TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

woensdag 6 maart 2019

Van vrijers, trouwers en bastaards.



Cupido nog actief  in oorlogstijd.


“ Alix , gij kent wel Louise Verstraete de weduwe van de Sleerin. Zij is getrouwd maar ik weet nog
niet met wie  en de dochter van Paul Duthoo heeft een engelsman gekocht en de dochter van
Emiel Duthoo ook en twee dochters van het Zwaantje. Ge ziet dat den oorlog veel dingen
veroorzaakt en een van Jullie Terrins van den berg heeft ook een kleine gekocht en een ander van
de de dochters die getrouw is ook een “van moeten”.


“ Ik zou nog iets vergeten, weet gij dat Richard Durnez weg is naar Honfleur om te trouwen, hij zal
zich zeker smijten daar voor een dag of twaalf bij dat jong vrouwke. Ik zou in zijn plaats willen zijn
want hier is niets te verkrijgen. Het is erger dan in een prison. Nu, Alix, moest het zijn dat gij zoudt
trouwen op het onverwachts, zeg het mij toch niet waar ? “

" Alice, er zijn al veel belsche dochters getrouwd met engelsche soldaten. Ik weet al een van
Becelaere, de dochter van de herberg De Koertekeerj en zij doen dan ene vrouw naar engeland,
dat is ook geestig niet waar Ge kunt wel peizen wat er aan schild dat zij moeten trouwen .
"Maria Vanmeenen


: “ Gij zegt ook dat ik niet veel moet peinzen op Marie. Ik peinze er niet veel op maar toch alle
dagen ne keer en dat als ik geen soldaat had moeten zijn , ik al een jaar getrouwd was.”
Albert Verbeke


“ Alice, Ik heb gehoord dat ge niet meer zult terugkeren naar België, dat ge kortelings gaat
trouwen met nen Franschen boer. Wat zullen uwe vrijers van Gheluwe, Zonnebeke en Becelaere
triestig zijn. Ge wacht van trouwen tot na den oorlog”


“ Gerard Boogaert als hij komt vraagt altijd hoe het gaat met u en als ge nog niet vrijt, maar mij
dunkt dat hij schrijft naar u nu en naar Capon. Hoe is hzet komt hij nog naar u, mij dunkt dat hij
den naasten is, niet waar.”
Uw vriendinne Adeline november 1917


“ Alice, ik ben ook nog verwondert van het nieuws dat gij schrijft van Irene en Carel Capon.
Ik heeft gepeist dat het ging een trouw zijn. Weet gij niet hoe dat die sporte in het wiel gekomen
is ?”Oct. 1916  Theofiel Vanmeenen


“ Alice, ik ben ook contant dat wij in het Fransche zijn want achter den oorlog zullen er maar
weinig goede menagiën  meer zijn want het zal al verbastadeerd zijn dat er is met engelsche, fransche en
belgische”
30 april 1916  Maria Vanmeenen


“ Ik wensch u ook een zalig nieuwjaar en dat wij van het jaar mogen weer keeren naar onze streke.
Ik wensch u ook eene schoone trouwfeest en eene fermen man binst het jaar. “
29 december 1916 Theofiel Vanmeenen.


“ Martha zal trouwen, zeggen ze, met Gaston Van de Kapelle, ziet nog eene van uwe vrijers dat
ge kwijt zijt. Ge zult al zoo er zonder vallen. Quelle malheur ! “
4 november 1917 Simonne Lamaire


“ Nu, van andere dingen gesproken. Hoe is het met al uw vrijers. Gij heeft er nooit niet van verteld
of is het daar geen mode. Dat kan ook zijn”
Parijs 31 juni 1917 Adeline en Simonne Lamaire


“ Ge zegt dat gij gaat uwen neusdoek houden tegen dat gij trouwt. Gij gat toch zeker wachten
tot wij kunnen naar uw bruiloft komen”
8 juni 1918 Camiel Dewitte-Vermont

Odiel Lameire schrijft: " Alix, ik heb gehoord dat gij met Capon gaat trouwen."

Alice, Wij hebben niets anders gezydt tegen Cyriel ,of dat het niet schoon is van subiet te trouwen
als de oorlog gedaan is dat hij nog zeker een weinig had kunnen wachten. Maar als het komt dat
hem met een ander trouwt zult hij het doen om u te kullen maar hemzelf zal er mee gekuld zijn
want tes hij die ter mee moet leven en met zoo een verkeeren en zoolang en met een andere
subiet trouwen. Zoo mannen trouwen nooit met hun gedacht en ze hebben nooit geen geluk.
Maar ik weet wel hoe het gaat als men zoolang met hiemant verkeert hebben daar spijt van. Als
dat waar is heeft hij leelijk misdaan want ik weet, Alix, dat gij een goed meisen zijt en treffelijk.
Veronica Capert Moorsele 1 april 1919

Geen opmerkingen:

Een reactie posten