Het kamp van Auvours werd voor de oorlog als oefenterrein gefrequenteerd door verschillende Franse regimenten. Op het einde van 1914 werd deze plaats het belangrijkste opleidingscentrum voor de infanterie van het Belgische leger (5 à 6.000 rekruten). Eerst sliepen zij in tenten en later in barakken.
Het lag in een bosrijke omgeving daarover schrijft Theo Vanmeenen 24 ,ov. 1916
Een normale dagorde van het kamp bestond uit: 06.00u Reveil
De oefeningen konden ter plaatse zijn in het kamp maar bestonden ook uit dagmarsen op verplaatsing. Vaak door regen en wind. Er was niet alleen het ploeteren door slijk maar tevens het immer aanwezige hongergevoel.
Theofiel Vanmeenen laat weten dat hij nog steeds in het kamp is; 9 dec 1916
“ Ik zit nog altijd in het Camp d’Auvours met mijnen voet en zweren op mijn benen. Maar ik dank wel dat ik zal genezen zijn binnen 3-4 weken want ik ben het lelijk moe. Hier moet ik hele dagen in mijn bed van den doktoor maar dat hangt mijn klooten uit. Ik ben nu niet meer benauwd van naar het front te gaan want al de mannen van de klasse 6 en 7 gaan bij de artillerie en dat is nog al goed wij zullen in geen tranché moeten zitten. “.
“ Beste Vriendin
Ik zou al lang geschreven hebben maar Ik vond het niet meer en heb uw adres gekregen van Theofiel Vanmeenen waar ik geweest ben in het Camp d’Auvours als ik geblesseerd was. Ik ben u weer al genezen en terug op het front. Mijn blessuur is niet erg geweest, een beetje aan mijn been van een granaat. Ik ben er maar een goede twee maanden achteruit geweest, een schoon carotje, een mensch rust een beetje uit met zo achteruit te gaan. Met mijne ouders gaat het nog altjd goed. Uw toegenegen vriend. “
Geen opmerkingen:
Een reactie posten