TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

maandag 6 maart 2023

¨Na de oorlog

 

Broer Achiel Vandamme overleed op 14 februari en werd te Antwerpen begraven. Over de begrafenisdienst zelf vind ik niet veel terug. Het bidprentje werd gedrukt te Lauwe wellicht wel door toedoen van familieleden die te Lauwe vertoefden?

Lucie Vandamme uit Tourcoing schreef aan Alice Vandamme in Vertheuil:

" Bien éprouvés recevons avis décès de mon frère. Enterrement Lundi 17 à 9 heures Oncle peut y aller."



 Het was voor allen een zwaar verdriet. Vooral voor zijn zus Martha want op 2 mei schrijft haar nonkel en tante Camiel Dewitte: 

 " Ik heb gezien dat het niet te goed gaat met Martha. Zij moet doen wat ze kan om dat een weinig uit haar gedacht te steken. Wij moeten het allemaal, het is zoo een groot verdriet. Maar heden wij en morgen gij.. Wie weet hoelang wij nog te goed hebben. De dood het is gelijk een dief in den nacht. Wij zijn zeer tevreden van zoo een schoone gedachtenis te hebben " 

1 december 1919

 Wij gaan ook in Frankrijk niet blijven en hoe heb je gijder een barak gekregen ? Is het uwen propretaris van voor den oorlog die er een gezet heeft of heb je gijder een gekocht en welke barakken zijn dat ? Is er daar nog redelijk plaats in ? Wij zouden een weinig van alles willen weten en als het gouvernement niet haastig is zouden wij er zelf een kopen want we zullen zonder ongelukken hier geen jaar meer zijn. Maar het meeste is dat wij geen grond hebben. Den een vertrekt hier nu en den ander dan en wij zijn hier van God verlaten en van den duvel niet gewild.

Blijkbaar in oktober 1919 was men nog niet naar België teruggekeerd daar vader nog "Ons Vlaanderen" op dit adres bestelde. Dit is een kladschrift op de achterkant van een doodsbericht van vader wellicht om het te doen vertalen



Wellicht in mei 1919 Alix met haar broer en zussen per trein teruggekeerd naar haar streek. 

Dit kan men uitmaken uit de brieven  van de zusters uit het klooster van  Vertheuil.


Op 16 september schrijft een zuster uit het klooster van Vertheuil:      

  

  “ Ma bonne Alice, Votre départ a fait du vide dans la maison. Surtout soeur supérieure pense et parle toujours de vous. Vous avez été contente de retourner votre cher pays, malheureusement dans un pitoyable état mais dans un temps tout s 'arrangera.

 Avez vous été à la tombe du pauvre Achille . …..

Je profite pour vous souhaiter une bonne fête de Ste Catherine et je vous envoi une image.



In een kladbrief gericht aan de zusters in Vertheuil, wellicht om te doen vertalen, schrijft Alix:

" Ik stel het eerste klasse goed in mij huwelijk. Ik heb een braven man die in alles zijn vertrouwen stelt op God en waaraan wij samen onze goddelijke plichten kwijten het geen mijn grootste plijzier is.

Onze winkel gaat ten uiterste beste ook in ons werk. Wij hebben deze zomer zeer veel geld gewonnen.

Mijn man heeft 16 broeders en zusters waar er 5 van gestorven zijn, schuld van de oorlog   en waren  allen getrouwt en alle kinders achter laaten. Er blijven nog twee dochters ongetrouwt over, een die dient en de ander bij mijn schoonmoeder.

In mijn huis is alles goed met vader , moeder, Martha en Marguerite en Antoinette. Deze zijn alle in goede gezondheid en ook veel werk. Zij hebben de ,schoonste vruchten van Gheluwe. Al under land is kant en klaar. Mageurite werkt met de paarden gelijk aan vader. Zij is knecht te huis. "


Op 16 sept 1919 schrijft buurvrouw Adeline Dewulf die al te Geluwe terug gekeerd is:

Wij passeeren dikwijls aan de Roobaert maar alles blijft daar stil. 't Is dat die ons zeer vreemd doet. Zoodus  het is tijd dat gij afkomt want gij zijt bijna de laatste vcan den hoek.

Van uit Lauwe schrijft op 16 oktober kozijn Jules Vandamme :

" Beminde familie, Wij zien dat gij ook naar Gheluwe zult komen wonen en dat Alix zou willen komen met de kinders  , ja wij wonen nog in Lauwe maar wij denken  van algauw in Gheluwe te zijn. 

Het is al gelijk wanneer gij afkomt ge mag komen en de twee kleine zullen zich  goed verzetten bij onze buren. En Alix ge moet u niet geneeren, ge kunt naaien op onze machien er is werk genoeg.

Beste familie van wat anders geklapt, wij zijn ook van gedacht van in zoo een paleis te gaan wonen rond de dépot bachten de Vier Winden, ons werk is te ver verwijderd  en ons huis in Moeskroen kunnen we nog niet krijgen want de huizen zijn raar."

In een brief op 26 oktober  van de zusters uit Vertheuil schrijft men: 

" Aurélie n' a pas vous rencontré pâr ce que vous avez pris le trein de 10 h au lieu de huit et que vous n' êtes probablement, descendue au quai d' Orsay. 

Vous êtes tous arrivés sauf et sains. Voilà l'essentiel. et ce voyage est long et si effectué sans trop de mal."


Na wellicht een romance met Capon is er van trouwen ermee niet gekomen. Kort, nog geen jaar nadat zij  uit de Frankrijk naar Geluwe terug gekeerd is is zij op valentijnsdag 1920 getrouwd met Albert Dierynck

Noodwoningen

De Vlaamse regering, via Minister Diependale,  denkt aan de bouw van 15 nooddorpen om de tienduizenden Oekraïense vluchtelingen op te vangen, die mogelijk in ons land terechtkomen.

Het doet mij denken aan de periode na de eerste oorlog 14-18 in onze streek. Toen moest de overheid op korte tijd woningen voorzien voor 100.000 dakloze burgers.

Dat dit voor de 3500 teruggekeerde vluchtelingen te Geluwe niet van een leien dak liep kon men toen lezen in dit kwade kranten artikel  .



Afrtikel in het Iepers Nieuws over de terugkeer van Geluwnaren in 1920


vrijdag 3 maart 2023

documenten

 





Uitnodiging van Alix aan Lucie Vandamme in Tourcioing voor de begrafenis van broer Achiel  op maandag 17 februari te 9h..



Brief 1923 van leverancier uit Brugge voor bestelling meterstof aan 39,50 fr de meter. zie hierboven







Telegram van Achiel op 17 juni 1917 dat hij om 20h in Vertheuil zal aankomen




Omslag van nonkel Henri Pype met er in Liefdesbrief gericht aan Martha


                                                 

Boven omslag van leverancier in 1923 op adres Plaats te Geluwe
Onder omslag van collega Valcke uit Wevelgem  dat 14 October 1921   
zonder adres met "Kleermakers
Brief Valcke  met vraag om aardappelen te leveren door Jules



rekening 1923 met prijzen voor  winkelwaar en naaiwerk






zaterdag 5 november 2022

Over soldij trekken en de trein betalen

 

Den trein betalen om in congé te komen.


Honfleur le 31 Aout 1917

Beminde zuster,

Ik haast mij om u te antwoorden op den brief die ik vandaag ontvangen heb waarin ik zie dat het pakje weg is.

Gij zegt mij ook dat gijder niet meer en trekt . Voor mij is het al lang dat ik u gezegt heb dat gij moeste schrijven naar den minister van oorlog om te trekken. Gij moet maar doen schrijven in het kasteel. Zij zijn daar goed geleerd. Want hier de soldaten trekken allen in haar huis 1,25 fr. Daags. Wijder trekken hier 2 fr. te weeke in de kaseerne.

Alix, gij antwoord wel niet op den brief die ik geschreven heb waar ik van congé gesproken heb. Wij gaan beginnen congé te hebben , alles op zijnen tijd, van het begin van den 15e elk tien dagen thuis blijven. Maar wij moeten kunnen den trein betalen, zo niet kunnen  wij niet weg . Het is maar aan het front dat wij kunnen komen voor nieten. Ik weet niet wat dat zal kosten. Het zal zeker  rond de 15fr. zijn. 

Nu, ander nieuws weet ik niet te vertellen. Ik heb een brief gehad van Valere Dewulf. Zij doen de complimenten. Zij konden bijna niet gelooven dat ik nu soldaat ben.

Aanveerd mijne beste groeten. 

Uwen broeder Achille Vandamme

woensdag 5 oktober 2022

Oudstrijders in de familie

Al ben ik nu 90 jaar nog steeds zindert in mijn hoofd het gedicht van Gentil Antheunis dat wij op school als 10 jarige knaap moesten declameren. Het gedicht "DROEVE TIJDEN" n. a.van de Frans-Duitse oorlog in 1840. 't Zijn droeve tijden als de oorlog woedt Als mensen men slacht lijk dieren Als mensenbloed bij beken vloeit Als haat en kwaad Als nood en dood grijnzen vloeken en tieren Meer dan 250 brieven rapporteren over de vreselijke oorlog 14-18 waaruit blijkt dat er in mijn familie heel wat oudstrijders waren.

Mijn grootvader was met zijn gezin, een van de eerste in de streek, gevlucht tot tegen Bordeaux. °Zoon Achiel Vandamme en kozijns Jules Vandamme, zoon van nonkel August . °de gebroeders Kamiel, Joseph, Albert Verbeke, en Kamiel Dewitte, kozijns langs moeders kant .

Kamiel Verbeke was oorlogsvrijwilliger nr 101/605l71, 1ste linie reg. 4de Cie/IV / Minoterie Petroleumtanks.Hij was geboren te Geluwe 28/02/1895, zoon van. Ludovicus Camillus x Syx Marie . Hij sneuvelde op 26/05/1915 te Kaaskerke in de omgeving van de Dodengang . Zijn broer Albert Verbeke, schreef op 17 september 1915 Als gekwetste vertbleef hij int het Depot des convalescents in Pourville waarbij hij laat weten dat zijn broer naast hem dood geschoten is. Zo schreef Albert laconiek weg

,Nichte Alix "
Ik ben nu in in een schoon kasteel en het is daar goed maar het was beter thuis .                                                                             Nu nichte Alix, ik weet niet als gij het al weet dat mijn broeder Kamiel dood is. Hij is dood geschoten in het mei maand nevent mij en dat was maar geel trieste voor mij. Maar ik koste er toch niet aan doen. Hij was met den slag dood.                                      

 En dan een maand later ben ik geblesseert geweest aan mijne voet en het is nu het 3e ospitaal waar ik nu ben en kan nog maar slegt gaan.”

Hij sneuvelde den 9 september 1918 nabij  Adinkerke . In  1924 werd hij begraven op het kerkhof van De Panne

Alhoewel zij niet samen gestorven zijn doet het mij toch denken aan de  gebroeders Van Raemdonck



In april 1917 schreef soldaat Achiel Vandamme naar zijn zus:  HET GAAT SLECHT, DE OORLOG IS AAN HET EINDIGEN  

Front 7/4/1918 

"'Mijn  twee beste cameraden zijn weg naar het ospital van de gaase die zeer slecht  is.
Alice wij moeten naar de tranchee gaan om pausifen (?)  te maken gelijk ik pijnsde en dat ik u gezegd heb.
Het is niet goed maar toch er is niets  aan te doen en  het gaat slecht zulle bij ons, 't   is gescheten gij mag  het geloven. Nu den oorlog is aan het  eindigen. Als hij gedaan is zal het beter zijn...

WIJ ZULLEN ZEKER NIET ALLEN DOOD ZIJN…   
Front  11/4/18  
 “ ...Ik heb goed uwen brief ontvangen van den 6e
waarover gij zegt dat gij triest zijt dat ik weder binnen ben. Gij moet daarop niet denken, het is oorlog, ik peins daarop al niet. Gij zegt ook dat gij niet gerust zijt maar we zullen zeker niet allen dood zijn maar nu daarvan zijn wij niet zeker.
Er is maar een meester en 'is God en wij moeten zijn wil volgen en hopen op hem.”.

 ‘t IS HIER WAT GESCHETEN, WE MOGEN NIET UITGAAN….  
 “ Nu het is hier wat gescheten op het frond.  Gelijk gij weet zijn wij in repos en geen een mag uitgaan want er is eene ziekte in mijn batterie en wij moeten weederom bij 3 dagen naar het frond , naar Diksmuide.                          
Zoo wij hebben geen groote repos gehad. "

maandag 25 april 2022

Oekraïense vluchtelingen anno 2020 versus vluchtelingen 1914

Hals over kop op de vlucht

n 1914 vluchtten hals over kop , niet wetend voor hoelang met onheilspellend nieuwsberichten over dood en ziekte in hun verlaten streek.


De vluchtelingenstroom voor de Rus uit Oekraïne doet mij denken aan

mijn grootvader die met vrouw en vier minderjarige kinderen in 1914 op de vlucht sloeg voor de aanstormende Duitsers.  

Na moeders dood vonden wij meer dan 100 jaar later op zolder een pakje met a.h.w. verdrongen trieste herinneringen met meer dan 200 oorlogsbrieven van familie, vrienden en soldaten die schreven naar mijn moeder als 20 jarige op de vlucht tijdens de oorlog 14-18.


Meer dan 300.000 oorlogsvluchtelingen uit Oost en West Vlaanderen waren evenzeer op de vlucht. Zij trokken te voet en soms met paard en kar, over Poperinge  naar Noord Frankrijk en verder tot diep in Frankrijk . Mijn grootvader Jules Vandamme, geraakte tot in Vertheuil  tegen Bordeaux.

Soldaat nonkel Camiel Verbeke schreef van uit het opleidingskamp in Pourville dat

zijn ouders in Frankrijk gevlucht waren tot aan "de frontieren van Spanje.". 


Een vriend die in Poperinge/Abele gebleven was schreef: 

Het heeft me zeer verwonderd te vernemen dat ge weg waart naar Frankrijk maar niettemin hebt ge nog een goed gedacht gemaakt want ik vind voor mij hoe langer alhier blijven hoe meer miserie.  In drie weken is het volk van onze streken zeer verminderd, zowel rijk of arm. 

Ik had al dikwijls gezegd maar waar zou Jules Vandamme wel zijn. Wij hadden al dikwijls gezegd die menschen zijn zeker vergaan op zee”  . 

Als gijder van ons voortgegaan zijt van Vlamertinge hebben wij een brief ontvangen dat gijder in Calais was en hebben dan nooit een brief terug gehad.    Dan zijn wij t’ende februari, ziende dat den oorlog nooit veranderde naar Poperinge en van daar met de trein naar Calais getrokken. Wij hebben in Calais vijf dagen in een grote school geweest en dan was het al vol vluchtelingen. We zijn dan ‘s avonds naar den trein moeten gaan en hebben een dag en een nacht op de trein moeten zitten. We zijn toegekomen in Bayeux waar wij nog een nacht moesten blijven en  dan  ‘s morgens met den tram naar Coumont. We zijn daar met drie families van Becelaere: Paul Deprez en René Nuyttens en wij. en een van Wervik en een van Zillebeke, een van Ryssel en een van Charleroi.”


Terwijl zij gevlucht waren vernam men over de verschrikkelijke oorlogsfeiten en de vele doden in hun achtergelaten streek. Zo schreef haar buurvrouw:


“ Ons huis aan de Roobaert is ingeschoten. Er is een obus langs de gevel binnen gegaan maar het is niet afgebrand.                                                                          

En Camiel van Karel Puype is dood geschoten van de duytsche omdat hij niet wilde doen wat zij deden. Hij moeste naar Becelaere naar de kerke gaan om dynamiet te doen springen en hij wilde niet.  

 En de hofstede van Pierre Deprez is in de lucht gesprongen. Het was een depot van munitie. 

En Cyriel van Soie Bulcke is ook dood, zij hebben hem moeten zere begraven op d’hofstede.                                                                                                                     Aan de kant van de Becelaerestraat staan er vele kruisen van burgers die begraven zijn en niemand weet wie daar begraven is.   Het kerkhof van de Duytsche is in Bayaerts weide langs de kant van de winkel van Henri Soens.

