Soldaat Albert Verbeke schrijft van uit de Depot Convalescents te Pourville (Dep. Dieppe) op 25 sept 1914
Geachte nichte Alix,
Gij schrijft dat gijder bijna tenden Frankrijk zijt en dat gijder daar allen zeker wel zijt hetgeen dat mij plijziert. Mijne ouders zijn ook in Frankrijk zij zijn bijkan aan de frontieren van Spanje. Het is maar 1 provincie meer tussen. Het is in departement Gers dat zij zijn in het dorp La Louvetat.
Nichte, gij zegt ook dat ik niet veel moet pijnzen op Marie ( zijn lief ). Ik pijnze er niet veel op maar toch alle dage ne keer en dat ik het moet weten da'k geen soldaat moeste zijn ik had toch al een jaar getrouwt geweest. Nu, nichte, het is te laat zij is bij den duitschman en ik zit in den oorlog. Maar dat is nog het minste als wij maar ne keer mogen weer keeren naar ons dorpke. Het zal toch zeker wel ne keer beteren en als het nooit betert we kunnen er nog niet aan doen of eerden (verdragen). Maar het duurt toch lang, het hangt al leelijk mijn kl... uit.
En Joseph hij kan ook niet meer naar den klakmolen gaan, zij zijn ook gevlucht en zijn daar niet ver van waar mijn vader is. Hij heeft moogen in kongee gaan naar huis en ge kunt wel denken dat hij ,ook ne keer naar Bertha geweest heeft. Hij heeft meer sanse ( geluk) of ik en veele andere, nietwaar nichte.
Nu Alix, ik denk ook nog dikwijls aan die schoone zondagen dat wij in den Roobaert zaten en ons al te zamen amezeerden en nu is alles gedaan. Maar ik geef toch den moet niet verloren en als wij kunnen het geluk hebben van weer te keeren we zullen nog plijzier maken zooveel als te vooren en mischien nog meer. Als het al in brokken stikken is al ons kanten, we zullen in den bosch gaan wonen.
Nu ik weet een beetje nieuws van al onze streeke. Odiel Talpe heeft gisteren eene brief ontvangen van Lietje van de Gaai die kwam van den rant ( Terhand ?)van Seps waar dat de knechten van den Gaai zijn. Het stond er op dat alles goed was aldaar en dat zij dees jaar schoone tabak get (gehad) hadden en andere vruchten ook en dat het vlas zoo dier was en hoorden ook dat het daar zoo goed was voor de boeren.
Ik heb ook hooren zeggen dat de zot van Patteeuws ook bij den troep is. Het zal niet lang meer duren voor dat den duitsch uit ons bitje belgie zal zijn.
Teofiel en Kamiel Penet zijn ook in Franrijk. Ze zijn maar twee uren van mijn vader volgens dat mijn vader schrijft en dat Teofiel geen zooveel meer schiekt daar den tabak te dier is.
Nu nichte Alix ik sluit nu mijn bief met eens mijn hand te drukken van verre en messchien zal het later weer van bij zijn als 't God belieft;
Van uwen cozijn Albert.
( overleden op 9 sept 1918 in het militair hospitaal Cabour te Adinkerke n.a.v. longontsteking)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten