Half 1914 wellicht is Jules Vandamme met zijn gezin via Poperinge en het noorden van Frankrijk gevlucht tot tegen Bordeaux. Zijn dochter Martha die als dienstmeid in Roubaix tewerk gesteld was is bij haar patron gebleven. Vier jaar is zij zoek gebleven waar zij gevlucht waren.
Den 14 juni n1916 schreef Maria Vanmeenen deze hint om haar op te zoeken:
Alice,
Wij komen van dage een brief te ontvangen van onze zuster Irma uit St André die eigenlijk van haar hand geschreven is en zij zegt dat alles nog goed gaat te Gheluwe en Wervick en Roubaix en Waterloo en Tourcoin en dat zij alsan naar daar schrijft naar de familie. Zoo als gij wild schrijven naar uw zuster op deez adres die brief zit gij zult nu ook kunnen schrijven.
Opgelet voor te antwoorden, steek uwen brief in een enveloppe niet te groot en schrijft daarop het juist adres voor wie hij bestemt is, niets meer. Steek daarna alles in een tweede enveloppe waar een timber op moet en het volgend adres: aan de heer C.M. Sparreboom, bajonetstraat 15 Holland Rotterdam. Zoo komt alles goed terecht. Voor alle zekerheid schrijft niets over den oorlog.
Op 1 november 1916 schrijft Cyrille Vermont ui Sevreuil Charente
Uwen brief hebben wij met veel vreugde ontvangen vernemende de goede staat van uwe gezondheid. Van ons mag gij hetzelve verhopen en ook met Achille gaat het zeer goed. Wij hopen van hem eens in 't korte te zien in congé.
Nu Alice, Nonkel Camille is ook allang in Frankrijk en stellen het zeer goed. Sedert zij in Frankrijk zijn is er bij hen een kleine Elisabeth geboren.. Ziehier het adres van nonkel Camille en Petrus Claeys, zij zijn te gader: Villers en Plaine - Deux Sévres
Den 11 november 1916 schreef Camille Dewitte van uit Villers en plaine:
Teer geliefde neef,
Met overgroote vreugde en genegenheid kom ik de pen in mijn hand te nemen om u onze blijdschap te la ten weten dat wij hulder geonden hebben en zoo dikwijls gezeid waar zouden zij zijn. Wij wisten dat gijder in frankrijk was maar niet waar.
Alixq, wij zijn in Frankrijk gekomen de 2 mei 1914 als wij uit Yper gebombardeerd waaren. Zuster Elodie en haren man en kinders zijn seder wij weg zijn van ons huis wij hebben altijd te gaare geweest. Ik vraag ook nog als u vader en moeder hun nog geneeren in Frankrijk. Zij kunnen zeker ook nog geen fransch. Wij geneeren ons niet omdat wij niet kunnen spreeken. Al de jongens kunnen de taele niet. Zij zouden ons verkoopen en leveren en wij zouden het maar weeten als wij de koorde aan hebben.
Alix, wij zijn nog curieus als gijder niet en weet waar Gusrten Vandamme is. Hij is seker te Gheluwe gebleven. Onze Henri die in Terhand woonde is daar ook gebleeven en het zijn zeker al Duyitschmans ( duitse bezetters). Ik heb ne keer hulder adres gevraagd aan Richard Durnez en nooit geantwoord en wij kosten niet peinzen waar gijder was.
Den 22 november 1916 schrijft kozijn Albert Verbeke, soldaatB264 3/1, van aan het front
Nichte Alix,
Het spijt mij van zoolang gewacht te hebben van naar u te schrijven maar het is mijn wille niet. Als ik weg gegaan ben uit het ospidaal om naar het front te gaan heb ik uw adres verlooren en seeder dan koste ik niet meer schrijven en nu zie ik hier op al mijn brieven en ik vind het daar nog op eene brief en alzoo kom ik seffens nog eens te schrijven als het is dat gijder nog in dezelfde plaats woont zult gijder mijne brief toch ontvangen.
Den 6 april 1917 schrijft nonkel Camille Dewitte uit Villiers:
Beste Neef,
Gij hebt mij ne keer gevraagt achter Camiel Durnez Claeys. Zij verblijven in Caester in het noorden met het jongste meisje van mijn zuster. Wij gaan malkaar niet meer verkennen. Als gijder iets weet van uw zuster Martha gij moet seffens maare zenden.
Op 10 juni schrijft hij:
Het eerst dat ik u moet laaten weten is het droevig nieuws van onze oude moeder. Zij is overleden te Pontoise en het verdriet is voor ons toch zoo groot. Het is 100 uren van ons en wij hebben nooit kunnen gaan om te bezoeken en moeder en heeft nooit kunnen vertransporteert zijn omdat zij zoo oud was. En sedert zij in Frankrijk was altijd ziek geweest. Maar wij hebben dikwijls weg en weer geschreven en geld gezonden. Zij heeft algelijk niet te kort gehad.