TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

maandag 22 maart 2021

Ik ben nu niet meer bij de piotten

 

Na het opleidingskamp in Honfleur is broer Achiel in Calais aangekomen en schrijft naar zijn zus.


Calais 4 jan 1918

Nu Alice, we zijn hier beter dan in Honfleur. Men moet hier bijna niet doen maar we zijn min of meer in gevaar want de duitsche durven hier nog komen bommen smijten met hunne vliegmachienen.                                                                                                                           Nu Alice, ik ben nu bij de piotten niet meer. Ik ben nu bij de mortiers. Dat zijn kleine cannonnen die in de tranchee staan. Ik moet maandag naar Eure om de kannonen te leeren. Het is beter of de piotten want we moeten geen zak en geweer dragen

St Quentin 12/1/1918 

Nu gij vraagt  ook bij welk volk ik nu ben, men noemt dat volk "mortier de tranchee". Het zijn kleine cannonschens ,maar wij zullen gekleed zijn lijk paardevolk ,maar wij moeten zelf onze cannonschens trekken met 6 man ,maar wij zullen waarschijnlijk te zomer bij de grote canons gestoken zijn.

Calai 31 jan 1918

Beminde zuster, Voor den eersten dag dat ik hier ben zij hebben mij nog al doen springen de Duitsche vliegers. Zij hebben maar 2O bommen gesmeten en al dicht bij ons. Maar zij hebben er niet in gelukt want er waren geen doode nog gekweste.

Nu Alice gij zouwt nooit raden bij wie ik geweest heb. bij Omer Demyttenaere. Hij is hier ook in Calais en er is hier nog een van den Terhand Maurice Vandenammeele die gij zeker wel kent en de knecht van den hast  van Becelaere. Ik heb ook bij Camiel Scheerlynck geweest als ik nog in St. Quentin was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten