TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

zaterdag 3 april 2021

De piotten gaan weder dapper vooruit


0p 14 oktober 1918 werd Roeselare bevrijd. Soldaat Achiel Vandamme  was in de streek aan het front. Hij schreef over zijn streek.

Front 29 september schreef hij:

 “ Beminde zuster, 
op  Duitsch papier kom ik enige regelen te schrijven om de staat mijner gezondheid kenbaar te maken. Ik ben 8 dagen maar redelijk geweest, veel in het gevaar. 
Maar nu is het gebeterd. We zitten wederom in de slag en onze dappere piotten zitten al over Roeselare en de Engelse in Meenen. Ze gaan altijd vooruit want wij hebben al boven de 200 gevangen genomen”

Front 12 oktober :

 “ Wij hebben altijd veel werk met den offensief en wij moeten weer gaan beginnen. ’t Is toch wreed, den oorlog is bijna gedaan en de Belgen mogen nu geen “ repos”  hebben
Gij vraagt hoe het gesteld is waar wij vooruit gegaan zijn.                                                       Wel ik heb tot tegen Moorslede geweest met iemand van daar en noch ik noch hem wisten waar wij waren. Er stond daar niets meer recht, verre van daar, er was zelfs geen brieke meer te vinden. 
Verder zagen wij Dadizele die nog niet veel geschonden was. Ze schieten er nu hele dagen er op en is ook al geheel plat. Als den oorlog gedaan is zal geen huis meer van geheel Belgie nog geheel zijn."

Front 13 oktober  1918 :

Wij zitten wederom in de slag en de piotten gaan weder dapper vooruit. Ze zitten nu al 10 km over Roeselaere. In 14 dagen zal ons Belgie liber zijn.

Morgen moeten de Belgen wederom vooruit 't is tot Gent dat ze nu moeten gaan en t is de Franschman die voorgaat. Nu, den oorlog zal geen jaar meer duren dat is iets dat geheel zeker is.

Nu, ik heb den brief van George ontvangen met de tien frank er in waarvan ik zeer kontent ben want die heb ik nog al noodig. Wij zullen hier kreveeren van den honger als wij geen geld moesten hebben voor iets te koopen.".

Front den 17 oktober :

" Alix, gij vraagt mij nieuws van de belgen die 4 jaar bij den duitsch geweest zijn. Er zijn er bij duizenden burgers uit Roeselaere en omstreken omgekomen. 

Nu een weinig van het eten aldaar. De boter was aan 40fr. de kilo. 't is serieus en nog vindelijk. Het brood 3 fr. de kilo. Het vleesch 2 keeren per week een stikske de groote van een vinger, 100 grammen 2 fr. en het was voor sauwse te maken.

 Zoo de belgen die ginder zaten hebben in 4 jaar geen vleesch geëten. En alles dat ze kosten denken, alles om ter dierst."

Front den 18 oktober 19218 :

Beminde zuster,

Wij zitten tegen Gent. Wij gaan goed vooruit maar 't is maar een ding en 't is dat het bloed langs de straten loopt "

Een week  later den 27 oktober schrijft hij:

 "Men kan hier niets meer vinden om te eten. Zouw gij mij geen pakje kunnen zenden met kaas of teen of t'ander want ik kreveer bijna van honger maar geen saucisson dat mag ik niet. maar anders is het mij al gelijk. Nu ik denk dat gij  mijn vraag niet zult wijgeren."




Geen opmerkingen:

Een reactie posten