Er passeren geen weken of er vallen doden. Vooreerst twee knechten van moeders broeder.  Een schoonzoon van de derde knecht van moeders broeder is over vier maanden doodgeschoten aan Verdun. Hij is maar 20 jaar.    En dan komt moeders zusters een knecht en al de Bulckaens sedert dat hun moeder dood is. 

 Wij hebben vernomen van menschen van Becelaere waarvan hun zuster te Gheluwe woont dat geheel Gheluwe, Menen, Wervik en Dadizele in Brussel toegekomen zijn. 


Tot overmaat van ramp was er was niet alleen de oorlog maar ook de ziekte in eigen land.  


In de brieven vind men heel dikwijls de laconieke mare van kennissen die overleden zijn, hetzij gesneuveld in de oorlog of verongelukt of door ziekte, bijzonder de typhus.      Soms worden ze genoemd met hun "lapnaam" of met hun bijzonderheid of waar men woonde, bij wie men werkte of van wie men familie is.

Zo schreef men:

“Alhier is bijna geen gemeente of de typhus bestaat onder de burgers gelijk onder de soldaten en velen sterven er van. 

  Er zijn reeds vele menschen van Becelaere begraven: Paul Haverbeke en Charles Woestijn en zijn vrouw ( schoonouders van Ernest dewulf) Deze zijn 17 uren verscheen dood en dezelfde dag begraven te Vlamertinghe?

 Frans Desmedt van den Oosthoek en Hélène Denys van bij ‘t onzent, 24 jaar, Thérèse Buyse’s kind, Theofiel Soenen is berecht geweest maar is nu aan de betere hand .

Martha en Cesarie van René Vervaecke en Martha Goemaere  die gij zeker ook kent zijn dood en Sidonie Wyffels en de  knechtjes van haar mans broeder zijn dood gesmeten van de bommen. En Henri Soens is ook over 8 dagen dood.”


Via briefschrijvers verneemt men de dood van zoveel bekenden  uit Geluwe-Beselare


Camiel  de zoon van Karel Puype  -  Cyriel van Soie Bulcke -   Elie Soete is  dood geschoten in den tranché naast zijn broer -  Frans Desmedt van den Oosthoek - Hélène Denys van bij ’t onzent op den  Molenhoek  - Thérèse Buyse’s kind -    Camiel Debeuf die te Verstraetens met de peerden ging -       Victor Van Walleghem die te Rène Myttenares was -    Charles Nuytten van de Gheluwe molenhoek -   de zoon van Jules Zoete en Jules Delthour zijn  dood geschoten van de Duytsche omdat hij van zijn hof niet wilde gaan -   Paul Haverbeke en Charles Woestijn uit Becelaere en zijn vrouw ( schoonouders van Ernest dewulf) dezelfde dag begraven te Vlamertinghe - Isidoor Vermont  de broer van Theofiel Vermont   De dochter van Jan Bechard. -    De moeder van Camiel Dewitte-Vermont is overleden in Pontoise -   Drie dochters van Charles Puypens zijn dood in het hospitaal in St Omer -    De knecht van Ingelbeens  die te vrijen ging naar de dochter van August Vannoite is dood  van Typhus   Alida Desmet van den  Oosthoek en  meester Detrieu , -   Maurice en Elza Samijn -  de vrouw van Camiel Samijn -    Marie  Calies die getrouwd is met Ernest Masschelein en haar kindje -   de vrouw van Vanfleteren  -   de kleermaker van Gadeines van de Molenhoek -                  
De man  van Marie Vanmeenen zijn broeder die getrouwd was met de dochter van Charles den timmerman -twee zusters van René Vervaecke, Martha en Cesarie -    Martha Goemaere van Terhand -   de vrouw van Achiel Brouwers . Albert en Camil Verbeke - Achiel Vandamme dood van de typhus  in februari 1919

Zoals de Oekraïense vluchtelingen niet weten hoelang de oorlog zou duren bevatten heel veel brieven  verzuchtingen over den "langdurigen oorlog.
 “ Hopende dat binst den loop van dit jaar wij den vrede zouden zien aankomen “

Op 30 april 1914 schrijft soldaat Theophiel Vanmeenen:   

                                            

“ Ik heb een brief ontvangen van Cyriel Soenen en hij zegt dat er zoveel Russensche soldaten zullen toekomen en dat er al veel toegekomen zijn van Oostralie en ook veel Canadeezen. 

Als men dat al hoord men zouw pijzen dat de wereld ten einde is. Het is maar gelijk gij zegt wien hadde het eens gedacht als zij alleen binnen geroepen waren, wij mochten wel denken dat zij in vier gingen weeder zijn, het zal vier jaar zijn voor dezen die nog leven want hier zal het eindigen, het zullen nog veel menschen hun leven verliezen.


Op 217 september 1915 schrijft haar nonkel Albert verbeke uit Pourville

“Het zou alligte mogen gedaan zijn met diene langdurige oorlog want ik ben het al lang moe maar het komt nooit geen verandering”.  

                                                                                              

Een jaar later in Oktober 1916 schrijft   buurvrouw Maria Vanmeenen :


“ Wanneer gaan wij ons huis weeder zien en zijn gelijk van voor den oorlog niet waar. Zij zullen maar staan van oorlogen als de menschen al dood zijn. Ze zeggen dat den oorlog nog gemakkelijk twee jaren kan duren zo moeten wij nog op ons huis niet peizen, ik geloof dat wij op het leste van de wereld zijn.”.                                                                                                                                                      

In Augustus 1916 schrijft Cyriel Vermont


“ Ik geloof, mijn ziele,  dat den oorlog nog in de eerste vijf jaar zal gedaan zijn.  Als ik zal komen zal den oorlog misschien al gedaan zijn. Hij kan toch niet blijven duren.”.


Haar nonkel soldaat schrijft uit de tranchée  28.02.1917

“ Beminde nicht ik hoop dat het met u allen nog goed is anders zou het mij veel verdriet doen. 

Surtout nu dat den oorlog bijna gedaan is  en dat wij allicht zullen mogen were keren 

naar ons land en dat wij al te gaar eens kunnen ons goed vermaken. Ze zeggen dat den oorlog bijna gedaan is maar ik weet dat ook niet maar ze zeggen dat hij alleszins van deze zomer  zal gedaan zijn. Het is te hopen dat het mag waar zijn.”.

vrijdag 26 november 2021

Ik stel het eerste klasse goed in mijn huwelijk

 Ik stel het eerste klasse goed in mijn huwelijk


Alix is gehuwd op 14 februari 1920, een jaar na het overlijden van haar broer Achiel. Wellicht was het de gewoonte om een jaar rouw te houden. In een brief (ongedateerd) aan de zusters in Vertheuil schrijft zij.


Beminde zusters,

Gij zult zeker verwondert zijn zoolang geen nieuws van mij te ontvangen, geheel de zomer is bijna voorbij zonder niet het minste nieuws te geven. Voor mij is het niet schoone zoolang wachten u geen nieuws te geven maar God weet dat ik u alle in mijn gebeden niet vergeet waar ik u nooit zult vergeten.


Beminde zusters, ik stelt het eerste klassen goed in mijn huwelijk. Ik hebt een braven man die in alles zijn vertrouwen stelt op God en waar wij samen onze Goddelijke plichten kwijten het geen mijn grootste plezier is.


Onze winkel gaat ten uiterste beste, in ons werk ook. Wij hebben deze zomer zeer veel geld gewonnen


Het leven is in België zeer kostelijk maar de daguren zijn ten oogste. Alle werkmannen winnen 250 (2,50 fr.?) te uure. Het geld heeft geen weerde. Ik denk dat dit alles niet lang meer kan duren. Allier is er soms gesproken van nog maals oorloge hetgeen mij niet zouw verwonderen.


Beminde zusters, in België is er veel gebeden maar toch is het België verslecht bij vroeger. Deze die in frankrijk  gevlucht geweest zijn  zijn al de slechste. Wij moeten bidden voor hunder.


