TER INLEIDING


Deze 90 brieven zijn geschreven aan mijn moeder op de vlucht met haar ouders, broers en zussen diep in Frankrijk. Per geluk na moeders overlijden op zolder gevonden, werden ze ontrafeld, gelezen en herlezen, gesorteerd en verwerkt tot in een soms ontroerend verhaal in een niet meer te vergane digitale blog.

Het is het verhaal van mijn moeder als een 20 jarige dochter van “Pee” van de Roobaert ( 50 j. ) met zijn vrouw ( 45 j. ) , zijn dochter Marguerite ( 19j) en twee kleine kinderen Georges ( 4j) en Antoinette ( 2j.) Zoon Achiel , 16 jaar, werd opgeroepen in het leger en stierf aan de typhus opgelopen in de tranchés. ( Zie achiuelvandamme.blogspot.com ), Martha, 19 jaar was bij haar meester als dienstmeid gebleven en mee met haar patron op de vlucht in Duitsland. ;Vier jaar was zij lang zoek geraakt.

De brieven zijn niet van Alix maar zijn dikwijls antwoorden van brieven die zij heeft geschreven maar jammer genoeg bij de geadresseerde zijn gebleven.

De brievenschrijvers; soldaten, familieleden en vrienden uit de streek zijn treffende getuigen over de miserie , angst en het oorlogsgeweld met heel wat wensen op hoop naar vrede en terugkeer .

Volg dus geregeld deze blog: vluchtelingenpost.blogspot.com

vrijdag 19 februari 2021

Oktober 1914: bewoners van de Molenhoek vluchten.

 

In de sfeer van de honderdjarige herdenking van de Grote Oorlog ben ik op zoek gegaan naar herinneringen aan mijn oom- soldaat in 14-18  en vond deze brieven  in nagelaten oude documenten van mijn moeder zaliger.

Achiel is geboren op 18 september 1898 als zoon van landbouwer Jules Vandamme. 
Zijn moeder Silvie Dewitte  overleed toen hij 8 jaar was. Twee jaar later hertrouwde zijn vader met Eugenie Mahieu (Geluwe,°  14.11.1865)  
Hij woonde op de wijk Molenhoek op de grens van Beselare met Geluwe en hield er de wijkherberg De Roobaert open.

 Mijn moeder Alix (° 18.11.1893) was zijn oudste zus met wie hij tijdens zijn soldatentijd correspondeerde en die zijn toeverlaat was.  Wellicht waren de ouders het schrijven niet machtig of hadden geen tijd zodat zij die taak op haar nam.

        Zoals zovele dorpelingen vluchtte hij met zijn gezin naar Frankrijk tot      in Vertheuil nabij Bordeaux. Honderd gezinnen zijn naar Frankrijk uitgeweken. Meer dan 20 Geluwse families verbleven in Normandie. Anderen waren rond gestrooid over heel Frankrijk, in het Noorden, het westen, Bretagne tot in de Midi.

Alix verbleef in het hospitaal klooster en de ouders met  de kinders Margriet (14j) ,Antoinette (6 j) en George (4j) op de kasteelhoeve.  

De dochter Martha (19j) diende bij een heer in Tourcoing en was niet mee op de vlucht. Later is zij met haar heer gevlucht uit Frankrijk en was gedurende vier jaar zoek.

  Achiel werd te werk gesteld als bakkersgast in Bordeaux tot hij half juli 1917  opgeroepen werd in het leger. Vanaf die tijd correspondeerde hij haast dagelijks met zijn zus. 

De brieven die hij haast dagelijks schreef ( een 200 tal), getuigen over zijn soldatentijd en het frontleven tijdens de eerste wereldoorlog, over de band die hij had met zijn ganse familie en zijn vrienden en dorpsgenoten als Odile Lameere, Camiel Scheerlinck, Maurice Vandenabeele, Goemaere Jerome, Silver en Richard Durnez, Omer Demyttenaere, Cyriel  Capon, Valeer Desmyter, Odile Wagnein, Jules Dewulf en nog andere.

Achiel overleed, nog steeds als soldaat, op 13.02. 1919 in het militair hospitaal van Antwerpen ten gevolge van tyfus.

Daarnaast zijn er nog een 90tal brieven van familie en vrienden die haar schreven over het leven in het achter gebleven Geluwe, Beselare en hun ervaren op de vlucht waar zij waren. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten