TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

vrijdag 11 oktober 2019

Niet kopelijk van de dierte



Het leven is kostelijk

Wij gaan allemaal veel brood honger lijden en andere dingen krijgen wij niet. De levensmiddelen zijn niet kopelijk van de dierte en niet krijgelijk..En ons geld is bijna op en wat gaan we dan doen.

 Het leven is hier kostelijk 5 fr. voor de boter de kilo, kleine broodjes 50 cent, de suiker 18 sous de kilo.
werken aan 1,25 fr.  Voor de aardappels is het 50fr. voor honderd kilo, de rijst 1,50 de kilo, de boter 6 fr. en de eiers 20 centiemen.
Cyriel Capon  4e chasseurs à pied 212b- 3e divis, 
En ons geld is bijna opwat gaan we dan doen. Het leven is hier kostelijk 5 fr. voor de boter de kilo, kleine broodjes 50 cent, de suiker 18 sous de kilo.

 Villers 6.9.19. Nonkel Dewitte-Vermont
Het is hier allemaal meer leefbaar van de dierte: Boter 7fr.- eiers 5fr. de dozijn, café 7fr.- rtijst 3fr. – Zeep 1,50 fr. stuk kleedinge het is geen doen aan – schoenen voor te werken 35 fr., voor ons kind 12 fr. Allez zeg, ’t is oorloge maar ze vragen allen om ter meest

Het inkomen van werk en vluchtelingentussenkomst      
              
Beste vriendeinne, ge komt mij te vragen als wij hier al trekken.     Al diegenen die werken hebben geen vluchtelingengeld meer en waar niemand wzerkt trekt 1fr. per kind en 1,50 fr. voor de vrouw Beste vriendeinne, gij hebt recht aan geld vooir uwen broeder voor hisvesting. Ik trek 40 fr. huisvesting voor mij en de kinders. Ik weet niet wat gij zult trekken maar gijder zult trekken voor uw broeder. Schrijft naar dit adres die achter op den brief staat maar ge mag niet zeggen dat gijder veel geld verdient..                                                                                                                         

Wij wonen in een grote hofstede en wij hebben driehonderd lans land aan 10 fr. de maand maar wij zijn met twee ménages dat is elk 5fr. 
Camiel krijgt 8fr. daags en Achiel 45fr. per maand maar in de zomer is dat dan meer..

 Wij zijn maandag vertrokken naar ons nieuw huis  maar gijder zal moeten komen om fruit te eten. Er zijn 60 fruitbomen. We zijn niet verslechterd wij hebben 150 aren land en een pacht van niets, wij hebben het nu van de parochie.

Germaine is maarte bij een die vis verkoopt aan 35 fr. per maand

Het is nu al vier maanden dat we allen in het werk zijn. Vader werkt bij de hoveniers aan 7fr. daags en eten en Marguerite aan is bij den boer aan 1 fr. daags en eten,

2 augustus I917
Beste vriendinne, ik win alle dagen 16 fr. van ‘s morgens tot achter de noene om 4 u.

25 maart 1917  Broodrantsoen.

Beste vriendinne,
Ik heb niet moeten betalen voor mijnen brief en ik steek eens een tember is om weder te schrijven als het is dat ge zou moeten betalen.                                                                                                                                                
 Ik heb een papier ontvangen waar dat ik achter geld ga om in te vullen waar ik woonde voor den oorlog en wat we deden van stiel en hoeveel kinders dat ik heb. Wij moeten naar het gemeentehuis gaan voor het brood en de suiker. Het gaat hier op alles zo komen

3 okt 1917
Om van het vluchtelingen geld te vertellen. Wij trekken voor de groote 150 fr. en voor de jongens 1 fr. per dag

Beste vriendinne,
Ik heb voor de eerste maal geld gehad van het gouvernement Belgié voor huisvesting. Ik zal alle drie maanden 127 frank hebben, 20 fr. voor mij en 7 fr. voor ieder kind. Ik heb nu al alle maanden 110 fr. van den troep en huisvesting. en met miin 4,f.10 dat ik winne met werken. Het zal nog wel helpen. De menschen hier wonen met vier tot vijf menagies in een villa en betalen 20 fr. per maand voor twee kamers.

2 februari 1918 -

Ik heb wat lang gewacht van antwoorden omdat gij vroeg als wij ook de kaarten van brood gehad hebben. Het is nu goedgekeurd met den 1e maart te beginnen. 500 gr. voor het mannevolk, 400 gr. voor ons, 200 gr. voor de kleine.

Van uit St. Omer, nov. 1915,  schrijft Odile Lamaire:  
“ Er is hier eene Belgische missie die met den winter zeer vele kleederen uitdeelt. Ik voor mij heb eene schoone kostume gehad voor den Zondag,eene klak en eene sjerp. Adeline en moeder hebben bijna niets geahd. Maandag laatst kwam ik eene bende Becelaarnaars tegen in stad. Allen die kwamen zien voor kleeren ’t zij: Jules samain,Pirot Soete, boer Delau van bij den Nachtegaal, de baas van de Keiberg en zijn schoonzoon.”

Op 31 okt. 1916 schrijft Theophiel Vanmeenen dat hij tweemaal per jaar klederen krijgt van het Comité Belge in Bayeux

Geen opmerkingen:

Een reactie posten