Mijne man heeft 16 broeders en zusters waarvan er 5 gestorven zijn, schuld van de oorlog en waar allen getrouwt zijn en laaten allle kinders achter. Er blijven nog twee dochters ongetrouwt; Een die dient en de ander bij mijn schoonmoeder de  andere alle getrouwt en kinders. Zoodus zouw ik wel weten aan wie een fourrure maaken. (Nota:  heeft destijds konijnenvellen gevraagd om foururen te maken).


Beminde zuster Marie ,In mijn huis is alles goed met vader moeder Martha en Marguerite. Deze zijn alle,  in goede gezondheid en ook veel werk. Zij hebben de schoonste vruchten van Gheluwe. Al hunder land is kante en klaar.                                                                                                                            Marguerite werkt met de paarden gelijk vader. Zij is knecht te huis.                                                        Met Antoinette gaat het geheel goed, dikke en vet. Zij komt de zondag bij mij doorbrengen en somtijds in de weeke. Zij gaat naar de school. Zij heeft al twee maal in de processie en was de schoonste. Het zal eene groote feeste zijn  in Gheluwe den 2den zondag van october, een fête de la patrie en zij zult moeten het portret dragen van de gesneuvelde soldaten.


Soeur Marie, houd gij nog altijd duiven, mijne man is ook liefhebber van duiven. Het zijn voyageurs. Wij hebben al verschillige heere prijs gelukt. Wij hebben vijf koppels.

Ik heeft ook twee konijns. t’is jammer dat gij niet kunt komen. Ik zou ne keer willen dat gij het front ziet

Ik heeft ook bloemen maar ook weinig tijd om wel te bezorgen.

Wat ik het liefst zouw hebben dat gij mijne man kent…..


Vele kussen van ons alle

Albert   Alix


donderdag 25 november 2021

Afscheidsbrieven uit Vertheuil

 Afscheidsbrieven uit het klooster van Vertheuil


Wellicht in mei 1919 Alix met haar broer en zussen per trein teruggekeerd naar haar streek. 

Dit kan men uitmaken uit de brieven  van de zusters uit het klooster van  Vertheuil.


Op 16 september schrijft een zuster uit het klooster van Vertheuil:      

  

  “ Ma bonne Alice, Votre départ a fait du vide dans la maison. Surtout soeur supérieure pense et parle toujours de vous. Vous avez été contente de retourner votre cher pays, malheureusement dans un pitoyable état mais dans un temps tout s 'arrangera.

 Avez vous été à la tombe du pauvre Achille . …..

Je profite pour vous souhaiter une bonne fête de Ste Catherine et je vous envoi une image.


In een brief van soeur Gabrielle op 17 september lezen wij


“ Votre bonne et longue lettre a fait grande plaisir à toute la famille, ainsi que votre carte. C’est déjà un mois que vous nous avez quittés. Ce doit être bien pénible par moments que cette reconstitution de tout un pays devastré.. Le  bon  Dieu vous donne la santé et la résignation.


op 20 oktober schrijft een andere zuster 


“ Depuis quatre ans vous faisiez partie de la famille, notre grande fille et longtemps, bien longtemps vous nous manquerez mais pour vous  comme pour tous il faut se souvenir qu’ici bas c’est l’exil. …

Partagez avec maman, Marthe et Marguerite, sans oublier les deux chéries nos meilleures tendresses. Un bon souvenir à Papa, ses pommes de terre sont délicieuses. Merci encore.”


Op 8 november schrijft men vanuit La Gravière, een bijhuis van Vertheuil waar Alix op donderdag ging helpen; 


“ Ma bonne Alice, vous nous manquez bien le Jeudi. Nous nous étions si bien habitués à vous laisser le soin de notre ravaudage.. Nous pensons bien à vous à La Graviere aussi bien qu’à l’Hopital et il nous vient souvent à la pensée la peine que vous prenez au milieu des ruines de votre cher pays.

J’espère, ma bonne Alice,que de temps à temps vous nous écrivez quelques mots pour nous tenir au courant de ce que vous devenez.

