft hij heeft alle dagen meede geweest niet om te werken maar om bij mij te zijn. En wij koomen dan achter den noene te samen naar huis. Hij had ook eens bij u willen zijn en doet u allen de groote compplimenten.

Alix, gij kent zeeker wel Martha Coleez. Zij woont bij een soldaat op een kamer en haar moeder doet niet anders of drinken. 

Nu heb ik al mijn nieuws verteld dat ik weete en de groote complimenten van geheel ons huisgezin.

Martha Vanmeenen.

maandag 25 januari 2021

Bevoorading van voeding, de engelsen gaan goed vooruit en soldaten bewerken het land.

 Maisons Lafitte 25 maart 1917


Beste vriendinne Alix,

Ik heb niet moeten betalen voor mijn brief. Ik steek eens een tember in om gij weeder te schrijven. Als het is dat gij zouw moeten betalen voor mijnen brief en als gij weeder schrijft gij moet zeggen als gij heeft moeten betalen.

Beste vriendinne, ik hebbe een papier ontvangen voor in te vullen waar dat wij woonden voor den oorlog en wat wij deeden van stiel en hoeveel kinders dat ik hadde.                           Wij moeten naar het gemeentehuis gaan  achter suiker en van brood is het ook hetzelfde en het gaat hier op alles alzoo koomen. De aardappels gelden hier 50fr.  van honderd kilos en de rijs 1,50 de kilo en de boter voor het moment 6 fr. ende eiers 20 centiemen.

Beste vriendinne, ik hebbe nog naar Theophiel niet geweest. Het zouw kunnen zijn dat hij in het begin van april mag koomen. Hij is nog altijd in het Camp.

Heeft gijder al gezien in de gazette dat de engelsche goed vooruit gaan. Wij gaan zeeker deeze zomer moogen naar huis gaan.

Beminde vriendinne, het land alhier is al bebouwd. Het zijn de soldaten die het bewerken, het zit al vol. Ze koomen hier in repos van het front.

Wil intussen mijne beste groeten aanvaarden.

Maria Vanmeenen

                                                                                                                       👇correspondance                                                                                                                                              réfugiés
Klik op de brief voor het lied "To Paaschendale"



Blijkbaar is
 de post portvrij voor de vluchtelingen als men dit op de omslag vermeldt


LEVENSDUURTE TIJDENS DE OORLOG IN BEZET BELGIE…


Op 11.8.1914 kondigde gouverneur Janssens de Bisthoven volgende maximumprijzen af:

I kg broos: 0,32 fr. tot 0,81 fdr. in 1918 -

I l. melk 0,25 fr.-

1 Kgr. boter: 3 fr. -

1 ei: 0,10 fr.

1 kgr. aardappelen : 0,12 fr.- 

Een dagloner  met kost en inwoon  verdiende 1 fr. e 2 fr. zonder Kost & inwoon

Een fabrieksarbeider 3 fr. en een stielman 4 fr. 




Mijn broeder is gekwetst, een ander huis van de parochie en een zalig paasfeest.

 Villiers 5 april 1917

Beminde Neef,

Gij vraagt hoe het is met mijn broeder. Hij is in deerlijke staat. Hij is zijn rechter oog kwijt en waarschijnlijk zijn linker arm, wij weten het nog niet juist.

Gij vraagt als wij al patatten geplant hebben. Wij hebben nog niet in ons land geweest. Wij hebben moeten verhuizen en sanse ( geluk) dat er al heel den anderen kant van de parochie een huis leeg stond van wij hadden moeten naar Belgie gaan voor dat den oorlog gedaan was. En met dat al dat wij maandag vertrokken in ons nieuw huis. 

Maar gijder gaan moeten komen om fruit te eeten. Er zijn 6O fruitboomen. Wij zijn niet verslegt. Ween ( wij hebben) 150 aren land en de pacht is van niet. Wij hebben het nu van de parochie.

Ik zal sluiten en aan u en geheel de familie een zaligen hoogdag te wenschen van Paaschen. De complimenten van ons allen en van Pierre Claeys en vrouw. Hij werkt ook bij den boer en zijn dochter ook.

Uwe Oncle en tante Camiel Dewitte Vermont.

zondag 24 januari 2021

Nieuws van soldaat Joseph Rosé

 Front 13 juni 1917

Beste vriendin,

Ik zou al lang eens geschreven hebben maar ik had uw adres niet en ik heb het nu bij toeval gekregen van Theophiel Vanmeenen waar dat ik bij geweest heb in Frankrijk in het Camps d'Auvours als ik geblesseerd was.                                                                                            Ik ben nu al wederom genezen en terug op het front. Mijn kwetsuur heeft niet erg geweest, een beetje aan mijn been van, een granaat. Ik heb er maar een goed twee maanden mede achteruit geweest, een schoon karotje. Ne mensch rust er wat mee uit bijzonderlijk als het niet te erg is.

In afwachting van een klein antwoordje van u terug te ontvangen bied ik u mijne beste groeten.

Uw toegenegen vriend,

Joseph Rosé C 292 Compagnie 


Front 13 juli 1917

Beste vriendin,

Ik kom nog eens het potlood in mijn handen te nemen om u te laten weten dat ik nog altijd in volle gezondheid ben alsook mijne ouders en mijn twee zusters Madeleine en Godelieve die hier in Vlamertinge zijn bij Vader en moeder.                                                                  Julie en Maria zijn in Belgie gebleven en wij weten niet waar zij zijn en Remi die is in Zwitserland in eene school en stelt het ook goed. Anders is er maar mijn onkel Gustaaf Vandecasteele die hier in Crombeke is met zijne vrouw en kinderen.

Gij vraagt mij ook nog hoe het gaat met de Pattou's. Daar weten wij niets van. Scheerlyncks zijn in Poperinghe en stellen het ook nog geheel goed.                                                           En om naar de Roobaert terug te keren zult gij nog wat moeten wachten want ik geloof wel dat geheel dien boel daar zal aan stukken geschoten en geslagen zijn.

Ook heb ik nog gezien, Alice, dat uwen broeder Achille ook soldaat is. Tegen dat hij naar het front zal moeten komen zal den oorlog misschien al gedaan zijn. Hij kan toch niet blijven duren.

Ook Alice denk ik dat sedert dat gij nu in Frankrijk zijt, dat gij al lang ne franschman opgesnakt hebt. Daar zijn zo nog al vele lieflijke jongens bij die nog al veel houden van de Belgische meisjes.

Ik geef u hier van onder het adres van mijne ouders:

Cyriel Hasdy voor Camiel Rosé  Melkerij Vlamertinge

Uw ouden gebuur Joseph Rosé

 

Brief van soldaat Gerard Bogaert

 

l'Yser 21 april 1917

Bogaert Gerard 

Cav au C125 2e escadron en campagne

Beminde vriendin,

Het begint hier al te spoken op het front. Men dacht van binnen kort goede vooruitgang te maken maar ik begin er schrik van te krijgen. Nu wij marcheren nog altijd in den tranché en ik moet er zondag weer in. Dat zijn nog toeren. Geen eenen zondag weg geweest en men heeft hier niet veel tijd om achter een meisje te loopen. Maar indien wij mogen naar huis gaan wat denk gij daarvan Alice.                                                                                            Nu ik zouw een plijzier gedan willen hebben van u en dat is van mij het adres te zenden van Henri Mahieu van Becelaere.


9 mei 1917

Vriendin Alice,

Met deze laat ik u weten dat ik goed uw kaart ontvangen heb waarover ik zeer content ben dat ik juist uit de tranché kwam. Nu aangaande dat lang wachten dat doet geen kwaad want hoe eer ik nieuws krijg, hoe liever. Dat geeft wat moed en daarbij ben ik zeer content aangaand Mahieu. Ik heb vroeger in kennis geweest met Anne en nu wist ik hun adres niet meer en ge kunt niet te gauw haasten om het te zenden als gij wilt. Ik verwacht gauw een antwoord weder en nu de hand van verre en later van bij. 

Uw vriend  

Gerard Bogaert


 l' Yser 23 mei 1917

Beminde Alice,

Ik was juist in den tranché toen ik uw kaart ontvangen heb hetgeen waarover ik ook content ben dat is van het adres van Henri Mahieu. Maar hetgeen mij verwondert is dat ik hetzelfde had en reeds geschreven maar nog geen antwoord terug ontvangen. Maar nu zal ik nog eens schrijven en ik vertrek binnen veertien dagen naar Frankrijk in congé en dan zal ik u van hier en daar een kaartje zenden.

Bogaert Gerard

l'Yser 7 juli 1917

Beminde Alice,

Met deze laat ik u weten dat ik verwondert ben van nog geen nieuws te hebben ontvangen. Nu nik heb in congé geweest naar mijn huis en terzelfdertijd naar Lamaires.                     Odile is wat verandert en Adeline vervet nog altijd. 

Het spijt mij dat ik u niet heb kunnen komen bezoeken maar het zal misschien ook komen. Ik heb mij al goed geamuseerd en nu ben ik terug op het front. maar dat gaat mij niet al te goed.

 Uw toegenegen vriend Gerard Bogaert


l'Yser 11 juli 1917

Beminde Alice,

Met dezen laat ik u weten dat ik goed uwen brief en kaart ook ontvangen heb. Ik ben er niet geeren bij daar ik juist uit congé kom. En nu van Parijs, ik heb daar vele schoone meisjes gezien, ook Amerikaanse. 

En nog wat anders het is spijtig dat ik bij u niet heb kunnen komen in congé en ik wel ne keer zou willen komen.                                                                                                             Ik weet niet hoe het komt dat de kaart teruggekomen is. Het heeft weinig gescheeld of ik was weg naar Duitschland dat had mij nog al gespeten.                                                             En nu Kamiel hij is uit het hospitaal gekomen en hij is 21 dagen in congé.

Uw vriend Gerard Bogaert 


vrijdag 22 januari 2021

Zus Irma verenigd bij Maria Vanmeenen

 Met hetzelfde schrijven van 6 mei laat Maria Vanmeenen weten dat haar zus terecht is.

Zij schrijft:

Beste vriendinne,

Ik kom met groote vreugde eenige woorden te schrijven over de komst van mijne zuster Irma uit Rijssel. Zij is zaterdag toegekoomen in de statie Lion in Parijs.

Zij is zeer snel en zij is niet verhanderd bij dat wij haar gezien hadden voor den oorlog. En voor al het nieuws te vertellen het is mij onmogelijk maar algelijk nooit geen eeten te kort maar vele rijs moeten eeten.

Beste vriendinne, Theophiels moeder is dikke vet en zijn broeders moeten werken voor den duutsch. Mijne zuster hadde een portret van Theophiels huisgezin maar zij heeft niet moogen meede brengen. Zij hebben allen gevisiteerd geweest als zij in duutschland aangekomen zijn. Zij mochten niet zooveel van papieren bij hulder hebben.

Beste vriendinne, heeft gijder al geschreven naar het roode kruis naar Geneve op dat adres dat ik u gezonden heeft ? Zij zal ook moogen uitkoomen maar het is uw vader die er moet achter vragen. Zij zal ook moogen koomen want de belgen moeten uit frankrijk. Al de kant van Rijsel al die belg zijn moeten naar belgie gaan. Schijft nog eens en het juist adres waar zij woont en hoeveel jaaren zij is.

Martia Vanmeenen

Rue de Poissy 39

Maisons Lafitte ( Seine et Oise)

De Roobaert beschoten, Pierre Deprez hofstee ontploft en Camiel Pype dood geschoten.

 Maisons Lafitte 6 mei 1917

Beste vriendinne Alix,


Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus al mijn gevel ingegaan en in uw huis uitgekoomen maar het is niet afgebrand. 

En Camiel van Karels Pype is dood geschooten van de duitsche omdat hij niet wilde doen wat zij deeden. Hij moeste naar Becelaere in de kerke gaan om draat te doen springen en hij wilde niet.

En de ofsteede van Pierre Deprez is in de lucht gesprongen. Het was de depot van munitie.

En Cyriel van Soie Bulcke is ook dood en zij hebben hem zelve moeten begraven op de ofsteede.

En langs de Gheluwestraat staan veele kruisen van burgers die begraven zijn en niemant weet wie daar begraven is.

En op de Oosthoek zijn er vele boerinnen en maarten dood gevonden geweest op het of (hof) die dood geschooten zijn.

En het kerkhof van de duutsche is in Bayaert's weide langs de winkel van Henri Soens.

En theophiels broers hebben al vaders tabak gaan alen en ons vlas ook en mijne vazen ook en onze kleederen. De duutsche hebben ze al uit gehaald en in stukken getrokken en op de zolder gehangen.

Beste vriendinne, ik ga staan van schrijven want het is onmogelijk om u al te vertellen.

Maria Vanmeenen 


Over het drama met Kamiel Pype




Over de ontploffing bij Pierre Deprez
Uit "Geluwe zo was het " van Dirk Decuypere


woensdag 20 januari 2021

Alle mannen van 16 tot 60 jaar moeten zich aangeven en niet leefbaar van de duurte.

 Nonkel Camiel Dewitte-Vermont schrijft :                                                                                                 


 Villiers 6 april 1917

Beste Neef,

Ik ben nieuwsgierig om te weten als Achiel nog al onzens is waar wij nu zijn.

De Belgen van dat jaar zijn weg den woensdag en als het aldaar ook alzoo is dat zij hunder moeten aangeven, zondag van 16 tot 60 en wij weten niet waarvoor.                                   Achiel moet er ook naar toe.   Het is stijf noodig dat dien vreeden oorlog eindigt want zij zouden ze nog allemaal er in wikkelen en dat is niet noodig.

Het is allier niet meer leevelijks van de dierte.                                                                            Boter 7frs-eiers de dozijn 3 fr.- café 7 fr- chicorei 4fr.- ris 3 fr.- zeepe 1,5 fr het stuk - kleedinge het is geen doen aan.

De groote complimenten aan uw ouders, broeders en zusters en schep coragie na lijden komt het verblijden.

Dat wij toope verlangen om malkader te zien. Ik sluit mijn brief met de pen maar niet met het hert tot afwachting van nieuws van hulder.

Koude wintermaanden zonder stoof

 Villiers den 2 maart 1917

Beminde nicht,

Met groote verwondering kom ik u eenige reegelen te schrijven dat het toch zoo lang geduurd heeft eer dat gij een keer schrijft en het nieuws laat weeten van geel de famillie.

Wij zijn ook kurjeus als het al daar ook zoo stijf gevroren hept (heeft).De menschen al hier hebben drie weeken niet kunnen werken. Het is al triestig als het zoo kouwt is zonder eene stoof. Het waare te wienschen dat wij te jaaren al in ons vaderland zijn om een keer malkander ons lief en leed te vertellen.   Wij kunnen het op geen papier schrijven welke vrede dingen het zijn in dat Frankrijk.

Alix, onze Elisabeth loopt al gelijk een haaze en ze begint al te spreken maar het is vlaamsch.

En de groote complimenten van Pierre Claeys dat zij in volle gezondheid zijn. Nu, na lijden komt verblijden en na oorlog vrede.

En wij hebben het portret gehad van Achiel die ons aardig doedt dat het zoo een groote vent gekoomen is.

Schep moed en veel koeragie.

Achiel Dewitte


dinsdag 19 januari 2021

Geen nieuws van Irma, treinaccident, een munitiefabriek ontploft en.... leren voor soldaat...

 Maisons Lafitte den 18 februari 1917

Zeer leve vriendinne,

Gij komt mij te vragen of wij nog nieuws ontvangen van mijne zuster Irma. Neen het is al van in augustus dat wij geen nieuws meer ontvangen. En op dat adres dat  ik u gezonden heeft van Genéve hebben wij antwoord ontvangen en er staat er op dat zij dat niet meer mochten doen. Zoo wij zijn altijd eeven verre.

Lieve vriendinne, ik kom nog een brief te ontvangen van Theophiel. Hij is nog in het Camp maar hij mag in geen congee koomen. Het zouw kunnen dat ik zelve binnen drie weeken ga. Er is hier nog een andere vrouw die daar nog geweest heeft, het moet 10 f. kosten van de trein.

Lieve vriendinne,  wij hebben donderdagavont bijna dood gereeden geweest van den trein, nog een alve minute. Den trein was teegen den tram en de barrieren waren niet toe. De man van de barriere zat in zijn kotje teegen een ander te klappen en hij hadde vergeeten dat de trein moeste passeeren. Gij kan pijnzen dat wij verschooten hebben.

Lieve vriendinne, van den oorlog is het altijd het zelve. Een Paul Degrijze van Becelaere is ook naar het Camp du Ruchard om te leeren voor soldaat.

Er is hier twee uren verder een munitie fabriek gesprongen. Het gaf zoo een groten slag gelijk of het hadde bij onze buren geweest.

Wij zitten hier ten volle in Belgsche soldaten. Zij doen niet anders of geheele dagen de soldaten leeren schieten met de canons. Wij zijn hier gelijk aan het front meer of dat wij geen benauwd moeten hebben van de bommen. Zij vliegen al in den bosch.

Beste vriendinne, ik ga nu staan van schrijven. Ik moet al mijn werk de zondag doen want in de week kom ik maar savonts thuis.

In afwachting bied ik mijne groeten

Maria Vanmeenen

Nota: 

Van 31 december 1914 tot 14 juli 1917 verbleven er 9.586 herstellende Belgen. De registers van de burgerlijke stand van de gemeente Avon-les-Roches geven de dood aan van 79 Belgische soldaten; 76 grafstenen staan ​​op de gemeenschappelijke begraafplaats. Sommige lichamen werden na de oorlog gerepatrieerd, wat betekent dat er vandaag nog maar 63 Belgische soldatengraven zijn op de gemeenschappelijke begraafplaats waar een herdenkingsmonument aan hen is gewijd (bestudeerd in de basis van Mérimée).

.

Leren schieten met de conons


Naar Maisons Lafitte met 1500 Vlamingen

 Maisons Lafitte 8 januari 1917

Lieve Vriendinne,

Ik kom u eenige woorden te schrijven hoover onzen toekomst in onzen nieuwen thuis.                              Wij zijn zaterdagmorgen om 7 uren toegekomen. Wij hebben gereeden tot in Paris de statie St Lazar en dan nog  een uur op een anderen trein tot in Maisons Lafitte.

Wij hebben hier twee groote kamers op de derde stazie en de pacht is 20fr. per maand. Er woonen hier 5 menagies Belgen. het is te midden de stee. Het is een huis gelijk Paul Soetens van Gheluwe.

Lieve vriendinne, Ik heb goed uwen brief ontvangen binst dat wij in Caumont waren. Ik peinze wel van werk te hebben in de fabrieke  en vader gaat werken in de Boras fabriek. 

Seeder wij van huis gevlucht zijn heeft mijn zuster in Rijssel nog maar een brief ontvangen maar wij zullen het adres van uw zuster Martha naar onze kozien zenden die in duutsche land prisonnier is en hij zal dan naar haar schrijven.                                                                   

Wij hebben een brief te maande van hem met eenige woorden  nieuws er op dat Irma naar hem schrijft maar er mogen geen portretten weg en weer gezonden zijn.. Wij hebben het onze gezonden om aan Irma te geven en hij moogt het ook naar ons niet voort zenden.

Lieve vriendinne, in dees maand koomen er weeder 5000 uit Rijssel en omstreeken. Wij leeven weeder op hoope dat onze zuster zal meede zijn. 

Wij hebben moogen voor nieten reizen maar wij hebben moeten betalen voor onze koovers (koffers). Zij waren er heer (vroeger) of wijder, geheel in stukken. Het zijn beesten in de statie van de menschen hun goed zoo te vermoorsen. Ik hebben moeten 6 fr. betalen voor honderd kilo kleederen. Zij smieten de koovers rond op de wagons gelijk een kattejonk.

Lieve vriendinne, als wij thuis zijn men ziet nooit niet maar als gij dan een ende verre gaat het is een groot verschil. Ik weet nu niet veel nieuws te schrijven tot dat ik werk hebbe in de fabriek.                                                                                                                                   Hier in Maisons Lafitte zijn 15honderd  Belgen. Dat is raar dat wij niet anders hooren spreeken dan vlamsch en van te vooren altijd fransch.

Ik zal nu sluiten tot binnen eenige dagen.

Maria Vanmeenen

maandag 18 januari 2021

Gevlucht tot tegen Spanje met heimwee naar een lief en de Roobaert

Soldaat  Albert Verbeke schrijft van uit de Depot Convalescents te Pourville (Dep. Dieppe) op 25 sept 1914


Geachte nichte Alix,

Gij schrijft dat gijder bijna tenden Frankrijk zijt en dat gijder daar allen zeker wel zijt hetgeen dat mij plijziert.                                                                                                     Mijne ouders zijn ook in Frankrijk zij zijn bijkan aan de frontieren van Spanje. Het is maar 1 provincie meer tussen. Het is in departement Gers dat zij zijn in het dorp La Louvetat.

