Op 20 juli 1917 werd een attest of soort visum afgeleverd om naar Lourdes te reizen.
In een kladbrief in het Nederlands wellicht om te doen vertalen schreef Alix
Mijnheer,
Ik ben geheel tevreden over mijn reis naar Lourdes en hoop wel dat den goeden God mij zult toelaten nog terug te keeren want den tijd was te kort om wel te zijn.
Ik heeft ook uw groeten afgelegt aan madame en meneer waarvoor zij veel spijt hadden dat gij niet heeft kunnen komen.
Wij wachten naar antwoorden op het adres die gij mij gegeven heeft om mijn liefste zuster te vinden. Dan zouw ik mogen zeggen dat het gij is die ons uit het verdriet geholpen heeft. Daarvoor mag ik niet nalaten u duizend maal te danken voor de goedheid die gij gehad heeft en vergeef mij enige stoutigheid u aan te spreeken. Had ik nooit naar Lourdes geweest ik had ik nooit dat geluk gehad u te kennen.
In een andere brief schrijft zij.
Mijnheer,
Ik heeft ben in de gezondheid uw brief van de 28st dezer ontvangen hetgeen mij groot plijzier doet. Ter zelver tijde ontvang ik ene brief van deze dame van Nice die gij de goedheid gehad heeft haar adres te geven. Voor het oogenblik kon zij mij maar weinig nieuws geven. Zij kende eene dame die dezelfde naam draagt van mijn zuster maar weet niet of het dezelfde is. Zij raad ons aan om naar Evian te schrijven of naar Parijs naar het Comité de Réfuges om te weten als het mijn zuster is want deze dame weet ongelukkiglijk het adres niet maar weet dat zij in frankrijk liber is. Nu heeft deze brave madame die met mij in Lourdes was donderdag den 30st geschreven naar de Ministre de défense in Parijs.
*op4 augustus 1917 schrijft haar broer uit Honfleur dat hij van uit Lourdes een kaart ontvangen heeft
*op6 september bedankt vriendin Maria Vanmeenen haar voor de schoone medaille die zij heeft ontvangen die zij bij het scapulier van haar kinders gedaan heeft
*in november schrijft Adeline Lamaire haar:Ik heb gepeinst dat gij ging schrijven al gij ging terug zijn van uw schoone reize naar Lourdes hoe gij het gestelt heeft. Maar nooit niet gij zijt maar lui. Gij peist zeeker op andere dingen...
*en 13 oktober schrijft haar neef Camiel Dewitte: Hertelijke dank voor uw schoonen souvenier voor de kleine. Ik zou daar ook willen gaan maar wij gaan daar nooit geraken. Het heeft daar nooit geen bedevaart uitgegaan bovendien zij weeten niet wat het is van de misse. Het zijn nooit maar de belgsche mannemenschen in de kerk te zien.
Brief van de dame uit Nice
Artikel over Lourdes in On Vlaanderen 1916
Geen opmerkingen:
Een reactie posten