Georges et Antoinette ont dû commencer d’ aller en classe. Les pauvres petits oublieront bien vite,la France, cela je comprend. Je crains, si l’hiver est rigoureux, que vous ne souffriez du froid dans vos baraques en bois..


dinsdag 22 juni 2021

Een staal Gilw's dialect uit de brieven

 

De brieven  zijn geschreven in het dialect en in de stijl van toen.en zoals men sprak op zijn Gilw's. Men gebruikt ook dikwijls tussenwoorden als “Nu; Alix..., en “ Gij zegt of gij vraagt “ .

Men schrijft zonder leestekens ( punten en komma’s) , kennen de regel van d-t niet  noch het verschil tussen de "g" en "ch". en de enkele of dubbele klinkers bv. “ Wij hoopen of  weederkeeren” ” .Om een betere leesbaarheid heb ik  leestekens ingevoegd. Heel dikwijls is in de datum  het jaartal omgekeerd zoals 1961 i.p.v; 1916

Ge peinst dat wij allemaal dood zijn maar ‘t is geen waar, het is een tijd die mankiert ( ontbreekt) om te schrijven.                                                                                              

  •   We hebben deze maand gedaan gehad met de bitraepen,( suikerbieten)  dat was zaterdag gepasseerd acht dagen ( verleden week zaterdag) en nu zit ik in een ander werk, ik heb nog drie dagen bij een ander boer gewerkt aan zijn bitraepen  ( bieten)

  •  ik ben woensdag 15 november poester ( boerenwerker) genoemd, Ik heb nu voor het moment 27 koeien te bestellen ( bedienen). Ik moet al doen wat er aan te doen is en ik win een schoone dageure.( dagloon) . Ge zou moeten raen ( raden) ge zou moeten veele raen. Ik zal het de naaste keer op mijne brief zetten als  ik het  juiste weet.

  •  Maurice, Ik heb onze grote kamejonk ( camion) verkocht voor 750 fr.. Had het moeten voor den oorloge zijn ik had er geen 200 fr. voor gehad. Het waren maar de achterwielen meer die geheel goed waren en het ijzer. Ik heb nog de gareel en de zwingel en het arnas ( harnas) en mijn grote basche  ( zeil) maar ik zal dat niet verkoopen. Ge wit niet waar dat zouw kunnen te passe komen .                                                 
  • Jul, ik zouw moeten ( moest ik) ene wagonk heen (hebben) voor dat g’antworde weere heed      ( heeft) ik zouw niet wachten want het zouw altermee lang duuren heer (vooraleer) wij nog nekeer ( eens) een wagonk heen.(hebben). Het is voor mij stijf ( zeer)  wel, wij zullen dan de ruze( moeite) betalen                                                              
  • Weet gij niet hoe dat die sporte in het wiel gekomen is ? ( weet je hoe dat gebeurd is ?)

  • Het is niet meer leeflijk van de dierte

  • Het zouw alligte ( binnen kort) meugen gedaan zijn.

  • Hier moet ik hele dagen in mijn bed van den doktoor maar dat hangt mijn klooten uit. 

  • Cyrielle zijn slaapmaat is ook over 14 dagen berecht geweest, ik heb gemeend dat hij ging gaan zien naar de nunnen maar den duvel wilt niet doodgaan, hij zit reeds op, hij kan smooren en vloeken en goed keppen van de affaire.

 300 lans vlas

20 gemeten vlas

Vlas slijten, roten  zwingelen,

beeten (bieten)en bitraepen ,

aale voeren in een aalput

een zwingel van de wagen,

een kartang (soort landbouw werkman),

 geen sou trekken

 Niet kooplikke, veel te diere, 

 korte patienen ( klompen),

een palto ( mantel)

een contremaitre ( onderchef)   

zijn karot ( plan) trekken

met een blessure,

Iemand kullen

tranchee

 prisoniers,

in repos komen,

de barieren (slagbomen),

couverts (dekens)

het is een bitje geleen,    

Hulder stove

Verbastardeerd

Oren afgeknezen

Wieder, gieder , gijder  , zieder   ,hulder

Smooren

Met iedele ( leege) handen

Stekkerdraad

Bescheid geven

Propretaris

troplein