Nichte, gij zegt ook dat ik niet veel moet pijnzen op Marie ( zijn lief ). Ik pijnze er niet veel op maar toch alle dage ne keer en dat ik het moet weten da'k geen soldaat moeste zijn ik had toch al een jaar getrouwt geweest.                                                                                        Nu, nichte, het is te laat zij is bij den duitschman en ik zit in den oorlog. Maar dat is nog het minste als wij    maar ne keer mogen weer keeren naar ons dorpke. Het zal toch zeker wel ne keer beteren en als het nooit betert we kunnen er nog niet aan doen of eerden (verdragen). Maar het duurt toch lang, het hangt al leelijk mijn kl... uit.

En Joseph hij kan ook niet meer naar den klakmolen gaan, zij zijn ook gevlucht en zijn daar niet ver van waar mijn vader is.                                                                                             Hij heeft moogen in kongee gaan naar huis en ge kunt wel  denken dat hij ,ook ne keer naar Bertha geweest heeft. Hij heeft meer sanse ( geluk) of ik en veele andere, nietwaar nichte.

Nu Alix, ik denk ook nog dikwijls aan die schoone zondagen dat wij in den Roobaert zaten en ons al te zamen amezeerden en nu is alles gedaan.                                                        Maar ik geef toch den moet niet verloren en als wij kunnen het geluk hebben van weer te keeren we zullen nog plijzier maken zooveel als te vooren en mischien nog meer. Als het al in brokken stikken is al ons kanten, we zullen in den bosch gaan wonen. 

Nu ik weet een beetje nieuws van al onze streeke. Odiel Talpe heeft gisteren eene brief ontvangen van Lietje van de Gaai die kwam van den rant ( Terhand ?)van Seps waar dat de knechten van den Gaai zijn.                                                                                                        Het stond er op dat alles goed was aldaar en dat zij dees jaar schoone tabak get  (gehad) hadden en andere vruchten ook en dat het vlas zoo dier was en hoorden ook dat het daar zoo goed was voor de boeren.

Ik heb ook hooren zeggen dat de zot van Patteeuws ook bij den troep is. Het zal niet lang meer duren voor dat den duitsch uit ons bitje belgie zal zijn.

Teofiel en Kamiel Penet zijn ook in Franrijk. Ze zijn maar twee uren van mijn vader volgens dat mijn vader schrijft en dat Teofiel geen zooveel meer schiekt daar den tabak te dier is.

Nu nichte Alix ik sluit nu mijn bief met eens mijn hand te drukken van verre en messchien zal het later weer van bij zijn als 't God belieft;

Van uwen cozijn Albert.


( overleden op 9 sept 1918  in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke n.a.v. longontsteking)

zondag 17 januari 2021

In het Camps d'Auvours en uit het front.

 Camps d"Auvours 29 december 1916


Beste Alix,

Ik zit nog alsan in het Camps d'Auvours met mijnen voet en met zweren op mijne beenen, maar ik denk wel dat ik zal genezen zijn binnen 3a 4 weken want ik ben het leelijk moe. Ik moet nu hier geheele dagen in mijn bed blijven van den doktoor maar dat hangt mijn klooten uit.

Nu Alix, ik ben nu niet meer benauwt van naar den front te gaan want al de mannen van de klasse 6 en 7 gaan bij de artillerie en dat is nog al goed. Wij zullen algelijk in geenen tranchee meer zitten.

Nu Alix doe ook nog de complimenten aan vader, moeder zusters en broeders dat ik hulder een zalig nieuwjaar wensch en dat wij van dees jaar mogen weeder keeren naar onze streeke. Ik wensch u ook eeen schoone trouwfeest en eenen fermen man binst het jaar.

Beste wenschen,

 Bonne année 

slaap wel

Theophiel Vanmeenen


Albert Verbeke met Karel Capon te Boezighe in den tranchee

 Tranchee 28 febrari 1917

Beminde nichte Alix,

Ik kom u deeze brief te schrijven om aan u te laaten weten dat ik nog altijd in volle gezondheid ben en oope wel dat met u en ook met geel uw famille alzoo is. En dat het moest anders zijn het zou mij veel verdriet aan doen surtpout nu dat den oorlog bijna gedaan is en dat wij allen alichte mogen weer keeren naar ons land. het is beter dat alles goed gaat en dat wij al te gaar ons goed vermaaken als wij weer in den Roobaert komen.

Ja, nichte, ze zeggen dat niet dat den oorlog bijna gedaan is maar ik weet dat ook niet maar ze zeggen dat hij alleszins van deze zomer zal gedaan zijn. Het is te oopen ,dat mag waar zijn.

Ook nichte, moet ik nog zeggen  dat ik over 14 dagen in kongee geweest heb naar mijn huis en dat alles nog goed gaat maar zij verlangen ook stijf om weer te keeren naar Belgie.

Ook alix moet ik nog zeggen dat ik over eenige dagen Carel Capon gezien heb en hij is ook al op het front maar ik heb er niet kunnen tegen klappen. Hij was juist in den rang en ik ook. En alzoo heb ik niet kunnen spreken tegen hem.

Ook zijn wij nu afgelost in Boezinghe hedt is nu de 6e divisie die daar is en Carel is juist in die divisie en daar is het niet goed.

Ook Alix vraagt gij op uwen laatste brief dat ik van u ontvangen heb als ik nog altemee ne keer lees (bid)

Ja nichte ik lees alle dagen. Ik heb het nog niet vergeten

Uw cozijn Albert.

Albert Verbeke C 219 1e compagnie Armee Belge

( overleden op 9 sept 1918  in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke n.a.v. longontsteking)

                            Postkaart: mitrailleurs in loopgracht aan het Belgische front

In den tranchee aan den Ijzer

 L'Yser 21 april 1917

Beminde vriendin,

Met dezen laat ik u weten de goeden staat van mijne gezondheid en verhoop van u hetzelfde.

Nu Alice, het begint hier al te spokken op het front. Men van binnen kort goed vooruit te gaan maar ik begin er schrik van te krijgen en nu wij marcheren nog altijd in den tranchee. 

Nu moet ik er zondag weer in dat zijn nog al toeren , geen eene zondag libre. We hebben nog maar eene zondag weg geweest en men heeft hier niet veel tijd om achter een meisje te loopen. Maar als wij mogen naar huis gaan zal het beter gaan. wat zegt gij daarover.

Alice, nu zouw ik van u een plijzier willen gedaan hebben en dat is indien het mogelijk is van mij het adres te zenden van Henri Mahieu van Becelaere. 

Ik verwacht gauw een antwoord weder en nu de hand van verre en later van bij.

Uw vriend Gerard.

Bogaert Gerard    Cav    au C125 2e Escadron rmée Belge en compagnie

vrijdag 15 januari 2021

Ons Vlaanderen en chicorei V Soubry

 Vriendin Maria Vanmeenen schrijft op 16 juli 1916 

" Alice, als gij zoude willen een belgsche gazette hebben, gij kan het verkrijgen aan 2 fr 50 per 6 maanden. Wij hebben ze ook. 

Gij moet het mij maar zeggen ik zal u het adres geven en als gijder zouw willen schicoreien hebben om cafee te maken kunt gij het al krijgen aan 1,40 fr per kilo en het zijn goe. Het zijn menschen van Moorseleede die ze verkoopen die ook gevlucht zijn en die in fransche een fabriek  hebben, .ten is maar dat ik pijnze voor uw profiet. 

Al de belgsche die hier op Caumont zijn doen er koomen en veele fransche ook.

Op 31 juli stuurt zij het adres:                                                                                                 V Soubry, chicorei fabrikant ,Hornoy ( Somme).                                                                  Gij moet naar de post gaan en een mandaat vragen voor zooveel kilos of gij wilt en het mandaat bij den brief steeken en gijder moet ze doen koomen naar de naaste statie van uw huis. 

Ziehier nu het adres voor de gazette. Ons Vlaanderen, Rue de Charonne Parijs.


Ontstaan van de deegwarenfabriek Soubry Roeselare volgens Wikipedia


De basis voor dit bedrijf werd gelegd in Moorslede waar eerst Jan Vitalis Soubry (1810-1883) en later zijn zoon Victor vanaf 1879 een windmolen bezat voor o.a. het malen en branden van cichorei. In 1904 liet Victor deze molen slopen en bouwde (1910) in de omgeving een mechanische olieslagerij. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte de familie naar Frankrijk waar men al vlug overging tot de verwerking van cichorei.


Vader Jules Vandamme bestelt op een overlijdensenveloppe  de gazet "Ons Vlaanderen".





Uittreksel uit Ons Vlaanderen met aankondiging van de  godsdiensten



donderdag 14 januari 2021

In Rouen daar zijn bij duizenden Belgen

 Van uit Notre Dame de Vaudreuil schrijft Odile Lamaire op 20 augustus 1916


Beste vriendin,

Geen twijfel of gij denkt dat wij allen dood en begraven zijn doordien gij van ons in zoolang het minste nieuws ontvangen hebt.

Wij bevinden ons nu in de Eure; ik ben in eene fabriek waar we vlas rooten met warme water en ook zwingelen. Ik ben er wel en win ook veel geld daarbij hebben wij een schoon huis met grooten hof en vele appelboomen. Ik ben hier 2 1/2 maanden alleen geweest en gezien ik dat gevonden heb voor goed is Adeline moeder en onze kleine Simonne nu over 4 weken bij mij gekomen, ge moet niet vragen hoe content zij waren nu al te samen te zijn.

Hier in het ronde zijn vele Belgen en alle wel. Er is veel geld te winnen surtout in Rouen daar zijn er bij duizenden. Wij zijn er maar 28 kilometers en in velo dat is maar een gedacht. Ge moet straf opletten want in Rouen verkoopen ze daar groote bruine bieren en als ge er eenige zulke drinkt, ge geraakt gestraald en gaat dan slecht om weder te keeren, maar niettemin we pakken toch ons goeste en we vagen ons botten aan de reste.

Ik heb er hier drie van Terrijns die allen goed werken. Ernest Vandecappelle is hier ook met zijn ouders en Ernest die onlangs van Engeland gekomen is en gereformeerd. Zer zijn nu nog met 3 in de tranchees. Zijn vrouw Marie Calis is dood in Yper van de Typhus met een kind van 3 weken die over eenige maanden dood is in Frankrijk.

Flamés uit de Zuidhoek werken alhier ook en  Remi Zoole. Ook heb ik eenige weken in de Seine Inférieure geweest en daar Bostijns gevonden, uw gebuur. Ze werken allen in het vlas en stellen het zeer wel. Op iedere gemeente zitten hier kennissen, ook moet ge niet vragen als we vele bezoek hebben;

Ik heb Adeline, moeder en Simonne gaan halen naar Parijs. Ze hebben 's avonds vertrokken uit St Omer om 4 uur en s' morgens om 6 ure aangekomen in Parijs.. Armand en ik waren aan de statie en hebben nog wat tijd gehad om rond te wandelen. Ze hebben wel hunne oogen moeten open zetten.

Verleden week heb ik eenen brief ontvangen van mijn ouders. Ze hebben de portretten ontvangen van Lucien en mijne twee zusters die in Bousbecque gebleven zijn. Ge moet niet vragen als mijne ouders tevreden zijn, surtout moeder die daar zooveel verdriet in had nooit geen nieuws te ontvangen, alles is rustig in Lincelles, Tourcoing, Roubaix.

Hebt goede courage want geloof mijn ziele dat den oorlog in de eerste vijf jaar zal gedaan zijn.

 Alice, hoe is het met uwen knechtenkop, groeit het voort en hoe gaat het met de vrijer ?

Dus beste vrienden, u allen de hand van verre reikende verwachten wij een antwoord met veel nieuws.

woensdag 13 januari 2021

De familie overal verspreid.

Half 1914 wellicht is Jules Vandamme met zijn gezin via Poperinge en het noorden van Frankrijk gevlucht tot tegen Bordeaux. Zijn dochter Martha die als dienstmeid in Roubaix tewerk gesteld was is bij haar patron gebleven. Vier jaar is zij zoek gebleven waar zij gevlucht waren. 

Den 14 juni n1916 schreef Maria Vanmeenen deze hint om haar op te zoeken:

Alice,

Wij komen  van dage een brief te ontvangen van onze zuster Irma uit St André die eigenlijk van haar hand geschreven is en zij zegt dat alles nog goed gaat te Gheluwe en Wervick en Roubaix en Waterloo en Tourcoin en dat zij alsan naar daar schrijft naar de familie. Zoo als gij wild schrijven naar uw zuster op deez adres die brief zit gij zult nu ook kunnen schrijven.

Opgelet voor te antwoorden, steek uwen brief in een  enveloppe niet te groot en schrijft daarop het juist adres voor wie hij bestemt is, niets meer. Steek daarna alles in een tweede enveloppe waar een timber op moet en het volgend adres: aan de heer C.M. Sparreboom, bajonetstraat 15 Holland Rotterdam. Zoo komt alles goed terecht. Voor alle zekerheid schrijft niets over den oorlog.

Op 1 november 1916 schrijft Cyrille Vermont ui Sevreuil Charente

Uwen brief hebben wij met veel vreugde ontvangen vernemende de goede staat van uwe gezondheid. Van ons mag gij hetzelve verhopen en ook met Achille gaat het zeer goed. Wij hopen van hem eens in 't korte te zien in congé.  

Nu Alice, Nonkel Camille is ook allang in Frankrijk en stellen het zeer goed. Sedert zij in Frankrijk zijn is er bij hen een kleine Elisabeth geboren.. Ziehier het adres van nonkel Camille en Petrus Claeys, zij zijn te gader: Villers en Plaine - Deux Sévres 

Den 11 november 1916 schreef Camille Dewitte van uit Villers en plaine:

Teer geliefde neef,

Met overgroote vreugde en genegenheid kom ik de pen in mijn hand te nemen om u onze blijdschap te la    ten weten dat wij hulder geonden hebben en zoo dikwijls gezeid waar zouden zij zijn. Wij wisten dat gijder in frankrijk was maar niet waar.

Alixq, wij zijn in Frankrijk gekomen de 2 mei 1914 als wij uit Yper gebombardeerd waaren. Zuster Elodie en haren man en kinders zijn seder wij weg zijn van ons huis wij hebben altijd te gaare geweest. Ik vraag ook nog als u vader en moeder hun nog geneeren in Frankrijk. Zij kunnen zeker ook nog geen fransch.                                                                                      Wij geneeren ons niet omdat wij niet kunnen spreeken. Al de jongens kunnen de taele niet. Zij zouden ons verkoopen en leveren en wij zouden het maar weeten als wij de koorde aan hebben.

Alix, wij zijn nog curieus als gijder niet en weet waar Gusrten Vandamme is. Hij is seker te Gheluwe gebleven. Onze Henri die in Terhand woonde is daar ook gebleeven en het zijn zeker al Duyitschmans ( duitse bezetters). Ik heb ne keer hulder adres gevraagd aan Richard Durnez en nooit geantwoord en wij kosten niet peinzen waar gijder was.

Den 22 november 1916 schrijft kozijn Albert Verbeke, soldaatB264 3/1, van aan het front

Nichte Alix,

Het spijt mij van zoolang gewacht te hebben van naar u te schrijven maar het is mijn wille niet. Als ik weg gegaan ben uit het ospidaal om naar het front te gaan heb ik uw adres verlooren en seeder dan koste ik niet meer schrijven en  nu zie ik hier op al mijn brieven en ik vind het daar nog op eene brief en alzoo kom ik seffens nog eens te schrijven als het is dat gijder nog in dezelfde plaats woont zult gijder mijne brief toch ontvangen.

Den 6 april 1917 schrijft nonkel Camille Dewitte uit Villiers:

Beste Neef,

Gij hebt mij ne keer gevraagt achter Camiel Durnez Claeys. Zij verblijven in Caester in het noorden met het jongste meisje van mijn zuster. Wij gaan malkaar niet meer verkennen. Als gijder iets weet van uw zuster Martha gij moet seffens maare zenden.

Op 10 juni schrijft hij:

Het eerst dat ik u moet laaten weten is het droevig nieuws van onze oude moeder. Zij is overleden te Pontoise en het verdriet is voor ons toch zoo groot. Het is 100 uren van ons en wij hebben nooit kunnen gaan om te bezoeken en moeder  en heeft nooit kunnen vertransporteert zijn omdat zij zoo oud was. En sedert zij in Frankrijk was altijd ziek geweest. Maar wij hebben dikwijls weg en weer geschreven en geld gezonden. Zij heeft algelijk niet te kort gehad.

maandag 11 januari 2021

Nieuws uit Notre Dame de Vaudreuil


Op 1 nvoember 12916 schreef Odiel Lamaire van uit Notre Dame de Vaudreuil deze  brief.




 

Marie Vanmeenen: Niet te klagen van Theophiel

 October 1916

Alice,
Ik zie dat ge achter een palto (mantel) geweest zijt en achter schoenen.  Ik kan het wel geloven dat gij zoveel betaald hebt. Alles is om ter dierst. 

Zij vragen hier 7fr. voor een paar korte patinnen (kloefen) en 35 fr. voor een paar week mans schoenen.  IK heb nog niet anders moeten kopen voor mijn kinders dan elk een paar schoenen en voor de kleederen krijgen wij twee maal per jaar van de Comiteit Belgie die in Baeyeux is, dat is vijf uren van Coumont.

En van Theophiel moet ik niet klaagen van den laatste keer dat hij gekoomen heeft heeft hij mij nog 100 en 25fr gegeeven en het was vier maandezn dat hij niet meer gekoomen hadde en de andere keeren heeft hij mij altijd 50 tot 70 fr. aan mij gegeeven.                                                                                                  Hij wind nog veel geld met de soldaten te scheeren. Hij is overal geeren gezien. Hij heeft nog nieuwe scherzen ( scheermesjes ?)gehad van zijn almoezenier.

Alice, ik ben wel alleene met mijne kinderen maar ik zal met mijne iedele handen niet meer moeten weeder keeren. En ondergoed voor mij en de kinders en Theophiel heeft ik in niet te kort.
Ik ben wel alleene maar achter den oorlog zal ik wel bij alle man moogen gaan als ik mijne gezondheid mag behoeden want ik denk dat wij het slechtste nog moeten teegen koomen en ik peinze dat het zal zijn in gebrek aan eeten. 

Tranchées van Gheluveld, naar Gheluwe, Dadizele, Menen, Wervik


 Op 8 oktober 1916 schrijft Maria Vanmeenen van uit Caumont

Lieve vriendinne Alix,

Wij hebben oover 8 dagen een brief ontvangen van Petrus Coene en hij schrijft ons dat er daar een man toegekoomen is uit belgie die 9 maanden tranchees gemaakt heeft voor de duitschen en hij weg gevlucht  is al Holland en toegekoomen is in 't fransche. 

Gij weet waar dat de hofsteede staat van Jules Soen ten is maar de keuken die af geschooten is maar in de weide  err achter het of licht het vol met duitsche lijken begraven en al het vlasch en tabak hebben zij genoomen om in de tranchees.

Hij heeft altijd tranchees gemaakt van Gheluvelt naar de koelenberg en van daar   naar Gheluwe, Dadizeele en Meenen en Wervik. Als wij gaan weeder keeren zullen wij ons niet meer erkennen.          Zecht dien man: als de weegen en straeten zijn verhandert en den tram loopt nog tot aan den koelenberg en al de huizen en bosschen zijn al plat geschooten van Yper tot Dadizeele.

Alix ge kunt peinzen wat wij nogal zullen vinden als wij zullen weeder keeren.  Als wij nog eens moogen naar belgie gaan wat zullen wij moeten vertellen als wij bij elkander koomen wat wij al gezien hebben in ons ballingschap.

Beminde vriendinne, er stont geen naam op den brief van dien man die uit gekoomen is uit Holland maar als wij nog een brief hebben van Petrus Coene er zal mischien nog meer nieuws staan.  

  Wij hebben gezien in de Vlamsche gazette van zondag laatst dat er nog geen schade is van Dadizeele en Leedeghem naar Moorsleede, Passendaele en Becelaere en van Gheluwe stont er niet van in.

  Beminde vriendinne wanneer zullen wij nog ons huis weeder zien en zijn gelijk voor den oorlog, nooit meer nietwaar. Zij zullen maar staan van oorlogen als de menschen al dood zijn.