TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

dinsdag 19 februari 2019

Het lang verwachte nieuws van Martha

Het lang verwachte nieuws van Martha

Op 29 oktober 1918 schrijft Martha deze aandoenlijke brief:
“ Zeer beminde ouders,
Ik ben zeer verwondert dat ik nog geen woord van hunder gehad hebbe. Het is de tweeden brief dat bik u zende, zeg mij hoe dat gij daar stelt in die nieuw<e streke en zoo verre van malkaar weggegaan zijn, wat doet gij aldaar, zijt gij allen in volle gezondheid, laat het mij seffens weten. Den schoonen dag is toch gekommen dat wij verlost zijn van dat beestevolk, maar den dag beste ouders dat ik den eersten brief van uw handen ga  ontvangen gaat noch vele schoonder zijn want vier jaar van malkaar weg zijn en nooit geen nieuws hebben, dat is wreed. Is Achiel soldaat  of niet? En als hij soldaat is geeft zijn adres, als het hunder belieft, dat ik moge hem schrijven want ik peis dikwijls op hem. Zeg mij wat gij allen doet, groote en kleine, wa  thuis gij hebt, hoe dat gij leeft als gij allen te gader zijt. Als mijne kant, ik ben in volle gezondheid maar arm. Niet meer om aan te doen want het is vier jaar dat ik nieuw maak van wat oud is. Het is tijd dat den oorlog gedaan word en het is hier wreed gelijk. Alles dier: voor een paar schoenen 150 fr., voor een meter goed 25 fr.. Zoude gij niet, beminde ouders als het daar een beetje gaat als gij wilde een bitee van alles wilde koopen voor mij. Nu ik ga ophouden van schrijven. Geef mij seffens of nog heer een atwoorde weeder en vele nieuws. Ik kijk alle dagen tegen dat de briefdrager komt maar nooit niet. Dat is zeker voor mij niet geestig, maar dat gaat zeker wel verbeteren. Nu in afwachting van dienen grooten brief, groet ik u allen hertelijk. Uwe toegenegen dochter Martha.                                                                                                                                                          De complimenten aan mijne kennissen.

Uiteindelijk is de brief toegekomen in Vertheuil en van uit  Tourcoing schrijft Martha den 10 november 1918:

“ Beminde Alix, 
Het is met plijzier dat ik vandaag mijne zondag ga passeeren met u beetje te klappen van ver.  Ik heb al uwe brieven ontvangen en bedank u voor al hetgeene dat gijder voor mij gedaan hebt, ook de masseurs die voor ons zoo goedt zin. Ik heb ook dat certificaat en dat mandat van 100 fr. ontvangen en aan al uwe vragen ga ik voldoen en heb ook zeer goed verstaan wat gij gezegt had voor mijn lijf (?)moogt gij gerust zijn.    

Beminde Alix, ik weet nog niet  hoe dat dat ga gaan met dat afkomen, want wij hebben nog geen nieuws gehad van mijne patroons. Ik ga u bij enige dagen schrijven wat dat zij daarvan zeggen. Gij ga mischien trieste zijn, maar mijne ouders voor al, want ik verlang ook zoo om hunder al te zien. Dienen dag gaat ten schoonste zijn van mijn leven als wij malkaar in volle gezondheid mogen weder zien zonder te vergeten onzen broeder Achille die daar misschien in de tranché zit om ons Belgie te verlossen. Och dat den goeden God
mochte onze gebeden aanhoren en hem sparen van alle ongelukken en welk geluk voor ons en onze ouders al groote kinders om onze ouder te helpen.
Alix, gij vraagt wat ik het meest noodig hebt, als gij wilde vragen aan moeder om mij hemden te kopen en broeks en kousen en een kleed voor den zondag, alzoo de ander dat ik hebbe gaat zijn voor de weke. Alix, als gij mij ook wilde plezier doen van naar mijne madam  Delannoy te schrijven voor haar te bedanken voor hetgene dat zij gedaan hebt voor mij. Ge moet maar naar hier schrijven. Zij gaan ton aan mijne madam geven als zij komt en ook een voor madam declercq, want zij hebt wel voor mij gezorgt binst den oorlog. “

Geen opmerkingen:

Een reactie posten