TTwee jaar lang schreef soldaat Achiel Vandamme bijna dagelijks aar zijn zus Alix. Doch nu den oorlog gedaan is verloopt de briefwisseling onregelmatig. Sedert december 1918 zijn er maar een zestal brieven bewaard deels door een onregelmatige ontvangst of nu de oorlog voorbij is, het gedacht " geen nieuws is goed nieuws".
0 Op 4 december 1918 schrijft hij van uit Gent, " ... het was 14 dagen dat wij geen brieven gehad hebben en wij moesten niet schrijven, de brieven vertrokken niet en zoo wat avans van te schrijven als alle brieven blijven hangen.
Nu alice, wij vertrekken bij eenige
dagen naar duitschland. Dat zal iets zijn als wij daar zullen toekomen maar ik
geloof niet dat den oorlog gedaan is want er zit noch iets onder dat ze niet
kenbaar maken. Nu dat is wat dat wilt, belgie is liber.”
oDen 12/12/18 schrijft hij
" ik kom juist 3 brieven
te ontvangen, een van 29 en den 30e van de 11e maand en van den 4e december.
Gij zegt dat het een alf maand is dat gij van mij geen nieuws gehad heeft
een alf maand kan niet zijn of de brieven zijn achter gebleven. Maar ik
heb in 8 dagen niet geschreven daar ik in conge was bij nonkel August. Als ik
eerder in de batterie gekomen ben heb ik het sanderendaags geschreven.
Gij zegt dat gijder staat om zot te
komen. Ge moet nu op mij niet meer denken, er zal niets meer gebeuren, den
oorlog is nu gedaan en het is toch ook niet noodig dat men alle dage
schrijft nu tegenwoordig. Nietwaar, want hier waar we nu zijn is alles vele
dierder dan bachten de kupe.
Ieder keer dat ik schrijf is het nu 1fr of 2 voor 5 blaten en 5 enveloppen is het ne 1 f 25. Zoo als men ne keer of 2 in een week schrijf is het voor het minste 5 naar 6 fr per week. Zoo zie ne keer, zoo het is niet om de zot te houden met papier, niet waar Alice
“ "Maria Vanhaverbeke is dood seder een maand of twee. Zij is ziek gevallen en is dood op 3 dagen. Zij zijn daar toch al jong gestorven nietwaar, maar er is niets aan te doen.”
µOp 17 december 1918 laat hij schrijft hij:
” Ik heb mij ne keer laten trekken in gent in grand tenu en ik vind dat ik schoone getrokken ben . ' k zal er een insteken.” Zie foto hiernaast
Gent den 20december 1918
“ Nu alice dat is een brief dat ik u meegeeft aan eene cameraad tot tegen Bordeaux . Ge moet zien als Martha thuis komt dat gij met haar naar den burgemeester gaat achter een certifikaat voor mij en doen daarop zetten dat Martha afgekomen is van duitschland en dat het meer dan 4 jaar is dat ik haar niet meer gezien heb en alzoo zouw ik nog voor nieuwjaar kunnen thuis zijn. Ge moet geld zenden want het zouw kunnen gebeuren dat wij moeten onze route betalen. Zoo ge moet maar geld genoeg zenden want ge moet ook weten dat het bijna een jaar is dat ik u allen niet meer gezien heb en ik verlang ook ne keer omt e samen te kunnen klappen en lachen.".
Gent 24/12/18 NIEUWJAARSWENS
"Ik kom u een goed en gelukkig nieuwjaar te wenschen, wel te hopen dat wij in het
jaar 1919 allen bij elkaar zullen zijn. Het is nu algelijk een verandering bij
over jaar. Nu is Martha thuis gekomen en we moeten niet meer vechten. Men mag
nu gerust gaan slapen. Vroeger moest men altijd aan iemand denken.
Den schoonen dag zal zeker ook wel komen in
het jaar 19 dat ik zal mogen van den troep afgaan. Wat eenen schoonen dag zal
dat zijn voor ons allen wij wederom mogen te zamen een nieuw leven uitoefenen.
Op 2januari laat hij weten dat hij veranderd is van batterie
Antwerpen 2/1/1019 “ Ik heb
goed uwen brief ontvangen van den morgen waarin ik mijn nieuwjaar vint zoo ook
het certifikaat.. Ik bedank u voor uw goedheid.
Nu Alice, ik moet u laten weten als dat ik verandert ben van batterie. Zoo gij moet
opletten als gij schrijft. Het adres staat van boven op den brief. Achille Vandamme 3 batterie 5 Groupe 2 R.A.L - Anvers “
Antwerpen, den 2 februari 1919
“ Ik ben goed aangekomen in mijne batterie maar veel kouwde
geleden in Tourcoing. Bij
Lucie heb ik het goed gesteld. Gij kend ze ook wel, gij moet niet vragen
of als zij gevraagt en getaald . Ik heb haar den pak scocolat gegeven
voor haar nieuwjaar want ik wiste niet wat geven en zij was toch zoo content.
Ik heb daar wel gelachen met die Augusta dat is een
meisje die zouw geerne verkeren want het is zot van een knecht en ik heb er nog
al mede gelachen. ge moet het geloven dat de tijd mij niet tegenstak.
En van daar ben ik naar Lauwe geweest en ik heb
daar ook goed ontvangen geweest en ik wist niet waar eerst zien dat ze allen
zoo zere klapten en al te gaar. Wel wel daar is ne mensch algelijk goed ontvangen.
Nu ik heb een brief ontvangen van onckel Camiel met
een portret van Achille en een van Remie. Zij zijn nog redelijk getrokken. Ik
heb ook nog een brief gehad van Capon en volgens dat het schijnt zouw zijn
zuster maar op 4 uren van hier zijn. Zoo ik zal zeere ne keer schrijven en dan
gaan.
Vele coplementen aan geheel de famille van uwen
toegenegen broeder Achille.“
Dramatisch , nog geen twee weken later is hij overleden, naar men zegde, ten gevolge van de Thyphus of Spaanse griep.
Hij overleed op 13 februari zoals op zijn bidprentje staat
“ Op het ogenblik dat hij de zoete hoop mocht
koesteren weldra zijn geboortegrond en de geliefden, vader en
moeder, broeders en zusters en bloedverwanten weder te zien, is hij