In meer dan 200 brieven schrijven vluchtelingen en soldaten uit Geluwe en Beselare naar Alix Vandamme, 20 jaar en oudste dochter van Jules Vandamme over hun ervaring met de wrede oorlog. Meer dan honderd jaar geleden, toen er nog geen mailbox of digitale correspondentie bestond waren er de brieven als haast dagelijkse ervaringsuitwisseling tussen generaties, families, vrienden. Soms liggen die vergeelde brieven jarenlang tot een eeuw in een stoffige verhuisdoos wachtend op een lezer.
TER INLEIDING
Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.
Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.
De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .
Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com
woensdag 25 september 2019
Plezierige dagen van vroeger
Op 9 augustus 1916 schrijft hij:
" Beste vriendin,
Na dikwijls gedacht te hebben aan u als oude kennisse en gepeins te hebben waar zou dat braaf en geestig meiske nu zitten waarmee we zo dikwijls geklapt en gelachen hebben als we op ons beminde Beselaere waren en zoveel geestige en plezierige dagen beleefd hebben en nu ongelukkig overal rond gespreid zijn.
Ik heb uw adres ontvangen van Henri Bouckaert en was de eerste maal dat ik hem zag sinds den oorlog. Alzo geef ik mij de stoutigheid van u te schrijven hetgeen ik denk u aangenaam te zijn.
Zeggen dat ik al in zoveel plaatsen geweest ben waar het zo gevaarlijk was en toch ben ik er nog altijd. Ik ben ook al geblesseerd geweest maar ik ben nu wederom meer dan een jaar op het front. Het is daar dat Elie Soete dood geschoten is, de ongelukkigaard.
Waar is de tijd dat ik een goeden avond is komen zeggen in de "Sleerin" waar gij ook was. Maar waar is Odiel en Adeline ? Ik ben over een maand of zes bij Achille Lapere geweest en zij waren ook nog in volle gezondheid.
Op 11 september schrijft hij:
" Beste vriendin,
Gij zegt dat uw zus Martha in het Fransche gebleven is bij den Duits. Ik heb ook twee broers, dat gij goed kent Henri en Georges, die bij de Duitsche zijn. Wij ontvangen nooit geen nieuws van hen. 't Is te hopen dat het nog altijd goed gaat met hen. Vader en moeder en Jeanneke zijn in Tréport en stellen het goed. Zij zijn in dezelfde stad van de burgemeester en Silveer Durnez.
Ja Alix, wij zijn ongelukkige menschen, alles kapot geschoten en vele achtergelaten. Niets aan te doen als we maar gezond naar huis mogen gaan, maar nog wat courage.
Ik zou nog iets vergeten. Weet gij dat Richard Durnez weg is om te gaan trouwen naar Honfleur. Hij zal zich zeker smijten, daar voor een dag of twaalf bij dat jong vrouwke. 'k Zou in zijn plaats willen zijn want hier is niets te verkrijgen; Voor ons is het nog erger dan de prisonnier.
Nu Alix, moest het zijn dat gij zou trouwen op het onverwachts. Zeg het mij nietwaar.
Uw vriend
Vandelannoote Robert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten